Ook een... Oordeel. - Uit de Jeune Belgique, no 8, 1893, bl. 323, schrijven wij letterlijk over:
‘Le Mont Blanc jugé par M. Perrichon:
‘Il restera de l'oeuvre immense de Hugo un tout petit livre de choix, quelques vers peut-être, qui attesteront auprès des générations futures la gloire du Grand Poète et l'homme de notre siècle.’
C'est signé Frantz Foulon et c'est extrait de Feuille d'Échos, nouvelle revue belge illustrée. -
Nil mirari, zeiden de Ouden, en vooral op ónze dagen is die spreuk van kracht.
Hoe vindt gij zoo 'n dwergmensch, lezers? De dichter van Légende des Siècles, van La Fin de Satan, van Cromwell en Hernani, van de Chansons des Rues et des Bois, van Notre Dame de Paris, enz., enz., enz., gevonnist, en dan nog met welke blijkbare toegevendheid! door... zoo 'n medewerkertje aan een Feuille d'Échos...
Waarlijk, er zijn lieden...
Zet die twee namen eens naast elkaar, vriend zetter van de Vlaamsche School, en vergis u niet in de keuze der letter, zóo-óo-óo:
FRANTZ FOULON, - Victor Hugo!!!
Conscience. - Ook op dézen te smalen is in de mode, kómt meer en meer in de mode.
‘Conscience,... hoogstens nog goed voor oude wijfjes of vakerige kleinen...’
‘Conscience, heel wel op zijn plaats op het boekenrek van zoo 'n pensionairtje van 12 à 16 jaar, en dan nog...’
‘Conscience,... een gelukkig half- of kwarttalent; kwam juist op zijn uur; rond hem niemand, zoo was hij iemand, ofschoon het...’
‘Conscience dit... Conscience dat...
Geen kunst!... Ziekelijkheid!... Sentimentalisme!... Platheid en banaliteit... Pfui! Dat bestaat immers niet, Conscience!’
Kent gij dat stemmetje, lezer?
Hebt gij deze antiphoon tot vervelens toe gehoord?
Verachterden, die - ondanks alle gezwets - den lieven verteller van Blinde Roza, Rikke-tikke-tak, De Loteling, Moeder Job, den kranigen historieschilder van Jakob van Artevelde en De Kerels trouw bleven, lezen, om zich te troosten, de van liefde en bewondering getuigende bladzijden, aan Conscience gewijd door niemand minder dan den dichter van Les Fusillés de Malines en La nouvelle Carthage, Georges Eeckhoud, in zijn Cycle Patibulaire, bl. 117-150, onder den titel: Communion nostalgique, transposition d'un air connu.
Eeckhout is niet blind voor de gebreken van den volksdichter, doch ook voor zijn hoedanigheden heeft hij oog.
Een eenvoudig verkort navertellen van Rikke-tikke-tak is hem genoeg, om... Conscience's verdiensten in het licht te stellen en den geest zijner werken mee.
Moge Eeckhoud's woord velen tot inkeer brengen: ‘Conscience! Ne blasphémez pas ce nom, jeune homme! Vous ignorez l'oeuvre de ce génie, de ce bon génie de notre Flandre!’
Illustraties van Nederlandsche Artisten. - Zien, in Elsevier's Maandschrift, afleveringen 8 en 9, de kranige soldatentypen en militaire tooneelen van Hoynck v. Papendrecht bij een opstel van kolonel de Bas, getiteld: Eeuwfeest der rijdende Artillerie.
Geestig ook, in nr 8, de krabbels en krarikaturen van Henricus bij het verhaal: Een Badkuur bij Pastoor Kneipp. Vol observatie en meer dan éens vol karakter!
Heel merkwaardig, van denzelfden, op bl. 207, de volle bladzij-teekening Lohengrin van Elsa scheidend, behandeld in den trant van een geteekend vitrail, uiterst aardig opgevat en habiel gedaan.