Toonkunde
IIe Concert van den ‘Cercle Artistique’
Gemengder program kan men zich bijna niet voorstellen wanneer men onder vele anderen, J.S. Bach, Verdi, Rubinstein, Piccini, Haydn en Gabriel Fauré te samen ontmoet, en toch schijnt die bonte mengeling voor velen hare eigenaardigheid te hebben, die niet onaangenaam is. Men proeft amandelen, gember, rozijnen, ananas, noten (zoete natuurlijk), druiven en perziken, kortom allerlei sappig en droog fruit dooreen, en daar er legio smaken zijn, is het niet onwaarschijnlijk grooten aftrek te vinden met het aangebodene. De gustibus non est disputandum.
Mevrouw Friede Gourevitch, M.J. Seghers en M.J. Nahon hadden hunne welwillende medewerking verleend, waardoor het concert werkelijk zeer goed geslaagd is. De beleefdheid zou misschien eerst eene beoordeeling van de zangeres eischen, doch verschooning vragend, hond ik mij eerst liever met de heeren bezig.
M. Seghers is liefhebber - cellist, - ik was eigentlijk geneigd te zeggen: is kunstenaar die heet te liefhebberen, doch bij iedere beoordeeling die men links en rechts opvangt op zulk eenen avond, klinkt u onophoudelijk het woord: amateur! in de ooren, met goedgunstig hoofdknikken en wel voldaan handwrijven gepaard; ik moet dus wel aannemen dat zulks de juiste term is. M. Seghers liefhebbert dan als een kunstenaar; hij weet zijn instrument schoonen toon te ontlokken en speelde het concerto van Goltermann op kranige wijze, ook volgens het oordeel der toehoorders, die geene toejuichingen spaarden.
M. Nahon is hoboïst, eerste prijs (met onderscheiding), Conservatorium Brussel. Dat deze heer fijn, afgewerkt, glashelder speelde, behoeft niet gezegd te worden; hobo solo's echter, zonder eenige andere begeleiding dan klavier.... hm!... Eerst en vooral is hobo een orkestinstrument; dat men hiermede eens uit de rol treedt en hooren doet wat men zoo ongeveer op de hobo alleen, spelen kan, laat het onmisbare van orkester-omgeving des te meer uitschijnen; evenals bij de baspijp, die tot dezelfde familie behoort, is het teweeg brengen van eigenaardige kleur, de hoofdbestemming van dit speeltuig.
Mevrouw Gourevitch heeft eene buitengewoon krachtige stem, die echter aan buigzaamheid te wenschen laat: de forte's zijn bij haar bijna voortdurend; piano's pianissimo's en mezza voce's uiterst zeldzaam; lag dit misschien aan de keuze der voorgedragen nummers? De toejuichingen waren daverend en langdurend, hetgeen ik mij veroorloof hoofdzakelijk toe te schrijven aan de eigenaardige schoonheid van mevrouw Gourevitch. Heeren die anders zich niet gaarne vermoeien met de uiting van verdiend huldebetoon, zag ik nu in eene soort extase, hetgeen mij eens te meer bewijst dat het eene dwaasheid is naar behaalde toejuichingen de waarde eener kunstuiting te beoordeelen. Eene dergelijke opmerking betreffend het succes der koor- en orkest-voordrachten. Een menuet van Boccherini voor orkest, hetgeen mij sterk aan muggengegons deed denken, werd gebisseerd, terwijl een schoon aria voor strijkers en twee klarinetten van J.S. Bach, hetwelk prachtig werd uitgevoerd, een koud onthaal genoot.
Gabriel Fauré's heerlijk madrigaal voor gemengd koor werd even flauw ontvangen als het jachtkoor uit Didon, en toch zullen alle muziekkenners en kunstenaars in hun binnenste den heer Jan Blockx hartelijk danken, met Fauré's meesterlijk werkje, zóó meesterlijk vertolkt, te hebben mogen kennis maken; of ik mij gaarne daarbij aansluit!
27 December 1889.
Gerrit A.A. Wagner.