Kunst en jeugd
De betekenis van de Leeuw van Vlaanderen
IN de Koning van Spanje te Antwerpen zit de 26-jarige Hendrik Conscience zijn Leeuw van Vlaanderen te schrijven. Zijn derde boek. Een jaar geleden verscheen zijn eerste. Terwille van dit eerste werk werd hij door zijn Franse vader, Pierre Conscience, - een man die tevens tegen de avonturen van de kunstenar in de dop hardnekkig gekant was - aan de deur gezet. Hendrik heeft echter trouwe vrienden. Daar is Jan De Laet, de dichter en dromer, daar is Hendrik Leys met zijn kunstkring, Prudent van Duyse, Theodoor van Rijswijck. Al mannen die het ontvankelijk hart van Conscience in lichterlaaie hebben gezet voor het roemrijk verleden des volks, voor het recht van 't eigen diet, voor de ronkende praal van 't schone woord en de tranenvloed der amoureuze en heldhaftige gevoelens van het overweldigende romantisme der 19e eeuw.
Over het ontstaan van De Leeuw van Vlaanderen vertelt Conscience zelf in Geschiedenis mijner Jeugd, dat het schilderij de Slag bij Kortrijk van N. De Keyser in 1836 een geweldige indruk bij hem naliet. Het bood hem de stof aan voor een groot boek. Hij moest zich herpakken want zijn tweede werk Phantazij was een mislukking geweest. Hier vond hij wat hij zocht, zoals hijzelf getuigt: een rijke stof tot het schilderen der prachtige taferelen, tot het opvoeren van grote volksmenigten, tot het beschrijven van gevechten en veldslagen en tot het verheerlijken van de heldenmoed des voorgeslachts. Liefde tot vaderland en vrijheid zouden de toverroeden zijn waarmede ik mijn gewrocht op elke bladzijde zou bezielen, en ik twijfelde niet of ditmaal zou het Vlaamse volk dit boek, te zijner eer geschreven, met blijdschap en hoogschatting ontvangen. Verder leest hij Van Duyse's dichtstuk over Gwij van Dampierre en in de Histoire de Belgique van J. Delin, bij wie hij in 1830 onderwijzer was, leest hij hooggestemde bladzijden over de Vlaamse heldenmoed van 1302.
In de ban van deze impuls reist hij met vriend De Laet naar het oude West-Vlaanderen. Hij bezoekt Brugge. Brugse archivarissen waren en zijn de romanschrijvers steeds ter wille. Delepierre levert de jonge auteur een schat bijzonderheden over de tijd en het drama der Gulden Sporen. Conscience bezoekt Wijnendale, Torhout, Roeselare en Kortrijk waar hij later arrondissementskommisaris zal zijn. Te Wijnendale slingert nu nog een Consciencelaan door het vrome land, naar 't oude slot toe. Ook Torhout heeft een Conscienceplaats. (De schrijver was er ook later op bezoek bij zijn
dochter Maria, die gehuwd was met de dichter Antheunis, vrederechter aldaar).
De geschreven bronnen voor zijn studie zijn vooral de Excellente Cronike van Vlaenderen een vijftiendeeuwse compilatie van Vorsterman en de Spiegel Historiael van een tijdgenoot van 1302, Lodewijk van Velthem, de flamingantische pastoor uit Brabant, die op enkele plaatsen al te dichterlijk en bijgelovig doet. De beste bron voor gans het conflict, met name Annales Gandenses van een onbekende Gentse minderbroeder, door de Fransen zelf genoemd ‘la reine des chroniques du temps’ heeft Conscience niet gelezen.
Doch in Conscience steekt geen historicus, alleen een romanticus. Hij heeft spoedig het geheel in zich opgenomen, tot een eigen tafereel herschapen. Hij begint dadelijk te schrijven. De barensweeën zijn kort. Ietwat aarzelend vat hij het eerste hoofdstuk aan: ‘In den jare 1300 stond bij Kortrijk...’ Nee, zo niet! Dan maar met de zon begonnen! Evenmin goed. - Hij herpakte zijn eerste zin: ‘In den jare 1300...’ of liever: ‘De pelgrim die in den jare 1300 door de dalen van Kortrijk wandelde...’ Nog niet. Zo: ‘In den jare dertien honderd renden een tiental ridderen...’
Tot hij plots in zijn beelden en ideeën, in de stemmen die hem beroezen, de klare weg vindt. En begint - velen onder u kennen het van buiten - ‘De rode morgenzon blonk twijfelachtig in het Oosten en was nog met een kleed van nachtwolken omgeven...’ Natuurlyriek als idyllisch begin. Ridders komen, de strijd ontbrandt. Er is geen houden aan... Tien maanden later is het boek af.
Zijn vrienden hebben de groei van het boek op de voet gevolgd. Zij zijn één geestdrift en werven 480 intekenaars