vijf en twintig verloopen jaren zal worden opgenomen, benevens een namenregister en bio- en bibliographische nota's over al de medewerkers. Dr R. Roemans heeft zich wel met dezen wetenschappelijken arbeid willen gelasten die door al onze lezers hoog op prijs zal worden gesteld.
In den loop van het jaar zal een feest-album verschijnen met bijdragen van al de in leven zijnde medewerkers met hunne portretten en studies gewijd aan de afgestorvenen, als Karel van den Oever, Paul van Ostayen, Karel van de Woestyne, Alfons Jeurissen, Emiel Van der Straeten, Raymond Delahaye, enz., enz.
Wij hopen ook alle de medewerkers van vroeger en thans zoowel uit Nederland als uit Vlaanderen die al die jaren tot den bloei van het tijdschrift hebben bijgedragen en zijn voortbestaan verzekerd op een gezellige bijeenkomst te Antwerpen in de Mei-maand bijeen te roepen ten einde de oude vriendschapsbanden, nauwer toe te halen en een nieuw leven te wekken rond de vlag die wij nu reeds vijf en twintig jaar hebben gehandhaafd.
Al onze medewerkers zullen op tijd en stond daartoe worden uitgenoodigd maar wij durven nu reeds op allen een beroep doen op vaste toezegging eener bijdrage voor ons feestalbum dat een bloemlezing moet worden waar ouderen en jongeren naast elkaar zullen staan met hun besten arbeid.
Het gaat hier niet om de viering van éen persoon, het gaat hier om eens van zin op feestelijke wijze vijf en twintig jaar van het weelderigst-bloeiend leven onzer letterkunde te gedenken.
Al wie daarvoor iets voelt, schare zich in 1930 rond ‘Vlaamsche Arbeid’!
Jozef MULS.