Vlaamsche Arbeid. Jaargang 7(1912)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Aan Tullia Tullia, wij zijn twee boomen Die Herfst gescheiden hiel', Wijl 't droog geblaêrt, als zooveel droomen, Eenzaam van hun takken viel. Maar de oude, kaal-bevonden tronken, Als Lente's sap door hen weêr spoedt, Stellen weelger bloei ten pronke Dan jeugdger boom vermoedt. Zij spreiden hunne wijde twijgen - Rond en vol is al hun kroon - Tot hun takken samen-neigen Tot één gestrengeld schoon: Want één bloei is aller bloeien Onverdeeld - Onverdeeld als zonnegloeien En Liefde's diepste weeld. - Tullia, wij zijn twee boomen, Door eigen bloei vergaârd Tot één oogst van puurste droomen, Uit vroegren nood gespaard. F.V. Toussaint van Boelaere Vorige Volgende