Vlaamsche Arbeid. Jaargang 23 [18](1928)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 329] [p. 329] Gedichten Pantalonnade Lila Lily lilt Lily in lila hallali allala in de maneschijn is Harlekijn en de fijfer aan de vijver fijn plom plom kleppe klokke klokke kleppe one step in de steppe waar is Colombine met de crinoline waar is Gwendoline met de mandoline laat de bomen dromen laat de zilverzwaan en de maan gaan rillen kille gillen nee nu nee nu nenufar in de put is de vrouw van Putiphar cara mia cara mia caramel wel wel [pagina 330] [p. 330] Heil de natte vingerling KLEINE KANTATE Over de stoep van het lage huis treedt de heer rijksafgevaardigde onder hoge buis [te steken men zegt dat het volstaat een muntstuk in de slip van zijn jas om hem twee uur lang stormendermond te horen spreken de heer onder hoge buis zijn gebaren zijn epies zijn mond is een sluis geef acht op de achtglans van zijn hoge zijden want die geeft zijn schijn onblusbaar tot het einde der tijden de heer in galadas en hoge buis laat het getij nooit verlopen loven en bieden pingelen en kopen is dat geen politieke rol edel en voornaam op onze schone wereldbol Als het schip van State kapsijst en vergaat met man en muis spoelt nog aan wal de heer in hoge buis hij trotseerde de storm in zijn hoed een heus notedopje en zet hem nu triomfantelik weer op zijn kopje de heer in hoge buis komt van alle kale reizen behouden thuis en ziejewel is nooit ofte nooit abuis een publiek man doet wat hij kan Dorpsdans Klompen op de klinker klinkende klompen op de klinker klinkende klompen en klinkende munt klinkklank klinkklank spelemeien op de spelewijs radijs is beter dan het paradijs kinkels op klompen klampen 't oogstlief bij de luie leest de kneukels zitten vol kittelkrampen waar is het verschil tussen mens en beest de waanzin van de spelewijs brobbelt de trombone popelt de matrone popelen onder de populier de zon doet stilletjes piepkenduik de vrouw is vergif voor uitwendig gebruik harop klimop hoera klimbim Victor J. BRUNCLAIR. Vorige Volgende