Muziek
Jos. Van Hoof. - Vier Liederen op teksten van Giza Ritchl.
Kent ge zijnen kop?
Stoer is hij niet, noch sprekend geduimd in den klei, maar eerder fijnlijnig, melankolisch-bevallig, 'lijk een dier moewe hoofden die we zien op de doeken der primitieve Florentijnen. Op zijn bewegelijk, nerveus-bleek gelaat spiegelen zijn innerlijke emoties weêr, beter en kleerder, dan 't u zijn kortgebroken zinnen en wat-heesche stem kunnen bedieden. En beter dan zijn scherp-geteekenden, zinnelijken mond, zijn zijn donker-starende oogen sprekend. Als hij iets zegt, dan glinsteren ze 'lijk een vlam vliers, maar somtijds ook droomen ze in weeken weemoed vaag naar ongekende nevelverten weg.
Een grooten levenswil en... onvoldanigheid, een betrachten vol stugheid en... een moewheid, een innerlijke smertgenegentheid en bijblijvenden weemoed ligt in die vreemde kinderblikken.
En als ik - den avond is zacht in teeder-geele rust - dees vier gezangen hoor in peersche tonen en half-befloersde akkoorden, een diep-innigen zang, dan denk ik aan zijn oogen, die 'lijk zijn ziel en 'lijk dees liederen, liggen vol schemerdiepten en halve lichtglanzen... En ik weet dat dees kunst een bloeisel uit hem-zelven is, eene werkelijke uiting van zijn innig wezen, rechtzinnig en onmogelijk-anders daar gezet, op die eenigst-juiste manier. Och kom me dan niet praten over den traditioneelen vorm van het lied, of over het gewaagde en gedurfde van sommige tonaliteiten, en kwinten, en kwarten, - of over die sluitingen, die maar niet op den vijfden toontrap te rusten komen!
Hij vat dees liederen thematisch op, in plaats van melodisch, omdat zijn gevoel intuïtief die versterkte expressie vroeg. (Een nieuwe baan voor het kunstlied?)
Ten andere, dat hij het volkslied traditioneel te behandelen weet, als den besten, bewijzen zijn bekroonde liederen sindsdien verschenen: Ik heb u lief - Er kwam - Drinkliedeken - Strijdkreet - Standaardlied.
Maar meer nog, voor mij, spreekt hij zijn-zelven vollediglijk uit in zijn vroegere Giza-Ritchl-liederen.
En omdat hij iemand is die iets schoons uit te spreken heeft, en omdat hij dit doet krachtig in zijn eigen spraak, zonder flauwzinnige nabauwing, daarom stel ik hem hoog als artiest en boven de lamme bend van officiëele en quasi-officiëele toon-knutselaars.
V.R.