De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 7
(1894)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–
[pagina 173]
| |
IIDe morgen is licht,
en de avond - vèr:
‘Komt avond, hij komt wel
met maan of ster;
voeten, die ijlen,
zijn dan licht moe;
oogen, die schijnen,
vallen dan toe;
lippen, die lachen,
willen dan rust....’
Nacht is een sprookje,
nu zonne hen kust.
| |
IIIEn als de avond is, en zonne gaat,
en de Nacht dan, stil en zeker, komt,
staan wij als kindren met angstig gelaat,
staan wij als kindren verstomd.
|
|