Vlaamsche Arbeid. Jaargang 22 [17]
(1927)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |||||||||||||
Beeldekens uit het leven van Sint Fransiskus van Assisie, feestspelTER GELEGENHEID VAN DE ZEVENHONDERDSTE VERJARING DER DOOD VAN DEN GROTEN HEILIGE, GEMAAKT NAAR OPDRACHT VAN HET VLAAMSCHE VOLKSTONEEL DOOR MICHEL DE GHELDERODE, MET MUZIEK EN DANSRYTHMEN VAN DEN SCHRIJVER, VERTOOND ONDER DE LEIDING VAN JOHAN DE MEESTER MET DE HULP DER LEDEN VAN HET GEZELSCHAP: STAF BRUGGEN, RENAAT VERHEYEN, MAURITS HOSTE, JAN PLAAT, ANTOON VAN DER PLAETSE, WILLEM DOEVENSPECK, EMER. DEMOOR, JUDITH VAN GELDER, TILLY VAN SPEYBROECK, OSCAR VAN CROMBRUGGE, LEO PERSYN, GUSTAAF ALLONCIUS EN MARIA VERWEIRDE. TEKST VERVLAAMST DOOR WILLEM DOEVENSPECK | |||||||||||||
IBEELDEKE: Fransiskus door zijn vader ter verantwoording geroepen voor het gerecht.
SPELERS: Fransiskus, de Vader, de biskop, de rechter, de advokaat, de gendarm, 3 gezwoornen, figuranten. Deze handeling wordt gedanst op maat van muziek. Deze dans bestaat in getrippel van marionnetten. Al de personen, 't zij ze binnen komen, weggaan of blijven of spreken, zullen aldus doen. Uitgenomen de biskop en Franciskus. Zonder deze dans zou de handeling veel te teatraal zijn en 't geldt hier enkel 'n klownerie. DEKOR: Gesloten gordijnen. Men speelt op het voortoneel dat men gebruikt in zijn volle breedte. ATMOSFEER: Als op een kermisverhoog. Er zijn enige ontroerende momenten. De personen doen lijk clowns, uitgenomen de Biskop en Fransiskus. (Deze handeling speelt heel vlug.) | |||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||
De gendarm. - (Geweldig, komt van links en marsjeert heen en weer. Hij rolt bloeddorstig met de oogen zoals de lansknecht van Breughel. Rechts komt de advokaat huppelend en met neusstem, ongehoorde tatereer, en boertig in alles.) Advokaat.
- Gendarm... wat doet beschuldigde? Gendarm.
- Niks... Advokaat.
- Niets?... Als men niets doet, doet men nog iets, 't is te zeggen niets... Slaapt hij?... Gendarm.
- Nee... Advokaat.
- Hoe zou hij kunnen, want zonder twijfel is hij ten prooi aan gewetensvroeging!... Gendarm, weent hij, of geeft hij blijken van spijt... van wanhoop?... Gendarm.
- Nee... Advokaat.
- ...van ongeduld?... van woede?... Gendarm.
- Nee... Advokaat (zenuwachtig).
- Enfin, gendarm, gij die verstandig zijt... zeg mij: hoe is de beschuldigde... psiekologies beschouwd? Gendarm.
- Dank u, meneer de advokaat, dat u een gendarm verstand toerekent. Psiekologies... heeft beschuldigde het uitzicht... van iemand die nadenkt. Advokaat.
- Dat is 't... Daar was ik zeker van... Hij denkt na. Heel wel gendarm. Verstaat ge... Dat is sienisme. Zijn zaak staat er heel slecht voor... Gendarm
(onder den indruk).
- Allo dan!... Is 't 'nen dief?... Advokaat.
- Pfut... Gendarm.
- 'Nen brandstichter?... Advokaat.
- Pfut... Gendarm.
- 'Ne zakkeroller?... Advokaat.
- Pfut... Gendarm.
- 'Ne Vadermoorder?... 'n broedermoorder? 'n koningmoorder?... Advokaat.
- Erger!... Gendarm.
- 'nen heiligschenner?... 'nen beeldstormer? Advokaat.
- Was 't maar dat!... Gendarm.
- 'ne... 'ne... maar wat is me dat dan voor 'ne vogel?... Advokaat
(plechtig).
- Een vijand van de Orde!... Gendarm
(verbaasd).
- Goed... goed... verstaan... goed... goed... goed!.. Advokaat.
- Dat uwe gendarme-ziel er van huivere!... 't Is een vijand van de Orde!... Gendarm.
- Laat het hart der Gerechtigheid dan maar steenkoud blijven!... Advokaat.
- Het Hof... en position, gendarm... Het | |||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||
Hof treedt binnen!... (De gendarm zet zich in de houding. De advokaat maakt buigingen.
KOMT: de Rechter, ruig, men zou zeggen een Brussels griffoen. Hij draagt 'n pak onder den arm, waaruit hij boterkoeken haalt.) Rechter.
- Goeie dag, m'n beste!... Welke ophefmakende zaak!... Waar is de ongelukkige vader?... En beschuldigde, wat zegt beschuldigde?... Advokaat.
- Dat kunt ge niet inbeelden: beschuldigde denkt na... Rechter.
- Wat?... (Hij veslikt zich.) Ik dacht wel dat het een gevaarlik individu was!... Hij denkt na!... Een eerlik man, een man met goede inzichten, denkt die na!... Laat horen, gendarm, denkt gij na? Gendarm.
- Dat is mijn consigne niet, meneer de rechter! Rechter.
- En gij, mijn beste advokaat, denkt gij na? Advokaat.
- Ja... als u edelachtbare iets gezegd heeft! Rechter
(voldaan).
- Neem een boterkoekske... Ha! we beleven een beroerde eew... Het heeft nooit zo slecht gegaan!... Ge moet hard slaan tegenwoordig, geloof me!... Want ten slotte, als de jongelieden beginnen na te denken is heel het sociaal evenwicht in gevaar. De kudde gaat uiteenschieten... en als de gemeenschap ophoudt een kudde te zijn, wat zal er dan geworden van de leiders?... Stem van de Vader.
- Wat al gangen!... Wat al doolhoven!... Zal ik ooit het gerecht vinden?... Advokaat
(schiet toe).
- Langs hier!... langs hier!... Vader
(komt binnen in groot habijt).
- Gangen... doolhoven!... 't Is heel ingewikkeld!... Advokaat.
- De wet is 't minder gelukkiglik... Rechter.
- ...door de manier waarop wij ze toepassen! Vader.
- Ik wil u vrij gelooven!... Ha! m'n goeie rechter... Mijn zaak is in uw handen, ik zeg, m'n geluk!... Advokaat.
- Dat is 'n goeie plaatsing, ongelukkige vader, uwe zaak, onze dierbare rechter in handen te geven, want in kontrast met Ponsius-Pilatus wast hij ze nooit!... Rechter.
- ...Merci, hoogloffelik vader, toonbeeld van burgerdeugd!... Heb vertrouwen!... Maar wegsteken wil ik niet dat de zaak zeer delikaat is!... Denk er aan, de beschuldigde, uw zoon, denkt na!... Vader.
- Hemel!... Ik zweer u dat ik hem dat nooit geleerd heb!... De ongelukkige!... Advokaat.
- Natuurlijk!... Denken is 'n voorrecht, achtenswaardige lieden toegedaan, die weten hoe hun overwegingen uit te drukken!... Want de rede helemaal wegsijferen zou onredelik zijn... en moeilik. Vader.
- Beslist!... | |||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||
Rechter.
- ...Dat is ontegensprekelijk... Maar, droeve vader, één vraagje... Wat moeten we doen met uw zoon? Vader.
- Regel het op z'n best, meneer de rechter!... Rechter.
- Wij zullen hem doen ophangen!... Vader.
- Heu!... tracht hem eerst tot beter gevoelens te krijgen... Advokaat.
- 't Was beter hem op te hangen... voor de goei tucht, en voor de toepassing van de geest der wet... Vader.
- Stel u tevreden met hem het schaamrood naar het hoofd te jagen... Rechter.
- Als hem nog eenige eerbaarheid rest!... Wij zullen onze raadsleden raadplegen... Gendarm, laat de gezwoornen binnen... De vraag die zich stelt is deze, namelik te weten of we de eerbied voor het vaderlik gezag en de veiligheid van de maatschappij kunnen verzoenen met... (De 3 gezwoornen komen binnen, karikaturaal.)
...is het niet, heren gezwoornen? 3 gezwoornen
(verbluft).
- Volkomen!... volkomen!... volkomen!... Advokaat.
- Pardon, mijn heren gezwoornen, wat moet men in onderhavige zaak kiezen?... het schaamrood, ofwel de opknoping?... 3 gezwoornen.
-Volkomen!... volkomen!... volkomen! Rechter.
- Ge maakt geen onderscheid, m'n lieve advokaat... Advokaat.
- Pardon... het schaamrood is een ding... de opknoping is een ander... Men kan beschaamd zijn en opgeknoopt worden, lijk men geen schaamte kan hebben en niet opgeknoopt worden... En wat is er profijtelikst voor de maatschappij?... niet 't een of 't ander... maar 't een en 't ander... het schaamrood en toch opgeknoopt... Vader.
- We zouden de mening van beschuldigde moeten horen... Advokaat.
- De opknoping!... Rechter.
- Neen, het schaamrood! 3 gezwoornen.
- Volkomen!... volkomen!... volkomen! Rechter.
- Enfin, ongelukkig vader, als men u onder de galg moest voeren wat zoudt ge zeggen? Vader
(ontsteld).
- Genade... 3 gezwoornen.
- Volkomen!... volkomen!... (Telefoonschel, rechter verdwijnt achter het doek en komt weer.)
Rechter.
- Mijne heren... vlug... zitting geopend!... Mijne heren, het Hof zetelt... (Van het plafond daalt 'n schommel neer waarop de rechter zetelt. Hij neemt 'n belleke uit z'n zak evenals 'n ander pak boterkoeken, en schreewt:)
Mijne heren, ziehier... Onderhavige kwestie valt niet onder het bestek van ons verheven rechtsgebied!... Ik | |||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||
kom het daar juist te vernemen... zij hangt af van de kerkelike rechtsmacht!... Waaruit blijkt dat beschuldigde niet alleen 'n vijand is van de orde... Maar ook 'n vijand van de godsdienst!... van de goede zeden!... Dat uw geweten spreke, mijne heeren!... Vader.
- Wat gaat er met mij gebeuren? Gendarm
(kondigt aan).
- Monseigneur... (links komt de biskop, streng en schoon. Hij gaat rechtop en beziet niemand... Z'n geest is elders.)
Allen
(alleman maakt ape-bonjoerkes).
- Monseigneur!... Monseigneur!... Monseigneur!... Rechter.
- Monseigneur, u zal het toekomen het vonnis uit te spreken... (De biskop buigt, ironies, en blijft rechtop, onbewogen.)
Advokaat.
- Monseigneur, ik zal me geweld aan doen, uw siempatie te winnen, want ik ben tegelijkertijd de advokaat van de vader en de advokaat van de zoon... In m'n beide pleidooien zal ik volstrekt eerlik zijn!... Rechter.
- Gendarm! Breng beschuldigde binnen!... (Spanning: Fransiskus komt, meer gehavend dan ooit, maar vastberaden en kalm. Hij bekijkt het gerecht, z'n vader, doet dan z'n ogen dicht; de vader vliegt naar hem toe:)
Vader.
- M'n zoon... Is 't voor 'nen tribunaal dat ik u weervind!... Gij hebt mij bedekt met smaad en oneer!... Ik ben ten spot aan iedereen!... ik!... 'n geacht koopman... Zie u hier gelijk aan 'n recidivist!... Ik heb moeten beroep doen op het gerecht om u terug te brengen tot een redelik leven!... boosdoener!... baanstroper!... 'n grijsaard zegt u dat!... En gij antwoordt niets!... Gij hebt geen spijt!... Gij werpt u niet op de knieën neer!... Gij staat daar lijk 'n vreemdeling!... Antwoord!... Waarom zegt ge niets?... Rechter.
- ...‘Hij denkt na’... Ongelukkige vader, overstelp hem niet, dat is de zaak van het gerecht!... Schrei liever!... Vader.
- Ik schrei... (Hij schreit.)
Rechter.
- Wees getuige van deze verhevene smart, mijne heren gezwoornen,!... (De gezwoornen schreien.)
Advokaat
(trippelt).
- Sentimentalisme!... Komedie! De wet!... Rechter.
- 't Zij. (Donderslag, stilte.) De beschuldiging: Het zal wijselik zijn te beginnen met het begin, want 'n zaak kan geen redelik einde hebben als ze geen begin heeft!... Beschuldigde... (hij beduidt Fransiskus) Beschuldigde is een zoon van ekselenten huize!... Hij was zelfs 'n schitterend onderdaan!... De klager... (beduidt de vader) de voorbeeldige burger die ge hier ziet... heeft al z'n zorgen gewijd aan z'n zoon... wenken... raadgevingen....
| |||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||
voorbeelden... Slecht beloonde toewijding... Beschuldigde, alhoewel nog zeer jong, begint 'n schitterende loopbaan in 't leger... En hier begint het drama... (stilte) Op 22-jarige leeftijd, deserteert hij... verlochent z'n familie... z'n vrienden... Hij kleedt zich met lompen... bezoekt verdachte plaatsen en begaat er eksentrisiteiten... z'n praat, z'n redevoeringen zijn niet minder dan oproerig. En niets om deze noodlottige waanzin te bedaren!... De vader, tegenover deze ontaarding, doet beroep op het gerecht om z'n gezag te doen eerbiedigen! (Stilte.) Beschuldigde, antwoord mij! Geeft gij u rekenschap over uwe daden?... Begrijpt gij wat ge doet? Kent gij de zin van uw woorden?
Vader.
- Spaar hem niet, meneer de rechter, vraag hem kort en goed of hij mij wil gehoorzamen!... Rechter.
- Daar komen we wel toe!... Maar onze plicht is 'n beetje licht te werpen op deze zondige mentaliteit!... Beschuldigde, zijt gij niet onder invloed van slechte literatuur, van die kleine boekjes over Sosiologie?... Advokaat.
- Hoe langer hoe schoner!... ter zake, ter zake!... Rechter.
- Die onderbrekingen storen de optiek der gerechtelike scherpzinnigheid! Het geval vertroebelt, mijne heren, vatten wij de zaak aan, om mijnheer den advokaat niet onaangenaam te zijn... Jongeling, ge zijt beschuldigd: 1. Uit de grote hoop getreden te zijn: tuchteloosheid, opstand, anarchie! Dat is allemaal 't zelfde! en 't is idioot!... 2. Getracht te hebben stoornis te brengen in de goede loop der dingen, der gebeurtenissen en der gedachten... 't zij door uw gebaren, uw klederen, uw houdingen, en bizonder door uw redevoeringen!... 3. Geen bepaalde woonst nog aangegeven bedrijf te hebben! landloperij, Hoogstraten of Merxplas!... 4. En dit is het ergste: propaganda gevoerd te hebben... onbezonnenheid!... En wat vertelt gij?... Gij zegt dat de oorlog moordenaarswerk is... Gij zegt dat de fortuin kapitaal, verachterlike goederen zijn... dat het kapitaal moet opgeheven worden... dat de maatschappij rot is... Gij zegt dat de mensheid een samenraapsel is van schoelies... dat de groten dezer wereld: staatslieden generalen bankiers, rechters, opvoeders, kinderen van den duivel zijn! Dat deze mensheid 'n ongehoord mengelmoes is van beestigheid, wreedheid en ijdelheid!... Gij zegt dat de arbeid, de ontwikkeling, de orde onnutte zaken zijn... en enkel tot slechte doeleinden dienen... dat enkel nog geldt, de zorg voor het ewig leven en het streven naar God!... Gij predikt gelijkheid... broederlikheid... klassengemeenschap, opheffing van den eigendom... precies of al die dingen morgen | |||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||
gingen gebeuren!... Gij zijt 'n vijand van de staat, van het huisgezin... gij zijt... Jongeling... wat hebt gij ter uwer verdediging in te brengen?... Wat is uw doel?... gij verlaat 'n loopbaan... 'n positie... 'n haard... 'n erfdeel... uw vrienden... om 'n vagebond, 'n soort landloper te worden!... Pas op... Wie is die sjarletang die van U 'n kommunist heeft gemaakt? Fransiskus.
- Kristus... (allen springen op behalve de Biskop)
Vader.
- ... Laster niet! Rechter.
- Hoort ge 't? Advokaat
(tranen lachend).
- O, la la!... Wat 'n achteruigang... Gezwoornen
(verwoed).
- Oe!... ahoe!... Rechter.
- Stilte!... (donderslag).
Jongeling... Geloof in hen die meer ondervinding hebben dan gij!... Kristus is gemaakt om als retories figuur gebruikt te worden, niet als voorbeeld!... Hij zal u oordeelen, jongeling, en gij zult het duur betalen uw absurd sisteem met zijn achtenswaardige naam te dekken!... Wat mij betreft, ik verklaar u schuldig van aanslag op de openbare vrede, op de vrijheid van geweten en op de regels der wellevendheid!... Maar Monseigneur zal over uw triestig lot beslechten!... Het woord is aan de verdediging!... Advokaat.
- ... Die van beschuldigde of van klager?... Vader.
- Verdedig mij, ik bid u... bewijs het ongelijk van dit kind. Rechter.
- 'n Beetje vlug... (De advokaat springt op de rug van de gendarm, leidt hem tot voor de rechter, en zo begint hij z'n pleidooi.)
Advokaat
(met menokkel).
- Wat zal ik toevoegen aan verpletterende beschuldigingsakte van rechter?... Zonder gerechtelike welsprekendheid met haren te willen trekken zal ik zeggen dat huidige tijden gunstig zijn voor ontluiking van dergelijke sprookjes van volmaakte maatschappijen!... En nochtans, wat klagen de burgers!... Daar allom neurastenie heerst, vinden dwepers gemakkelik en fanatiek gehoor! Niet de eer van 'n vader dient hier beschermd, maar de zekerheid van 't heelal, mijne heren!... Daar dit jong mens geen ongeletterde is, blijkt hij me des te meer schuldig!... Hoor de stem der openbare mening... Wat eist zij, wat eist de vraak van dit verkracht vader: de strop!... Vader.
- Hee!.. hee!... hee!... Advokaat.
- De strop zeg ik!... Daarbij die dwaas beledigt Kristus!... als hij zich nu nog voorbereidde tot de politiek, zouden wij hem kunnen gelukwensen met zijn handelwijs!... Maar neen!... Krankheid van zinnen, | |||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||
instinkt van verdorvenheid, gevaar. Ik klaag hem aan, die ophitser, die dilettant apostel, die vlegel!... Maar gezien z'n prille jeugd, vraag ik de strop bij verstek... Ik heb gezegd!... (Hij doet de gendarm naar de andere kant van 't tribunaal galoperen, en zonder adem te halen draaft hij door).
Wat zegt hij, dat welsprekend maar venijnig advokaatje?... Gemeenplaatsen Mijnheren! Die jongeling, schuldig?... allons donc!... Er zijn andere zotten en misdadigers ouder ons die men met rust laat!... Die jongen maakt 'n verstandelike krisies door! Hij is oprecht! Hij is het kind van 'n geëvolueerde eew!... Hij heeft edelmoedige gedachten... die men beter aanmoedigen zou... Men moet wel kinds zijn lijk het gerecht zelf, zulke mankende beschuldiging te durven uitbrengen tegen de jeugd!... En die vader!... Wat is dat!... 'n dikke, blèrende zot die meer hoogmoed dan ouderliefde heeft!... Dit prosses houdt niet aan een!... Dit jongmens is demokraat! Zeker, maar hij is 't niet die de demokrasie heeft uitgevonden!... Hij is antimilitarist, zeker, maar hij heeft geen ongelijk, want het zijn de wapenen die de nasies vernielen!... Hij wil eenvoudig leven!... Hij heeft honderdmaal gelijk... onze maatschappij is slap doorweekt van luks en ondeugden!... Z'n redevoeringen!... men leest er ergere in de gazetten... Alles wat ik m'n kliënt verwijt is z'n verwaarloosde kleedij!... Kort en goed!... Deze zaak isbelachelik... Ik eis de strop... voor de vader... Ik heb gezegd!... Vader.
- Help!... help!... (Geroezemoes. De vader wil vluchten. De gezwoornen schrewen. De rechter wiegelt op z'n schommel en belt. De gendarm trappelt. De advokaat springt op de grond en drukt geweldig vader en zoon de hand.)
Rechter
(woedend).
- Mijne heren!... Wat gebeurt er met de rechtvaardigheid in deze zaak!... Het is moeilik vader en zoon allebei te hangen voor twee redenen die paradoksaal zijn om ter meest!... Dat zij het onder hun beide regelen. Ik verklaar de zitting geheven!... Advokaat
(tot de vader van Fransiskus).
- Hoort ge 't? Verstaat u onder mekaar!...
TEGELIJKERTIJD
(Gedurende deze dialoog danst de vader niet, hij is onthutst. Men keert hem de rug toe. Hij ziet z'n zoon met grote droefheid aan.
Hij twijfelt, gaat dan | |||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||
naar hem toe. Franciskus opent de ogen niet.)
Vader
(heersende stem).
- Frans, kom weer... kom in mijn huis... Fransiskus.
- Mijn huis is de hele wereld!... Vader.
- Wat gaat ge doen?... Fransiskus.
- Tot de mensen spreken en hun zeggen mekaar te beminnen... Vader.
- Maar ge zult arm blijven... met die stiel. Ge zult honger lijden... Fransiskus.
- Zo is m'n wil!... Vader.
- Gij zult hier geen enkele vreugd meer hebben!... Fransiskus.
- Ik zal er hebben die niet van deze wereld zijn!... Vader.
- Dat heet het leven verlochenen. Fransiskus.
- Ik verlochen niets als de dood!... Vader.
- En waar zult ge daar mee geraken? Fransiskus.
- Bij God. Vader.
- Frans, luister... ik ben uw vader... ik zal u niet meer kennen... Fransiskus.
- Dan, zal God mij aannemen!... Vader
(geraakt zijn hoofd kwijt).
- In dit geval... is 't gedaan!... gij zult 'n bedelaar zijn... zie! Gij zijt verachterlik!... Fransiskus.
- Ik bezit nog te veel... Ik zal min zijn dan 'n bedelaar!... Ik zal naakt zijn en lijdend en de miserie zal m'n schandemantel weven... (Hij rukt ineens zijn kleed af en z'n romp is mager en vuil.)
(De rechter komt neer van z'n schommel en maakt 'n groepje met de advokaat en de 3 gezwoornen. Zij denken al niet meer aan 't proces. De rechter geeft z'n pak boterkoeken rond. Zij vertellen heel gezellig onbenullige praatjes.)
(Geluiden.)
Ze zijn lekker, die koeken, waar koopt ge die?... Toe neem alsjeblief! Ik hou meer van 'n zedezaak... Die jongen zal z'n weg maken! Zeer mooi pleidooi... fijn! Verstaan ze mekaar al wat? Ik vrees van niet!... Er zijn geen kinderen meer... Als het mijn zoon was!... Nog 'n koekje, alsjeblief? 't Draait verkeerd... Ze zijn precies aan 't kakelen... 't Is 'n zonderling... 't Is tijd om er uit te trekken!... Wat gaat de Biskop zeggen?... Geen spraak van opknoping, natuurlik!... Wat 'n gedacht nog van Kristus te komen spreken!... Gaat dat nog lang duren? Wat doet hij? zie... | |||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||
Vader
(deinst achteruit en gaat naar de rechter toe; hij zwaait met z'n armen en roept gewonnen, verloren. (Hier danst de vader weer.)
Hij is zot!... Ik ken hem niet meer!... Ik onterf hem!... Ik ken hem niet meer!... Rechter.
- Dat men in dat geval het vonnis velle!... Advokaat.
- Dat de kerkelike overheid uitspraak doe! Stilte!... Dat is natuurlik, vermits beschuldigde zich beroept op God!... (Het wordt stil; de Biskop heeft bewogen.)
Rechter.
- Mijne heren... de uitspraak... (Hier houdt muziek en dans op om weer in gang te schieten zo haast Monseigneur en Fransiskus weg zijn.)
(De Biskop gaat naar Fransiskus toe en beziet hem met veel goedheid, Hij neemt z'n juweel- bestikte mantel af en legt hem beschuldigde op de schouder. Dan zonder 'n woord te spreken, neemt hij hem bij de hand en gaat met hem heel langzaam links weg. De vader blijft verstomd. Rechter en advokaat halen de schouders op. De gezwoornen bewegen druk.)
Rechter.
- Onze taak is volbracht... Wat 'n elegante oplossing!... Advokaat.
- Dat is volkomen wat ik uitdrukte in m'n pleidooi! 3 gezwoornen.
- Gelukwensen... gelukwensen... Vader.
- Meneren!... maar wat gaat er nu met mij gebeuren?... (Men luistert niet naar hem.)
Advokaat.
- Wij knopen vandaag dus niemand op?... (Hij gaat weg met de rechter. De gezwoornen volgen en lachen hard. De vader staart naar de plek waar de Biskop en Fransiskus zijn weggegaan.)
Vader.
- M'n zoon!... (Hij herneemt zich.)
Vagebond! Gendarm
(duwt hem buiten).
- Allez burger... als men zich bezig houdt met kinderen te koopen, moet men ze maar kunnen opbrengen!... Uw zoon is 'n vijand van de orde!... Hij heeft veel sjaans!... Ze hadden beter gedaan hem op te hangen!... (Ze zijn buiten.)
DOEK | |||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||
IIDit deel bevat eige bewogen beeldekens uit het godsdienstig leven van Sint Fransiskus.
Het is het ekspressieve deel van het stuk, en 't vraagt 'n groot plasties rietme en 'n voortdurende eenheid voor 't oog. 't Is 'n feest van kleur en woord. | |||||||||||||
Eerste beeldekenHet doek blijft dicht. Het orgel mag zachtekens spelen gedurende dit beeldeken, maar dan zal het slechts 'n gedurige welluidendheid zijn die het verhaal van Fransiskus schraagt.
Daarachter komen de goeie mensen uit het volk, met veelkleurige kostumen. Zij hebben allen grote kartonnen oren, om aan te duiden dat ze goed luisteren naar de woorden van den heilige. In hun hand hebben ze 'n processielantaren.
Fransiskus.
- Gij weet wel, dat ik geen redenaar ben en geen geheugen heb. Mooie zinnen, grote woorden, dat ligt niet in mijnen aard. Als Jezus dorpelingen tegenkwam, dan zij Hij: ‘Goeie dag, bakker, hoe gaat het? 't Is schoon weer niet waar!’ Nochtans Hij had woorden van ewig leven, en dat waren de simpelste. Waarom anders willen spreken dan Onze Lieven Heer. Doddelen mag men, dat geeft niet, want de waarheid vindt haar weg. Wat zou ik geren zwijgen, ik die niets anders weet dan wat God mij heeft gelieve te leren, maar hij heeft mij order gegeven het te herhalen. | |||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||
Vergeef mij als m'n sermoon u verveelt; 't is zoo erg tot anderen te moeten spreken. En 't is zo goed; en daarbij er zijn woorden zo wonderbaar, van goud en zilver, met zo'n zoet geluid... Het evangelie is 'n oud en jong volksliedeke dat ik zou willen zingen op alle wegen, vrolike zang, smartelike zang... maar ik heb geen stem. Ja, ik was liever 'n klein paterke gebleven, op m'n twee knieën!.... Ver weg van de wereld!... Maar uw wil is, o m'n God, dat ik tot de mensen zou spreken; zelfs als ik niets te zeggen weet... dan zal ik hun zeggen dat het schoon weer is, ik zal hun vragen hoe 't gaat!... (Hij hoest.) M'n goeie mensen... ik ken 'n sermoon... dat u de waarheid zal leren zien!... Het begint met 'n zin in 't Latijn... (Hij kijkt naar z'n broerkens die allen verlegen gezichten trekken. Niemand herinnert zich nog de zin.) Maar daar ge geen latijn verstaat, zal ik maar zo beginnen...
Eerst gaan we kennis maken met God... Moest Hij nog levend zijn in z'n menschelik lichaam, dan gingen we natuurlik naar Hem luisteren, op de berg of we gingen naar de vermenigvuldiging der broden!... Hij is levend, maar onzichtbaar!... Hij ziet ons, Hij hoort ons... en wat moet hij wel niet denken van 't sermoon van z'n knechtje Frans!... Enfin, ik zal trachten hem u voor te stellen... (Hij neemt het licht dat het broerke in 't groen geeft.) Licht!... Ziet gij 't Licht?... Beziet het goed! En als het uit is, dan is 't donker. Het licht dat is God... dat is 't goede... Het donker, dat is het kwade... Maar God is 'n licht dat niet kan uitgaan... Wat 'n kostelik goed is het licht voor de aarde, de mensen, de beesten en de planten!... Zonder de zon, de maan en de sterren, zou het leven uitgaan... Zonder het licht van God, gingen de zielen uit! Bewonder het levende licht. Het zuivert, verlicht, verwarmt!...
Dat er in u zij 'n onsterfelijk licht... en dat licht zij God... Dat uw geest 'n dageraad zij... en heel uw leven 'n volle klaarte... Dat uw ziel zij als 'n felle vlam die oplaait!... Bemint het licht, het licht! Gaat tot God en gij zult ingaan tot de klaarte, en hij zal u opheffen tot de uitverkoren vlakten van ongenoemde sterren, en God zal u binnen leiden in 'n doorschijnende stad, 'n zonnig Jeruzalem!.... En dan zult gij lichtjes zijn, volmaakte wezens en alles zal zijn lijk in de Lente!... Loven wij onze zuster het licht!... (Hij geeft het licht terug en neemt de kerk van de armen van het broerken in 't wit.) En om God te vinden, laat ons aan z'n deur gaan kloppen... Ziehier zijn huis... de kerk!... onvernielbaar huis!... armenhuis en huis van kleintjes, huis van alle mensen!... Dit is uw waarachtig tehuis; hier zult gij hemels voedsel vinden, lekkere kost en genezing van alle kwalen, want 't is ook 'n zieken-huis... 't Is het toevluchts-
| |||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||
oordvoor alle levenden, en 't is het woonhuis voor de doden!.... Men mag er wonen, men mag er z'n leed vertellen:.. Er is in dat huis, iemand die u hoort, die u kent, en nooit zult ge vergeefs aan z'n deur kloppen!... Men zal er u niet naar uw naam vragen, niet naar uw rijkdom... men zal er u geven wat niemand bezit; ga in de goede herberg!... Gij betaalt de gastheer met 'n gebed, en ge zult de doornige levensweg verder gaan met moed en vertrouwen!... Loven wij de kerk! (Hij geeft de kerk weer aan 't broerke en neemt het kruis aan van 't broerke in 't groen.) En wat moet men doen om de vriend van God te zijn?... Het kruis kennen!... Het is 'n stuk hout op 'n ander stuk hout, en 't is heel de wetenschap van de wereld!... Het is 'n teken dat men maakt met de hand!... Het is het werktuig van 'n Godsmoord en van de verrijzenis der mensen!... Het is de sleutel die de poorten der ewigheid opent... Zie het kruis, draag het kruis. 't Is de pijler der ewen!... Opent uw armen voor haar en
wees gijzelf 'n kruis... dat het overal zij in uw leven en dat het zij op uw graven. Dit is geen legendariese gedenkenis. 't Is 'n bloedende boom geplant voor ewig, want sindsdien is Kristus gedurig gekruist, en tot het einde der ewen!... Het kruis is levend! Bemint het kruis!... (Hij geeft het kruis terug en neemt het hart aan van 't broerke in 't wit.)
En nu we God kennen, en z'n kerk en z'n kruis, hoe moeten wij tot hem spreken en bidden? (Hij toont het hart.) Met het hart!... Met het hart, hetzelfde hart dat wij in onze borst dragen, dat alle dagen klopt!... Uw arm mensenhart, waar ge zelfs de grote niet van kent... Bemint uw God lijk gij uw kinderkens bemint, uw gerief en uw ouders... Bemint alle mensen, de beesten en de dingen... dat de liefde tot God uw grootste liefde zij... dat de liefde voor de hele wereld uw laatste liefde zij!... Maar bemint u zelve niet. Zijt goed in de vernedering, het lijden; zijt goed in de vrijheid, de vreugde... De wereld zal niet opgeheven worden dan door de liefde, en de volkeren zullen nooit verdraaien zonder de liefde!... En haast u de vensters open te gooien, mensen te zijn van liefde en rechtvaardigheid... want dit is de tijd dat de koninkrijken wankelen... Waartoe dient het, u te geven aan de werken dezer aarde... wat zijn wij tegenover het oneindige? (Hij geeft het hart weer en neemt de doodskop.) Dit!... Zet deze doodskop helmen op, kronen, 'n bril, tooi hem met juwelen... wat 'n akelige grijns! ... brrr... (Hij geeft de doodskop weer en neemt het boek.) Nee... Er is maar één manier om te leven... Men vindt het in de schrift... Ziehier de ewige school!... Gaat ter schole bij Kristus, de zachte meester... (hij geeft het boek weer en neemt het lam.) Gij zijt de zoete schaapjes... Kristus is uw herder... Kristus alleen heeft het recht uw
| |||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||
kudde te leiden... Pas op dat ge u niet laat besturen door wolven!... (Hij geeft het schaapje weer en neemt de bloemen.) En leert van de bloemekens, die kleine bloemekens, de zuiverheid... de beminnelike zuiverheid! Van uw deugden, geestelike bloemen, maak 'n ruiker en offer hem op aan de schepper van deze overheerlike bloemslinger... (Hij geeft de bloemen weer.) Kom goei mensen, gaan we naar de velden, langs de kant van de zon. Gij zult het geheime zwoegen der jaargetijden zien... Gaan we luisteren naar de taal van onze wijze moeder natuur... Ik zal u het geheim der beien vertellen en de geboorte van het graan, en gij zult zien hoe alles schoon is, hoe alles goed is, en gij zult begrijpen welke schatten de uwe zijn, want de aarde is van u als gij haar maar weet te beminnen... en de hemel is van u, als gij weet te bidden!... Kom naar ginds langs de kant van de zon... (Hij gaat weg, gevolgd door de broerkens en het volk; men hoort z'n stem nog:) Loof het leven!... Wordt herboren, velden, ruimten, zielen!... De waarheid is op weg langs de aloude weg! Ziehier het niewe leven... Niewe mensen!... Niewe zielen!... In Kristus wees moedig zeg ik u!... Ga langs de kant van de zon!...
(Z'n stem gaat verloren; het orgel zwijgt) en het doek gaat langzaam open na 'n korte stilte.)
| |||||||||||||
Tweede beeldekenDit is 'n naief landschap, primitief, 'n oud landschap gemaakt voor ogen van kinderen. Alles is warm gekleurd.
Fransiskus komt. Hij is alleen, maar spreekt nog tot de onzichtbare menigte. Spelers: Fransiskus, 4 broerkes, de vogelen.
Fransiskus.
- Eu nu, m'n goeie mensen, laat me wat alleen, dat ik ga naar m'n vriendin, de Eenzaamheid, m'n beminde Eenzaamheid, waarvan ik telkens terugkom met meer vertrouwen, sterker en gelukkiger!... In de samenklank van z'n stilten, vind ik geluiden voor toekomende woorden, en waar kan ik beter m'n gedachten samenrapen dan in de geheime binnenplaatsen van de stilte?... Wie was er eenzamer dan gij, o Kristus, kenner der volkeren? Wie was er stiller dan Gij, o Kristus, met de muzikale mond?... (Hij komt vooruit.) Wijdse, soepele Eenzaamheid, ik ken u, en ik vind u herboren weer... Gij zijt blauw, wit en roos... De insekten tooien u en het gebladerte is u 'n kroon... De geluiden der wereld breken bij uw grens, o stilte, en gij zijt zo volkomen dat ik de bloemen asemen hoor!... In u,
| |||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||
in uwe golven kom ik me reinigen!... Ik ben onder het lieftallige firmament als 'n eerst geboren mens, verwonderd en verrukt, en werkelik, telkens ik u weervind, beminde Eenzaamheid, wordt de wereld herschapen en dat is de eerste zindering van m'n grote vreugde!... Telkens ik u ontdek, beminde stilte, wordt m'n voorhoofd verlicht en m'n lippen vloeibaar... (Hij komt nog vooruit en beschouwt het dekor; gemeten gebaren, liturgies.)
O mijn land, aards paradijs, deze morgen is de genade over u neergekomen!... 't Is 'n eerste kommuniemorgen, en uw beeld draag ik voor altijd onder m'n wenkbrauwen!... Ik zie uw lichte heuvelen, het spel van uw luchten en van de afstanden, en uw paternosters van kleine gekleurde wolkjes, en uw hemel ruisend van klokken en vleugelen... De arme Fransiskus staat er verbaasd van... En alles is wonderbaar voor ogen die opengaan... En ik zie u, mijn land, alsof ik blind geweest ware... (Hij peinst.)
Het zal moeilik zijn godsdienstige gedachten te vinden... en nochtans al wat ik zie is godsdienstiger dan 'n teologies boek... Wat ga ik de mensen zeggen als ik weer bij hen kom?... Kleine vogelkes, kon ik spreken lijk gij zingt... ha... uw zang is onbeperkte lof... Wat zou ik ook graag 'n sermoon hebben dat de mensen verheugen zou... want gij zijt de luide lach der onverstootbare wereld! Kom tot mij, lieve vogeltjes, ik ben uw vriend... gij zijt de eigen vogeltjes van mijn eigen land, en wij verstaan dezelfde taal!... Ik ga preken... Als mijn sermoon vervelend is, overscheew dan m'n stem met uw vele zangen; is het niet zo, zwijg dan, maar zwijg toch zeker niet om me plezier te doen... dat ware de arme Fransiskus bedriegen!... (De vogelen komen in twee groepen, kruisen en blijven stil. Om hen voor te stellen, maakt men twee geschilderde vlakken die men ophangt - vormen van veelkleurige vogels - eerder de geest van vogels, dan hun vormelike afbeelding. Als Fransiskus ze ziet, roept hij in vervoering uit:)
Geest der hemelen, kleine schepseltjes uit alle luchthoogten... miniatuur-wereld!... Pluimen!... zangen!... Wat zijt ge lief, beestjes van God, van zo tot mij te komen... Broze zieltjes, viert den Heer, de grote vogelaar, die elk z'n vlucht en z'n wijs heeft gegeven!... Verheugt u, o gij die het Eden bewoond hebt, en hoop getsjilpt binnen de wanden van de ark van Noë!... Gij zijt de arme, kleine, moedigen der oneindigheid... Gij zijt voorzien tegen de stormen en de boze winter... Uw land is zonder grenzen, lijk dat van de dromen en de gedachten... Gij kent de ren- | |||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||
baan der winden en de welluidendheid der wolken en het vluchtig glijen van de dageraad en de liturgie van den avond! Gij kent de gesprekken der bloemen en hun geur, het licht en de donkerte, de warmte en de kou... O wat goedheid is er in uw nestjes?... Zeg mij het geheim van uw liederen... In welke taal spreekt gij tot uw Schepper? En als gij opstijgt in 't blauw, ziet ge dan nooit de weerschijn van enig hemels landschap, hoort gij dan niet de hemelse koren?... Weet gij langs welke weg de zielen en de gebeden tot God gaan?... Zingt, ijverige beestjes, dat is uw plicht. Wees het ornement van alle dagen! Uit alle kruinen, van alle takken, looft den Heer, die het niet bezielde!... Eer zij de Meester van alle krachten en van het leven! En ik, de arme Fransiskus, ik voeg mijn loflied bij het uwe, want de wereld, de mensen, de beesten en de planten zijn ontsproten uit een zelfde woord van onuitsprekelike liefde en wij zullen weerkeren tot de eerstige schoonheid van God! Verspreidt u naar de vier einders; ga zeggen tot de mensen van verwijderde nasies, dat er maar ene wet is in deze wereld: ‘De wet van de liefde, de wet van God...’ (De 2 vogelvlakken verwijderen zich, snerpend geschuifel, dat mindert. Fransiskus beschouwt de hemel. Dan komen 4 broerkes, zonder de benodigdheden, de rode, de witte, de purpere, de gele; 2 komen er van links en 2 van rechts. Het geschuifel herbegint stijgend. De vier broerkes staan altijd maar den hemel te begapen, elk naar één der windstreken; de twee vogelvlakken komen weer en glijden opniew door de lucht, kruisgewijs. Zij verdwijnen; het geschuifel mindert. - Het orgel dreunt 'n veelstemmig ‘Amen’.)
Fransiskus.
- Broerkes, ik heb tot de vogels gepredikt, en zij hebben naar mij geluisterd... Hoort gij hen? Wat zeggen ze? De 4 broerkes
(in de grondtoon van het orgel).
- Alleluja!... Fransiskus.
- Wat zegt de wind, wat zegt de zee, wat zeggen de vlakten, de bergen en de bossen?... De 4 broerkes.
- Alleluja! Fransiskus.
- Wat zeggen de mensen van goede wil als ze de dag groeten? De 4 broerkes.
- Alleluja! Fransiskus.
- En wij, de arme kleinen, de minnezangers van Kristus, de werklieden der alles-omvattende liefde? Allen.
- Al - le - lu - ja... Alleluja! (Gedurende dit Alleluja draaien de broerkes en heffen de armen op de lettergrepen van woord ‘Alleluja’).
Doek. | |||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||
IIIFioretti-beeldekens.Pantomien met speaker. De Pantomien wordt vóór het gesloten doek gespeeld. Het zijn sientétiese handelingen, voorgebracht onder vorm van gemengde-berichten, uit het leven van Fransiskus. Om de plaats aan te duiden, laat men telkens schrewerige opschriften af tegen het gordijn.
SPELERS: De speaker (een plezante pater), het hoofd van 'n pater. MIEMEN: Fransiskus, de Paus, 'n heel klein broerke, de Duvel, 'n bezeten broeder, 'n burger, 'n sukkeleer, 'n zwarte koning, 'n bangerik, de Wolf. TEGELIJKERTIJD
SpeakerGa naar margenoot+ ('n heel lollige pater komt met 'n dik boek en zet zich op 't voortooneel naar 't publiek toe:)
Zódus als ik gelegenheid heb om uit de keuken weg te ritsen waar ik de soep kook voor 't welzijn van mijn order, lees ik in dit uitstekend boek, dat het leven der heiligen is!... Ziehier het meest wonderbaar boek dat bestaat, 'n buitengewoon boek, de schoonste roman van menselike en goddelike avonturen. 't Loopt over van poëzie en bovennaturlikheid! (hij gaat zitten)... Mijn ambisie zou zijn van ook mijn leven in zo'n boek geschreven te zien... maar men zou b.v. kunnen vertellen... dat ik m'n soep liet aanbranden! 't Is heel moeilijk 'nen heilige te zijn... zelfs 'ne goede kristen... en zelfs 'n heel gewone kristen!... (hij zucht). .. Troosten wij
| |||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||
ons; en lezen wij het stichtende,Ga naar margenoot+ verbazende leven van de vader van onze orde! (Hij zet z'n bril op)...
Dan ging Fransiskus naar Rome bij de Paus! Arme Fransiskus die zelfs geen priester was! Wat ging de H. Vader doen?... Hem wegjagen?... Lachen met die dwaas? En de ‘regel’? Wat hield die ‘regel’ in?... Wat gingen de geleerde teologen zeggen van die schuchtere regel volgoten met de stem van Kristus?...Ga naar margenoot+ Maar zie de Paus leest de regel! Gaat het Vatikaan losbarsten in donder?... Neen... De H. Vader zegt dat men met zulke regel meer rechtvaardigen kan winnen dan de hemel er behouden kan!... Vreugde van Fransiskus! Men luidt de klokken op Sint-Pieter! De kleine schuchtere Heilige wordt de aanvoerder der legers van het geloof!... (hij doet het boek dicht). Dat is schoon!... Nee, ik zal nooit niet naar Rome gaan!... Enfin, er moeten net zoo goed lelike paters zijn,Ga naar margenoot+ als dat er heiligen moeten zijn!... (hij bladert in 't boek). Dit is 'n aandoenlijke historie!... Luistert! Er was eens 'n ongelukkige broeder (onweer in de verte)... door de duvel (hij zet z'n kap op)..Ga naar margenoot+
de geniepige duvel achtervolgd... 'n Vrede duvel was dat, de grootste schobbejak uit de hel!...
| |||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||
Op zekere dag, zat hij achter de broeder en mishandelde hem verschrikkelik!... De broeder dacht dat het met hem gedaan was en met z'n ziel!... Maar hij heeft de kracht om Fransiskus te roepen! Fransiskus, die 1,000 mijlen van daar was,Ga naar margenoot+ verschijnt plots! Schrik van de duvel die de broeder los laat! Fransiskus vet de duvel af, en de duvel gaat beschaamd lopen! De broeder is gered! Fransiskus helpt hem recht en brengt hem wankelend weer naar 't klooster, onfeilbaar toevluchtsoord!... (Hij doet z'n kap af)... Ik zweet ervan!...
Dat maakt altijd 'n koddige indruk,Ga naar margenoot+ die duvel-histories!... (Hij bladert verder)... O!... ik hou meer van voorbeeldige geschiedenisjes!... Wat is er meer ontroerend dan dat verhaal waar Fransiskus bedelt langs de straten!...Ga naar margenoot+
Wat 'n vernedering!... Wat 'n verheffing!.. Men houdt hem voor de zot, men geeft hem raad. En hij krijgt 'n stukske brood, hij krijgt ook veel scheldwoorden. Hij legt de scheldwoorden tussen zijn brood in plaats van boter en dat is 'n uitmuntende Fransiskaanse boterham!... Helaas, meestal zijn het nog de armen die hem 'n aalmoes geven! Fransiskus weet dat ook dat Kristus ellendig was; | |||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||
waarom zou hij blozen! Hij wil tonen dat het nutteloos is z'n leven te wijden aan stoffelike zaken,Ga naar margenoot+ en dat de Voorzienigheid waakt over de belangen van de honden langs de straat en van de arme heiligen!... (Hij doet het boek dicht)... En zeggen dat mijn broeders van geen aangebrande soep willen weten!...Ga naar margenoot+ De H. Fransiskus was zo lekker niet! (Hij zoekt in 't boek)... Wat is dat spannend!... De kleine broeder Fransiskus steekt de zee over!... Hij gaat naar Afrika...... Zal men hem opeten?..... De drieste missionaris komt in 'n onbekende wereld!... En zie hij bevalt die dikke barbaren, en de zwarte koning weent hete tranen als hij 't verhaal hoort van de goede Jezus die op 't kruis gestorven is voor alle mensen, ook voor de negers!... En weldra straalt er 'n witte kerk in de woestijn en de klok doet de wilden zwijgen. Men gooit de lelike afgoden weg!.... Macht van de kleine broeder Fransiskus die Kristus doet trioemferen aan de uiteinden der wereld!........ (Hij doet het boek toe)... Wat zou ik dat ook geren doen!... Maar de zwarte koning zou ik simpelkes in 'ne ketel gestopt hebben...... en ik zou 'n martelaar geworden zijn!......Ga naar margenoot+
Wat ben ik nu ineens droefgeestig! (hij bladert
| |||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||
verder)... Ha!... Hier is de wolf!... Luistert!...
'n Verschrikkelike wolf maakte de streek onveilig!......Ga naar margenoot+ 'n grimmige, monsterachtige wolf!...... Wat 'n bloed-bad!... De lieden die de mirakelen van Fransiskus kennen, gaan naar hem en zeggen: Broederke, gij hebt macht over de beesten, doe die wolf uitscheiden!... En Fransiskus gaat in het hol van de wolf!... Iedereen bidt voor hem, want ieder is zeker dat-ie niet zal terugkomen!... Die wolf is het beeld van de zonde die de zielen verslindt!...... Daar staan Fransiskus en het beest tegenover mekaar!.... Ik beef er van!...Ga naar margenoot+ Neen, 'n gebaar is voldoende. De wolf gaat achteruit!... Fransiskus zegt hem te gaan liggen. Hij gehoorzaamt. Fransiskus geeft hem een sermoon. De wolf schreit, vol berouw: En weldra gaan de heilige en de wolf er samen van door, tot verbazing van alleman, en de wolf leeft 'n heel ordentelik leven!... (hij slaat het boek toe)... 't Is ongeloof lik!..... (hij bladert weer)... Maar er is nog 'n schoner verhaal!... En aandoenlijk men kan nie meer...... Luistert......Ga naar margenoot+ (Het hoofd van 'n pater komt tusschen de koelissen en roept):
De Pater... Broeder kok... de soep brandt aan! De lollige pater... aï, aï, aï! (hij springt recht).
| |||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||
Ik ging juist 't schoonste verhaal lezen... dat van de trouwfeest!... (Hij loopt weg al roepend)...
wat is dat... 'n beetje soep... vergeleken bij het leven van 'n heilige!... Soep!... Steekt daar nu 'n ideaal in!... in soep!...... Het opschrift wordt omhoog getrokken. Orgelmuziekbegeleiding. Het doek gaat open...
Hierna komt het vierde beeldeken dat de geestelike bruiloft is van Fransiskus met de blijde Armoe.
DOEK
|
|