nevel en zon dankt hij zijn schoonste inspiraties.
Niet à la mode der romantiekers! Tegenstelling van mist en zon, van damp en licht in hetzelfde werk, moet men bij hem niet zoeken. Aan waanwijs filozofeeren doet deze eenvoudige, kerngezonde, meer door de zinnen dan door het intellekt levende, genietende en scheppende volksjongen niet mee... Hij geeft zich naïefweg zóo als hij is, volkomen vrij van de allergeringste poze, wars van alle gezochtheid en aanstellerij. Goedvlaamsch, goedrond, nu eens meer, dan eens minder gelukkig in het weergeven van het geziene en gesmaakte, altijd oprecht, altijd zich zelf.
En treffend is het, hoe de indruk, welken zijn schilderijen op ons te weeg brengen, getrouw met die eenvoudige, steeds reine zinnelijkheid overeenkomt. De impressie, welke wij van die in nevel gehulde rivieren of weiden of bosschen meenemen, is zuiver zinnelijk op haar beurt. Fysisch, als 't ware op de huid, niet intellektueel, daarbinnen in het hersenweefsel, niet eens zedelijk, in het gemoed, doet zij zich gevoelen. Zijn beste mistjes doen meer bibberen dan droomen; men krijgt er kou van, maar niet het spleen.
En is dat niet - vat het nu op zooals gij wilt - goedvlaamsch, goedrond éens te meer?
Zoo ook nú weer. De werkelijk mooie schilderijen op deze tentoonstelling zijn, benevens een Herfstwoud, dat doet denken aan de beste dingen van Coosemans, en een drietal vooral degelijk bestudeerde stadsgezichten als Te Veere en Te Ieperen, de stukken die tot titel dragen: Stofregen, Avond op Zee, Na den Regen, Oktober, alle effekten van mist en vocht, en dan - schilderijen van helderheid en vreugd - De Molen te Hamme en De Polder te Lillo.
En zie, sta nu even vóor deze zoneffektjes. Dat mooie, levendige groen van het weigras, dat vroolijke gebladerte, die diepblauwe hemel, hier en daar met een speelziek wolkje, donzig als wol, het baadt alles in licht en gloed. Licht en warmte stralen er u formeel, voelbaar, uit tegen, en doen in u het verlangen opkomen, om u te koesteren, te warmen. Gij voelt u lichamelijk verblijd, fysisch gelukkig.
Materieel? - Als gij het zoo nemen wilt! Doch alsdan materialisme van goed allooi, dichterlijk en rein, verheffend en veredelend, nimmer gemeen of brutaal.
Ik geef deze kleine karakteristiek gaarne voor een beter. Oprecht heb ik getracht, het essentieele van Meijers' kunst te doen uitkomen; wie er een andere heeft, late ze hooren.
De doktoren van het vittersgild vragen even het woord?
't Is waar ook....
Of in Meijers' tentoonstelling alles even schoon was? Och, nee, evenmin als in elke andere! Aan kleinzielig vlekjesbekijken wensch ik echter niet mee te doen.
Wellicht hadde Meijers beter gedaan, een klein aantalletje van de nu bijeenverzamelde stukken voor zich alleen te houden. Doch, zie nu, wat het oordeel der menschen waard is! Juist deze minder artistieke werken vonden bereidwillige koopers, en hadden ook déze.... smaakvolle lieden dan geen recht op.... voldoening!?
En zoo had hier dan ieder, de kenner, en ook die andere, de in schijven gekonfeite filister, zijn aandeel in de geboden vreugde. - En, gut, de artist zelf ook!
Pol de Mont.