Droom
Op een eenzame heide sta ik alleen, een droevig lusteloos man. Rondom in de stilte zinkt de avond uit een dikke grauwe lucht, die laag hangt over het bruine heideland. Slechts een streepje rood, weenend rood glimt somber in het westen.
Ik sta hoog op een heuvel en rondom liggen andere heuvels, donker zwart in den avond, donker lijnend tegen de lucht, wild lijnend in 't rond. In diepe dalen slapen duistere zwarte dennewouden en witte zandvlekken schemeren heel ver in de vallende grijsheid.
En in mij komt het op als een plotselinge openbaring: ‘dat is het beloofde land mijner droomen! dat is de werkelijkheid! dat de naakte barre waarheid van het leven als al de illusiën zijn gevallen in het niet.’ En ik zie het duidelijk en alle hoop is gevloden van mij.
Ook ik had mijn liefde: zij had gefladderd voor mijn oogen als een kleurige lichtende wondervogel, zingend van een mooi land waar hij wilde wonen en beminnen. Doch, toen ik hem volgde, kwamen er kille winden, die waaiden uit een sombere wolk. En de winden hebben hem gedood, levenloos lichteloos is hij gevallen in duisternis.
Ook ik had het zaligmakende gevoel der schoonheid, en ik voelde in mij het leven der schoonheid, het tooverde fijne prachtvlinders, praalvleugelend bekoorlijk om mij rond in jeugdigen zomerglans en ik had er mijn behagen aan. Maar weer kwamen de kille winden, zij doodden de vlinders en ik zag ze sterven zonder smart, ik stond alleen inziend de ijdelheid aller dingen.
Ik had nog driften: zij vlamden en schitterden, en ik meende, dat zij mij zouden schenken de warmte des levens. Doch zij brandden, ik voelde mij zinken in den brand en heb ze gebluscht met mijn bloed. Toen meende ik te vinden dat geluk, dat de wijzen belooven, dat land van lente en lommer en zoelen sluimervrede. Doch te vergeefs! ik vond grijze gevoelloosheid. ik vond dit sombere barre heideland dat om mij ligt.
En turend naar de roode streep, die weg glimt aan den horizon, droom ik van een andere wereld, van de koele kalmte der zwakheid, het genot van een stervend mensch.
Em. Erens.