Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15

[p. 6]

Stilstand op aanvraag

SCHARLAKEN leed
in malle mantel
narrenkleed
op dolledans der dingen en milde mijmerij
Gods brauw is de strenge welving der brugbogen
hal van vertroosting heilig en onbewogen.

Vreemde zendeling in zotskap en pij
treed aan met ons en maak drinkgelag
wij schenden de vree onzer zielen
die zindelik zijn als een zaterdag.

Rinkeling van karnavalbellen rond de baziliek
bombantie en mystiek
zijn mengelingen
van nachtrabauwen die hosannah zingen.

Jacht door pracht wijl treurviolen
met fijne smart doorrijgen het wezenhuis der dromen
leven van gloed en zonde
rol door riolen
meegedreven gekke giertij
oeverloos
holle hoos
laat dit vrak omstuwen
maar Heer, mijn toeverlaat, ontwar het kokasse kluwen
waar ik moog' uitmonden
langs ondergrondbanen naar het hoge licht
dat kome onze ziel het wankel kleihuis majestatelik omdomen.

Maar paarse pijnen
wandelen in en uit de modemagazijnen
modellen onbruikbaar voor modeshow.
Een ledepop knakt over de toonbank.
Dit is het sein voor het groot breakdown.

O wil herrijzen almachtige clown
afgronden zijn onder u bij de dans op het slappe touw wee de val te pletter
een aangefloten goalguetter
heeft doel gemist en ogen liggen diep: verlaten voetbalvelden.

[p. 7]

 

Dool dool dool

 

fosforressens farandool

 

Parijs poel

 

gekrioel

 

ritmenrilling raterslang

 

omwentel mijn leden, prent de felle giftbeet in mijn vlees.

 

Vervoering slaat alle gorgels hees.

 

O, neergaan in gezang!

 

Knipper van de metro geef geen acht doe stil voort

 

doorheen het ticket werd mijn hart doorboord.

 

 

 

Victor J. Brunclair.