Vlaamsche Arbeid. Jaargang 16(1926)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 343] [p. 343] Madonna GOD is klein in haar armen: het kind besmeurde zich en ge tilde het uit het slijk juist toen de schilder voorbijkwam. het bestraffend met onnoozele woordjes zat gij op den drempel. voor den donkeren man hadt gij niets dan de zon in uw haar en den aanblik van het kind spartelend op uw schoot. Gij - de moeder van zeven schavuiten, de vrouw van een gelukszoeker die uw eer voor een borrel verkoopt aan den kroegbaas! God is klein in haar armen: het venster dat uitziet naar deze wereld draagt rozen het kind houdt als een appel blinkend en rond de voltooide aarde. Gij gaat door het duister en geeft u gij hebt geen naam. God is klein in haar armen: het kind krijt van ongeduld uw handen verlangen naar ledigheid de schilder trekt sidderend het aureool rond uw hoofd. Roel Houwink. Vorige Volgende