Vlaamsche Arbeid. Jaargang 5(1909)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 175] [p. 175] Wie zal ik nooden? Wie zal ik nooden Aan mijn stille disch? De luchters branden Vol geheimenis. De klokken luien, Is het al zoo laat? God weet, wie eenzaam Langs mijn vensters gaat. De vruchten blozen Op de zilvren schaal, De bloemen geuren Door de wijde zaal. De hooge kelken Staan gevuld met wijn. Glimt reeds de morgen Achter 't zwaar gordijn? Wie zal ik nooden Aan mijn stille disch? De luchters branden Vol geheimenis. Fr. Chr. Kops O.F.M. Vorige Volgende