Vlaamsche Arbeid. Jaargang 5(1909)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 376] [p. 376] Oktobermorgen. De morgen was nog vol van blauwe lucht. Een enkle wolk als eene stille trotsche zwaan. Ik wandel eenzaam door de diepe laan - De trots en vreugde van het grijs gehucht. De klokken luien uit het ver gehucht. Het zware boom-volk ziet zoo vreemd mij aan. Een stage val van blaren. Droef gerucht, Alsof een geest-in-donkre-schaduw zucht Om al de dingen, die nu sterven gaan. O diepe weemoed van Oktoberweg! Ik kan mijn ziel dit éene woord slechts noemen: 't Gaat al voorbij. De Winter nadert ras. Daar breekt een zonne-golf door struik en heg! De dorre blaren worden gouden bloemen. En even dacht ik, dat 't weer Lente was. Fr. Christinus Kops O.F.M. Vorige Volgende