a-litteraire, tendenzloze kunst, abstraherend of niet, een grote afstand wensen bij het kwoteren van deze dienende afhankelijke, door techniek en inzicht in haar mogelijkheid beperkte kunstvorm, het ware alvast, van cultureel standpunt uit, verkeerd wegens de ethische waarde hun werk te onderschatten.
Mag het als een criterium gelden van werkelijke kunst wanneer flitsen van een vers of muziekstuk op de lippen, in het oor of voor de ogen blijven nadreunen of naklinken, dan is het ontegensprekelijk dat Speybrouck beelden heeft getekend die voor wie heeft meegeleefd, onuitwisbaar prente hebben geslagen.
De studentengeneraties, die elkaar opvolgden tussen de twee oorlogen, zien de Leeuw voor wie het wraaksein is gegeven, zij zien de leeuwen op torentransen dansen. Zij zien het stormluiden over Vlaanderland. Zij zien in het verschiet de trotse reeks Vlaamse torens. Zij zien Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen. Zoals zij ook Vlaanderens dodenakker hebben gezien op die wijze die Speybrouck hen heeft voorgetekend. Jaar na jaar volgden, na verschijnen in groot albumformaat (Gudrun-album, Depla-album), de reeksen Vlaamse kaarten die onze jeugd verblijdden... en op elk studentenblad figureerde een typische Speybrouckse leeuw of blauwvoet. Aan de starre heraldische klimmende leeuw gaf hij een nieuwe spierkracht.
Vanaf 1923 volgden onstelpbaar de religieuze tekeningen: de Eucharistische reeks, de Vlaamse heiligen, Liturgische motieven, de Kruisweg, de Rozenkrans, de tekeningen voor de Hollandse huisbijbel van Dr Jos Keulers. Later nog volgden de symbolische tekeningen, waaronder Levenslijnen en 's Levens gang.
In die latere tekeningen verstrakt de lijn en hij tracht met een imperatieve idealistische geschematiseerde omtreklijn een groter synthese te bereiken. Ik ware oneerlijk moest ik voorwenden dat ik deze laatste tekeningen gelukkiger vind. De gekrabbelde nerveuze oorlogsschetsen uit 1918, de Romantische reeks (een lied van minne, een lied van smart), de declamatorische reeks (Gent, juicht hij), de fijnafgewogene, zij het in hun techniek minst gecompliceerde, maar in hun opzet misschien meest monumentaal geziene kaarten van de vierde reeks (Nog heerst de dood) zijn mij het liefst.
In de symbolische reeksen zie ik meer een leidraad voor met spreekkoor of zang begeleid gebarenspel. Levenslijnen zijn als het ware de elkaar opvolgende standen van een choreographisch rhythme. De geometrische afgewogenheid en het symbolisch gecirkel vertolken nu niet meer die bewogenheid, die zijn aandrift was in de eerste na-oorlogse jaren. Het hoofd meer dan het hart heeft deze laatste reeksen gedicteerd en hierdoor zijn het meer cerebrale tekeningen geworden met een gedwongen stylering. De verijling van lijn is hier bijvoorbeeld niet de verfijning, de verzilvering die wij bewonderen in het laatste werk van de Gentse etser Jules Debruycker.
*
Speybrouck beschouwen louter als tekenaar is Speybrouck niet volledig doorzien. Voornamelijk zijn laatste tekeningen roepen naar een plastische vertolking. Opgemerkt weze hier dat de tekenaar ook inderdaad boetseert en tekeningen in beeldhouwwerk liet omzetten. Maar dit jaar heeft het stadsbestuur van Kortrijk er hoofdwerk van gemaakt de Guldensporenherdenking op een grandioze wijze te vieren. Naast het ruim speelpodium dat werd ontworpen door kunstschilder Marcel Notebaert, heeft het zich voor de stoffering en de uitbeelding van de grootse huldestoet vanzelfsprekend tot Jos Speybrouck gericht.
Aldus krijgt de laureaat van het Gentse instituut, na ruim 40 jaar, de schone gelegenheid om zijn prijswerk De Verheerlijking van Vlaanderen in levende lijf en lijn op straat te brengen. Een triomftocht zal hij door Kortrijks straten leiden, die naar kleur, lijn en compositie die persoonlijke Speybrouckse noot zal vertonen, waarmee hij opnieuw het volk zal geestdriftig maken. De motieven, uit poëzie en strijdlied, door zijn tekenwerk zo duurzaam geprent in onze verbeelding zullen opnieuw als glorieuze beelden stijgen uit 't verleden.
De dienende Kortrijkse kunstenaar die niet zegt: mijn kunst is mijn persoonlijke zaak, zal te Kortrijk in 1952 met vreugde kunnen ervaren dat zijn dienstbaarheid de zaak is geweest niet slechts van zijn persoon, maar Goddank van gans zijn volk.
HILAIRE GELLYNCK
Jos Speybrouck werd geboren te Kortrijk in 1891. Hij studeerde aan de akademie van zijn geboortestad en behaalde de grote prijs van de Sint Lukasschool te Gent. Hij werd daarop leraar aan het Hoger Instituut Sint Lukas te Doornik. Hij hield tentoonstellingen onder meer te Kortrijk (1921), Utrecht (1929), Leuven (1929) en Antwerpen (1930). ¶ Onder zijn voornaamste werken vermelden wij: Gudrun-album - Bijbel (1933) - Via Crucis - Symbolen - Levensgang - Levenslijnen - Goddelijk treurspel - Volksmisboek - Missiereeks. Onder zijn schilderijen dient aan gestipt het grote doek: Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen, ¶ Deze uitmuntende tekenaar heeft bovendien een graphische cursus uitgegeven: Proportieleer, ontleedkunde en uitdrukkingsleer (Doornik 1935).