Prisma der jongeren
Paul Vanderschaeghe
Foto H. Cottenier, Torhout
van wie reeds verschillende gedichten in West-Vlaanderen werden opgenomen - werd te Handzame geboren op 28 November 1930. Na de gemeenteschool liep hij college te Tielt en te Torhout, en studeert thans de Germaanse philologie. Op en top een buitenjongen leerde hij al heel spoedig de natuur kennen en liefhebben. Naast de rake opmerkingsgeest die men trouwens in zijn werk kan vaststellen, klinkt heel vaak een zwaarmoediger toon door. Het begin van zijn nog korte literaire loopbaan, was de rubriek eigen werk in het studententijdschrift Hernieuwen, waar het werk van Vanderschaeghe werd opgemerkt en aangemoedigd. Uit het gedicht Ilmatara, een mythologisch gedicht over de schepping, groeide, na de uitgave van een bundel Variaties, het werk Odin, dat in 1952 in eigen beheer verscheen, en allerwegen gunstig werd opgemerkt. In hetzelfde jaar won Vanderschaeghe de poëzieprijs van Nieuwe Stemmen met het lang gedicht Euridikè herrezen en het jaar daarop werd zijn werk De Lichtende Ring naar voor gebracht in de Xaveriusprijskamp. Voor kort verscheen Het Geslepen hart bij De Bladen voor de Poëzie te Lier. Een tweetal bundels kleinere gedichten, enkele prozastukken, en een roman wachten nog op publicatie. Zijn oordeel over de hedendaagse poëzie: Noem onze kunst oud, verouderd, mij goed, maar laat ze warm zijn, gloeiend van haat of liefde, hard als een schild en scherp als het zwaard uit het paradijs. - Vanderschaeghe is redactielid van Nieuwe Stemmen en werkte reeds mee aan verschillende tijdschriften, o.a. West-Vlaanderen en Horizon. Onder de jongere Westvlaamse dichters heeft zijn naam reeds een goede klank.