Rik Laloo zestig jaar
Driekoningen.
BEELDHOUWER RIK LALOO werd te Brugge geboren in 1894. Hij studeerde aan de stedelijke Academie onder de leiding van bekende kunstenaars zoals Gustaaf Pickery, Flori van Acker en Flori Aerts. Hij behaalde twee eerste prijzen in het boetseren waaronder een koninklijk eremetaal.
De eerste wereldoorlog stuurde hem naar de loopgrachten van de IJzer. Te midden van zijn dagelijkse soldatenplicht boetseerde hij talrijke soldatenkoppen of tekende. Soms waren een stuk houtskool of krijt en een geëffend vlak van een betonnen schuilplaats zijn enige werkmiddelen. Wegens zijn declamatorisch talent werd Rik Laloo opgemerkt door Dr J.O. De Gruyter. Zo werd hij lid van het vermaarde ‘Fronttoneel’.
Na de oorlog koos hij definitief de loopbaan van beeldhouwer hoewel men hem aan het beroepstoneel wilde verbinden.
1933 betekent een belangrijke kentering in zijn kunst. De opdracht om een portretfiguur te snijden oriënteert hem naar een ruimere productie. Zo begint hij vanaf dit jaartal zijn boetseerwerk te gieten. Toonaangevend uit deze periode zijn de werken Pax, AVV. VVK, Avondgebed, Portretten, De Driekoningen, verscheidene Kristusbeelden waaronder een fijngevoelig crucifix in palmenhout, Madonna, De Bedegangster en
Uitdaging, een genrestukje waarvoor wijlen Jos Lagasse, vertolker van de Christusrol in het H. Bloedspel, heeft geposeerd.
Een bijzondere vermelding verdient het stuk ‘Driekoningen’, geïnspireerd aan het bekende kerstspel van Timmermans, met Suskewiet, Pietje Vogel en Schrobberbeek. Rik Laloo heeft in dit werk niet alleen zijn interpretatie van drie verschillende volkstypen of zijn folkloristische visie op het gebeuren van Kerstmis en Driekoningen neergelegd; men mag aannemen dat daarin ook de herinnering voortleeft aan zijn vroegere vertolkingen van hetzelfde toneelstuk. Dit drieluik-beeld blijft nog steeds een geliefd kunststuk.
Uit latere jaren dienen vermeld de Verfmaler, ontworpen in opdracht voor de bestuurder van een firma voor verfbereiding en geïnspireerd aan oude afbeeldingen van schildersateliers, de Visleurster, de Spellewerkster, studie Kinderkop, een studie van een Brugs Beertje, en een guitige Tijl en Nele (de laatste drie werken in hout).
Naast specifieke beeldhouwkunst begeeft Rik Laloo zich ook aan het decoratieve genre en verzorgt hij snijwerk voor schouwmantels, trappen en diverse kunstmeubelen.
De kunst van Rik Laloo blijkt zeer nauw vergroeid met zijn eigen leven en omgeving. De beeldhouwer zoekt steeds de getrouwheid aan de levende natuur, vooral in zijn genrestukjes met Brugse inslag, en de plastische bevalligheid van het lijnenspel waarbij de belichting een belangrijke rol vervult.
Op zijn zestigste verjaardag kan hij op een rijkgevulde loopbaan terugblikken.
G. GYSELEN