Joris Houwen
Alhoewel geboren te Lichtervelde in 1925, is kunstschilder Joris Houwen een gekend figuur te Roeselare. Hij studeerde er aan het college en daarna gedurende drie jaar aan de Wiener-Akademie in Oostenrijk.
Daar werkte hij onder leiding van befaamde kunstenaars als Breker en Gohzeihl. Laag en schilderachtig is het huisje in de volkse buurt van het Hof van 't Henneken, waar Houwen thans woont en werkt. Hij schetst en tekent, schildert en etst en is bezeten door de drang om zijn doeken te herwerken en te doen groeien door opeenvolgende overschilderingen.
Meestal zijn zijn werken met zware penseeltrek, kloek opgebouwd en goed overwegen. Hij schildert boeren, landschappen, bloemstukken, en stillevens. Zijn doeken zijn rijkelijk met verf bestreken. Het is een factuur die aardig aandoet, en waarbij men onvermijdelijk terugdenkt aan Jacob Smits, voor wie Houwen een enige bewondering heeft. Een enkele maal aarzelt hij zefs niet vreemde voorwerpen, zoals ledige verftubes en penselen op het doek te plakken. Een late herinnering aan de papiers collés van Braque, Picasso? In zijn palet vinden wij vaak fijne schakeringen en zachte vervleeiingen van rose, licht-gele, oranje, mauve en tere doorschijnende, lichtuitstralende Ensor-kleuren. Het non-conformisme van veel zijner werken is voor de goe-gemeente vaak een steen des aanstoots, maar het belet de schilder niet zelfzeker zijn weg te gaan.
Joris Houwen is lid van de Koninklijke Kunstkring van Roeselare, en mocht reeds enkele succesvolle tentoonstellingen kennen. In 1946 pakte hij uit met een eerste expositie in het casino te Oostende, om daarna ook Brugge, Roeselare en andere Vlaamse steden aan te doen. Ook tijdens de komende maanden zal deze jonge schilder zijn oudere en nieuwe werken laten zien. Daar tussen vernoemen wij: Ecce Homo; Stad aan de horizon; In de haven; Oogst; Het kamermeisje; De kruik; De Zeug; Zonnebloemen.