[West-Vlaanderen 1955, Nummer 3]
Oostende, kunstcentrum!
Foto Dasseville. Oostende.
Vriendelijk uitgenodigd om een inleidend woord te schrijven voor dit speciaal nummer gewijd aan Oostende, voldoe ik zeer gaarne aan deze wens, waardoor me tevens toegelaten wordt te wijzen op de wisselwerking welke er bestaat tussen de kunst en het toerisme. & Het is ongetwijfeld dank zij de letterkundigen die de schoonheid van Brugge hebben bezongen, dat ieder jaar zoveel toeristen naar de hoofdstad van onze gouw komen, om de schilderachtige reien, het begijnhof en zoveel andere merkwaardigheden te bezoezoeken, waarover schilders en letterkundigen hen reeds met zoveel lof gesproken hebben. & Ook Oostende heeft heel zeker veel te danken aan het talent van mensen zoals Ensor, Spilliaert, Permeke, Jan de Clerck, Frans Musin, Eduard Hamman, Van Cuyck, Euphrosine Beernaert, Artan, Verwée - en nog zoveel anderen meer, te lang om te vernoemen - maar die allen meegewerkt hebben aan de roem van onze stad, haar strand en haar haven. & Stippen we even aan dat reeds op het einde van het Oostenrijks bewind, de schilders en etsers aan dit werk begonnen zijn, vermits de beroemde ets van Daudet, naar het schilderij van Solvyns, onze haven voorstelt, waarin juist een fregatschip wordt binnengesleept. & Rond dezelfde datum hebben de schilder Le May en de etser Masquelier twee prachtige gezichten vervaardigd van onze haven en de bedrijvigheid op de scheepswerven. Later, na de Belgische omwenteling, kwamen hier te Oostende schilders zoals Francia, Bormans, Stroobant, Ghémar en Gerlier, wier tekeningen gewijd aan zeebaden, veel albums hebben versierd. Vooral de litho's van Gerlier, omstreeks 1860 uitgegeven, zijn merkwaardig voor hun kunstzin. & Deze albums hebben ongetwijfeld bijgedragen tot de roem van onze badstad. &
En wie kent niet de etsen van Ham, wiens eigenlijke naam was Graaf de Noé, en dan de tekeningen van Mars die in een album verenigd werden, omdat op dit ogenblik, omstreeks 1880, de roem van Oostende reeds zó groot
was, dat kostelijke uitgaven toch werden verkocht. & Op deze wijze werd de grote voorspoed van de Koningin der Badsteden bewerkt, en het terrein voorbereid voor de werking van Oostende Kunstcentrum, de creatie van Edmond Picard, in de jaren 1905 en 1906. & In die jaren immers werd begonnen met een reeks voordrachten gegeven door de beroemdste schrijvers en redenaars, zowel uit ons land, als van buiten onze grenzen; tevens werden boeken- en schilderijententoonstellingen gehouden, en wedstrijden voor dramatische kunst. & In die jaren werden de werken van beroemde componisten uitgevoerd onder hun eigen directie. & De economische bloei welke al deze kunstmanifestaties toeliet, is op ongelukkige wijze tot een einde gekomen door het uitbreken van de oorlog 1914-1918, maar in de periode die de twee wereldoorlogen scheidde, hebben we weer een artistieke bedrijvigheid gekend, waaraan men nu slechts met weemoed terugdenkt. & De opening van de nieuwe Kursaal, de beslissing van het Gemeentebestuur van Oostende om een nieuw museum op te richten op het Wapenplein, eveneens de aankoop van het huis van kunstschilder James Ensor, waarvan een museum zal gemaakt worden gewijd aan de grote meester, dit zijn alle bemoedigende tekens voor wie hoopt dat Oostende en de kuststreek een nieuwe bloeiperiode toegemoet gaan. & Men kan trouwens met volvoldoening vaststellen dat in de andere badplaatsen dezelfde verschijnselen zich voordoen, en dat kunstprestaties er in ere worden gehouden. & Soms wekt het lustige leven in onze badplaats de indruk dat hier geen ernstig werk wordt verricht, en slechts gejaagd wordt naar alledaagse genietingen. & De vele tentoonstellingen welke t'allenkante ingericht worden, de voordrachten door
onze culturele genootschappen gegeven, de menigvuldige toneelvoorstellingen en tornooien, zijn echter een afdoende bewijs dat de diepe kunstzin hier in ere gehouden wordt, en dat onze kustbevolking gezond blijft en de rang
blijft vervullen die haar in onze gouw toekomt!
HENRI SMISSAERT. Lid van de Bestendige Deputatie