Sterfgevallen
De Fransche beeldhouwer Augustin Louis Marie Ottin, is te Parijs overleden den 8n December in zijn 79e jaar. Zijn hoofdwerk is de groep: Polyphem verrassende Acis en Galatea, aan de Medicis fontein in den Jardin du palais de Luxembourg.
De beeldhouwer Joseph Edgar Böhm, is den 12n December in den ouderdom van 56 jaat te Londen overleden. Böhm, van Weenen geboortig, was zoon van den medaliesteker J.D. Böhm, bestuurder der munt. Na zich in de kunst zijns vaders geoefend te hebben legde hij zich meer bepaaldelijk op de beeldhouwkunst toe, trok in 1859 naar Parijs en zette zich eindelijk in 1862 te Londen neer, waar hij door talrijke bestellingen der koninklijke familie vereerd werd. Zijne bijzonderste werken zijn de marmeren beelden van Koningin Victoria, van Koning Leopold I van België, en van Keizer Frederik, in het kasteel van Windsor; het bronzen ruiterbeeld van den prins van Wales voor Bombay; het standbeeld van Veldmaarschalk Sir John Burgoyne, op de Waterlooplaats te Londen, en het grafmonument der groothertogin Alice in Damstadt.
Alexander Robert, leeraar bij de Koninklijke Academie der Schoone Kunsten van Brussel, lid der Academie van België, overleed op Zaterdag 13 December, in den ouderdom van 70 jaar. De schilderijen van dezen meester munten uit door zachtheid van licht en kleur, oogstreelende schakeering van tonen en golving der lijnen. Zij treffen meer door het bevallige van het uiterlijke dan zij aangrijpen door eenige innerlijke gewaarwording, die zij bij den toeschouwer doen ontstaan. De portretten van Robert verworven hem de meeste vermaardheid. Dit van M. Van Soust, dat te Parijs tentoongesteld werd, genoot zeer veel bijval. Dit beeld beviel zoo zeer den hertog van Morny, een fijnen kenner, dat hij ook zijn conterfeitsel van den Belgischen kunstenaar verlangde. Robert leefde afgezonderd van de kunst, of liever van de kunstenaarsbeweging, en zulks is waarschijnlijk oorzaak dat aan zijn talent niet meer luidruchtige hulde gebracht werd; en ook misschien dat hij tot het einde van zijn leven zich zelve gebleven is, en in denzelfden trant schilderde als over jaren. Robert was officier der Leopoldsorde.
De Fransche aquarellenschilder Eug. Lami, een leerling van Horace Vernet, is den 19n December in zijn 91 jaar, te Parijs overleden.
Op 30 December overleed te Antwerpen in den jeugdigen ouderdom van 24 jaren, de heer Jan-Joris Mulder, agregaatleeraar, oud-voorzitter van het Taalminnend Studentengenootschap 't Zal wel gaan van Gent, en bestuurlid der Antwerpsche afdeeling van het Willems Fonds. Als voorzitter van 't Zal wel gaan heeft hij onder de Gentsche studenten, als overtuigd voorstaander der Vlaamsche Beweging en als goedhartig jongeling heeft bij al zijne Antwerpsche bekenden de beste herinneringen gelaten.
De geschiedenisschilder, Prof.-August Kaselowsky, is te Berlijn overleden op 4 Januari in zijn 81e levensjaar.
De beeldhouwer Eugène Delaplanche, is den 11n Januari te Parijs, in den ouderdom van 55 jaren, overleden; tusschen de werken die hem beroemd maakten, worden genoemd: Eva na de zondenval en de Liefdesboodschap, beiden in het ‘Musée du Luxembourg,’ eene H. Agnes en het Beeld der Muziek. Zijn laatste groot werk is een marmeren grafmonument van den aartsbisschop Donnet, van Bordeaux, voor de hoofdkerk dezer stad.
De Fransche dierenschilder Emile Marcke, een leerling van Troyon, is in het begin van dit jaar te Hyères, département du Var, op 63jarigen leeftijd overleden.
Heinrich Schliemann, beroemd om zijne opgravingen in Griekenland en Klein-Azië, is te Napels overleden op 68 jarigen ouderdom. Volgens een laatste schrijven van wijlen Schliemann zijn thans de muren van Pergamon (het oude Troja) geheel ontgraven; die muren hebben eene hoogte gehad van 20 meters. Vier groote poorten werden daarin ontdekt. Van de benedenstad kon men, hoewel met 70 werklieden en drie spoorbanen voortdurend aan het wegruimen van het puin werd gewerkt, tot nu toe slechts weinig blootleggen, daar de puinmassa's tot 30 voet diep zijn. Het uitgraven, reinigen en photographeeren van de muren der huizen heeft veel tijd gekost. Schliemann staakte de werkzaamheden den 1n Augustus en wilde in Maart 1891 daarmede werder beginnen. De opgravingen van Schliemann hebben zeer belangrijke uitslagen opgeleverd; hij heeft die in onderscheidene werken beschreven.
Octave Feuillet, de vermaarde roman- en tooneelschrijver, lid der Fransche Academie, overleed te Parijs in zijn 78e jaar.
De Deensche toondichter Niels W. Gade overleed te Kopenhagen op 73 jarigen ouderdom.
De schilder H.A. de Pratere, oud-professor bij de Academie en bij de Nijverheidschool te Kortrijk, overleed aldaar in den ouderdom van 75 jaar.