Vlaamsche Arbeid. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Rust De zee van mijn gedacht is wijd en roerloos onbewogen; ik voel mij vredig, stil en goed en alle leed onttogen. Maar aan den einder rijzen weer de beelden en de baren en d'hoogvloed van gedachten komt aan mij weer opgevaren. Ze rijzen wild en ongetemd en alle rust is henen. Het zilvertintelend drooge zand is onder schuim verdwenen. o 't Zilvertintelen van mijn hoofd, geluk van niet meer lijden, gedachteloos, en zoel doorwaaid, van ongekend verblijden. Maar in den menschen-geest, zoo groot, en langs de verre stranden, geen rust en duren kan en hoort: de verre wateren branden. Jozef Muls Vorige Volgende