De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 3

Kroniek

Nederlandsche Zang. Het comiteit tot bevordering van den Nederlandschen zang, liet dezer dagen weer drie nummers verschijnen: (N^o 9, 10 en 11) Het woud, gedicht van Pol Anri, muziek van Gustaaf van Hoey; Zoo ge wilt voer ik u mede, gedicht van Pol de Mont, muziek van Willem de Haan; Lente-wandellied, gedicht van J. Vuylsteke, muziek van Frans de Coninck.

- Behoud van teekeningen. Vele middelen worden aangewend om teekeningen tegen elke beschadiging, vooral door vrijving ontstaan, te vrijwaren. De meeste beantwoorden niet aan de verwachting, daar zij gewoonlijk het te bewaren voorwerp niet in zijnen oorspronkelijken staat laten. De Moniteur industriel meent de volgende behandeling te mogen aanbevelen: Men spreidt de teekening uit op eene glazen ruit en overdekt ze alzoo met eene laag collodion, juist zooals men eene photografische plaat behandelt; bij de collodion moet 2 ten 100 parafine gevoegd worden. Na eene halve uur is de collodion volkomen droog, en dan bevrijdt hij de teekening, zelf tegen het afwasschen met water.

- Prijs Godecharle. Bij koninklijk besluit werden wijzigingen gebracht aan de voorschriften, welke de laureaten van den prijs Godecharle naleven moeten. Het verblijf te Rome wordt bepaald tot het eerste jaar van het pension. De reizen in de andere landen van Europa mogen binnen

[p. 67]

het derde jaar gedaan worden. Aan de beeldhouwers is het toegelaten de voorgeschreven kopij te vervangen door een oorspronkelijk werk.

Antwerpen. Bij gelegenheid der wereldtentoonstelling van Parijs, werd de heer Frans Lamorinière benoemd tot officier van het eerelegioen. Wij wenschen den gevierden meester geluk met deze onderscheiding, die der Vlaamsche Kunstschool eenen nieuwen luister bijzet.

- De heer Hendrik Altenrath, bestuurder der Nijverheidschool van Antwerpen, heeft eene weêrwacht ingericht, in de Transvaalstraat, 19, en laat een maandelijksch bulletijn verschijnen van de waarnemingen, betreffende de luchtgesteltenis, iederen dag ten 8 uren 's morgens gedaan.

Brussel. Ziehier de samenstelling der commissie, gelast met de inrichting der driejaarlijksche tentoonstelling van Schoone Kunsten te Brussel in 1890: HH. Acker, bouwmeester; Buls, burgemeester; Coosemans, schilder; Danse, graveur; Deckers, beeldhouwer; de Groot, beeldhouwer; Juliaan de Vriendt, schilder; de Lalaing, schilder: Desenfants, beeldhouwer; Drion, beeldhouwer; Hennebicq, schilder; Leclercq, inspecteur der Schoone Kunsten; Lybaert, schilder; Maeterlinck, schilder; Mellery, schilder; Pauli, bouwmeester; Robie, schilder; Schadde, bouwmeester; van Kuyck, schilder; van Hove, schilder; van der Ouderaa, schilder. De commissie zal haren voorzitter en tweeden voorzitter kiezen. W. Stienon neemt het ambt waar van schrijver.

- Naar wij vernemen werd Frans Courtens, onze beroemde schilder, benoemd tot officier van het orde van St.-Michiel van Beieren.

- Het XIV^e salon van l'Essor, waarvan de inrichting moest verschoven worden omdat de zalen van het Museum ingenomen was door de tentoonstelling van portretten der meester dezer eeuw, zal op Zaterdag 10 Mei aanstaande, ten 3 uren, geopend worden.

Luik. De Luiksche afdeeling der Société Certrale d'Architecture, opent op Zondag 12 Mei, in de zaal van l'Emulation, eene tentoonstelling voor bouwkunst en versierende kunsten. Een gedeelte dier tentoonstelling zal de voortbrengselen bevatten der kunstenaars uit de eerste helft dezer eeuw, en eene vergelijking toelaten tusschen die werken en die der hedendaagsche meesters, welke, zoo wij vernemen, er in groot getal deel zullen aan nemen.

Middelburg. Onze kunstenaars genieten zeer veel bijval in eene tentoonstelling sedert den 2ⁿ April in deze stad gehouden. 23 Belgische schilders stuurden er gewrochten heen, en weinige dagen na de opening van het salon hadden Mejufvrouwen Georgette Meunier en Emma Ronner, en de Heeren E. Delperée, E. de Schampheleer, D. Oyens, G. Portielje en Frans van Leemputten reeds schilderijen verkocht.

Parijs. Op 22 Februari ll. had op de begraafplaats Père-Lachaise te Parijs, de plechtige onthulling plaats van het gedenkteeken op het graf van den Franschen schilder Paul Baudry, door zijne vereerders en vrienden opgericht. Het borstbeeld van den afgestorvene, in brons gegoten naar een model van Paul Dubois, bevindt zich op een verheven voetstuk voor eenen, in halven kring afgeronden achterwand; daarboven zweeft een gevleugeld vrouwenbeeld, eenen loverkrans in de hand houdend; het is de verpersoonlijking van den roem, die op de onsterfelijkheid wijst. Dit beeld, de getrouwe vertolking in beeldwerk van de figuur voorkomende op Baudry's beroemde schildering in het verbrekingshof: De verheerlijking der wet voorstellende, is eveneens in brons gegoten, volgens het model van den beeldhouwer A. Mercier. Het voetstuk verheft zich boven eene grafstede waarop eene gansch in rouwgewaad gehulde vrouwengestalte leunt, terwijl zij in treurige houding de linkerhand vóor het aangezicht houdt. Dit bronzen beeld werd ook naar een model van Mercier gegoten. Het bouwkundig gedeelte is het werk van den bouwmeester Ambroise Baudry, broeder van den overledene. Zooals men ziet werkten aan dit gedenkteeken, buiten den bronsgieter, een bouwmeester en twee beeldhouwers, die dan nog in hun werk, als eene eerbiedige en vrome hulde aan den afgestorvene, gebruik maakten van eene zijner scheppingen, en hem als het ware, als posthume medewerker deden optreden. Die samenwerking van bouwmeesters en beeldhouwers, zelf voor werken van minderen omvang, is zeer algemeen in Frankrijk zoowel als in Duitschland en levert doorgaans den besten uitslag op, omdat aldus de eigenaardige hoedanigheden van kunstenaars der twee hoofdvakken het werk volledigen.

Weenen. Munkaczy heeft eene nieuwe schilderij ‘Apotheose van de Renaissance’ vervaardigd, bestemd voor het Weener hofmuseum voor kunstgeschiedenis, die in den Parijschen Salon van dit jaar zal tentoongesteld worden. De schilderij stelt een door zuilen gedragen koepel voor. De genius van den roem met een lauwertwijg in de hand, zweeft naar beneden. In eene loggia zit paus Julius II bouwplannen te onderzoeken. In de plafondschildering van den koepel zien wij in het midden Tiziano, die zijne scholieren onderricht geeft. Rechts, geleund tegen een borstwering staat Michel Angelo. Raphaël treedt van links op den voorgrond, steunend op Leonardo da Vinci. Verder naar voren, werkt Paulo Veronese aan een schildersezel. De schilderij is 15 m. hoog en 10 m. breed; 22 figuren komen erop voor.