Tolrechten en kunstbelangen
Hoezeer de bespreking van tolrechten, vrijhandel en beschermwetten ook buiten ons bestek liggen, komt het niet ongepast voor, hier eenige zeer juiste bedenkingen over te nemen uit de Fédération artistique, nopens den invloed welke eene nieuwe overeenkomst met Frankrijk op onze kunstbelangen zou hebben, indien ons land het Fransche protectionnism moest beantwoorden met langs zijnen kant inkomrechten te stellen op de kunstvoorwerpen.
Daarin ligt misschien het eenig middel, zegt bedoeld blad, om de artistieke zelfstandigheid bij ons te doen herleven, de nijverheidskunsten op te beuren, een nieuwen spoorslag aan de Belgische boekdrukkunst te geven, in een woord om het gevoel van nationaliteit herop te wekken, dat zoo deerlijk ingeslapen is sedert wij een onafhankelijk land zijn geworden.
Sedert 60 jaar, ondergaan wij den Franschen invloed, met licht harte, met onze bewilliging; maar wat goeds heeft hij voor onze kunsten gehad? Hoegenaamd geen, hij deed ons integendeel groot kwaad, hij was ons noodlottig.
Onze kunstenaars hebben door het toedoen der Franschen, bijna allen hun zelfstandig kunstbegrip verloren; onze schrijvers zien hunne werken minachten door hunne landgenooten, wier smaak op de hier binnenstormende Fransche romans is afgericht; onze toonzetters, zelfs onze beste, moeten hier kwijnen, daar de Fransche operas zich geheel en al van ons tooneel hebben meester gemaakt, terwijl de