Vlaamsche Arbeid. Jaargang 22 [17](1927)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 217] [p. 217] Droomtuin Een late tred die waart in de loverpal schendt van ontsierde bloesems de toverval het aldoor neersneeuwen van schoonheid half vergaan die niet in herfstbrand zal opgloeien luisterloos uitbloeien en zichzelf weer naar haar oorsprong strooit de grond waaruit zij werd, omtooit. Geen wildzang breekt de stilte de mildzang van het water prevelt in omneveld droomland doomland. Water mijmert bronsgroen stuwt geen fontein van klaarheid de hemel te beklauteren. wiewouteren niet groeiblij bloeisels duizenderlei? Ik ben de vaalste bloem die de maanwandeling overland verbeidt Zij bezilvert haar kelk die verdorren gaat nu herbloeit in het nachtmysterie haar droomgelaat Eens rooft een handslag er de majesteit. Victor J. BRUNCLAIR. Vorige Volgende