Vlaamsche Arbeid. Jaargang 22 [17](1927)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Polderlandsche Arkadia Over het bij vlekken zongeplengde dat hangt de beuk zijn loof van dieper rood. Raamkozijnen glimmen groen en vatten terracotta bloemepotten daarin geraniën groeien van het esmeralden blad met doffen kring naar meekraplatten bloemen. Op de dijkweide weidt zijn zwijnen een zwijneweider wijl hij op een schelp gebrande aarde okarino speelt. De klanken wuiven licht zo wuiven ook de beukeblâren alsof zij in hun wuiven roerloos waren. Wie met een luit in het hart door 't land gaat en in het water van zijn ogen stuwt het worden van een zang perst hij niet op zijn lippen uw-Amarillis-schone naam. Paul van OSTAIJEN. Vorige Volgende