Vlaamsche Arbeid. Jaargang 4(1908)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Zonne-hymne O goud-geblâerde bloeme in de blauwe hemel-gaarden! o gulden-gulpend vier, dat blendend over d' aarde, en door de luchten luwt, - o lentig liefdelicht, - o Zonne! Uw zachten zoen is dreelend langs mijn wangen, mijn ziel ruischt van uw kleerte-zangen, en is U toe-gericht!... Gij, goud-gelokte Goodin, brengster van wonne-weelden, Is niet de bloem verheugd, die uwe stralen streelden? Is niet mijn oog verblijd, dat uwe glorie zag? O liefde-licht, en zonne-zoen, en luwzaam-levend Leven, mijn wezen zingt, en zindert bij den al-zachten zegen, van dezen klaren dag!... O zomer-zoel Geluk, door d'azuren kleerte-steden, komt ge als een zonne-hymne, naar mij toe-gerezen, en geene zang is blank als uwen lichten lach!... O luister en lust uw liefde te loven, te leven in uwe licht-luwte, bij 't wijd-zalig beven van 't droomenzoet gedacht! En ben ik niet een schaal ten boorde vol-geschonken? Heb ik niet licht en klank voor d'eeuwigheid gedronken? Ben ik niet ziels-beroesd van levens-vrij geneucht? Ben ik niet als een tuin vol zinderlichte zangen? en ligt dees Morgen niet hel-klaar voor mijne gangen vol dertele lachens-vreugd?... Gij al-moeder Zon, bezalig mijn vreugddorstig wezen, doorzing mij, doorbeef mij met uw al-dreelend streelen, doortril mij met 't wonder van uw weeldrige wonne;... O eeuwige Zonne! - drenk nu de wachtende eerde, en laaf nu mijn ziel, met uw zinderende kleerte, o lichtende Wonne, o eeuwige Zonne!... O Liefde!... 1906 Gust. Van Roosbroeck Vorige Volgende