Vlaamsche Arbeid. Jaargang 5(1909)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 176] [p. 176] De Viool in de Nacht Nu bloeit om mij de wijde heil'ge nacht. De hemel lijkt wel donkerblauw fluweel. Een vogel fluit in 't verre tuin-prieel. De sterren fonklen in hun zilverpracht. De hooge boomen langs de kloostergracht Bewegen even in wat windgespeel. En daar opééns weerklinkt een kunstnaarsveel. Langs 't donkre water vloeit een diepe klacht. Is daar een mensch, die veel geleden heeft? Is daar een hart, door weinigen verstaan? Hoe wordt mijn hart, zoo diep nu aangedaan! En in mijn handen ligt mijn hoofd, dat beeft. En met de zachte klanken bid ik mee: ‘Heer, geef dat eenzaam hart uw vree, uw vree!’ Fr. Chr. Kops O.F.M. Vorige Volgende