Lodewijk Hendrix
Lodewijk Hendrix werd geboren te Peer in Limburg, in het jaar 1827. Hij genoot zijne eerste kunstopleiding in de Koninklijke Academie van Antwerpen, en zijn levensloop was eenvoudig en kalm, zooals 's mans karakter geweest is. Van de eerste stappen, die hij waagde op de kunstenaarsbaan, legde hij zich toe op het beoefenen der godsdienstige schildering, en hij heeft in dit vak eene onbetwiste vermaardheid verworven. De statiën uit de parochiale kerk van Groningen tellen tusschen de vroegste gewrochten van beteekenis door den schilder geleverd; en, munten zij niet uit door buitengewone vinding of aangrijpende samenstelling, toch laten zij reeds den behendigen teekenaar, den zorgvuldigen afwerker van lateren tijd vermoeden. De elfde statie van den kruisweg van Sint-Andries kerk te Antwerpen, is ook het werk van Hendrix. Een portret van Deken Janssens, dat zich in het seminarie van Rysenburg bevindt, dagteekent van hetzelfde tijdstip, en onderscheidt zich door eene krachtige en stoute behandeling.
Ziedaar de bijzonderste werken uit het eerste tijdvak van schilders loopbaan.
Korts nadien onderging Hendrix den invloed van Leys; hij begreep de pogingen door dezen meester aangewend, om onze nationale kunst weder tot haar oorspronkelijk karakter terug te brengen, en bewonderde met hem de grootheid der werken van onze oude Vlaamsche meesters; hij maakte zich de geheimen hunner kunst eigen, zonder ze daarom slaafsch na te volgen. Het was overigens door zijne persoonlijke neigingen en zijne overtuiging, zoowel als door den aard der onderwerpen, die hij bij voorkeur behandelde, dat hij aangespoord werd de meesterwerken uit de xive en xve eeuwen nader te bestudeeren.
De godvruchtige eenvoud, de verhevenheid en de natuurlijkheid dier gewrochten, maakten eenen diepen indruk op zijn gemoed, en lieten zichtbare sporen na in zijne latere werken.
Van Hendrix' hand zijn de vier eerste en de drie laatste statiën van den kruisweg uit de H. Sacramentskapel van O.-L.-Vrouwe-kerk te Antwerpen; de paneelen mogen, wat samenstelling, teekening, coloriet en vooral uitdrukking betreft, onder de beste hedendaagsche godsdienstige schilderijen gerekend worden. Doch, Hendrix' meesterstuk bevindt zich in dezelfde kerk, in de derde kapel links van den omgang. Het zijn de twee luiken van het altaar van St.-Jozef, zij stellen voor: Paus Pius IX beschermd door St.-Pieter, en de toewijding van België aan St. Jozef. Die paneelen onderscheiden zich door eene breede teekening, door de statige houding der voorgestelde personagen en door een warm en glansrijk coloriet. De versiering van gansch die kapel is overigens het werk van Hendrix, in zoover dat hij er de plans van leverde, en dat het altaar en de glasraam volgens zijne opgaven uitgevoerd werden.
Ook in St.-Jozef-kerk van Antwerpen, prijkt een kruisweg van Hendrix, bestaande uit veertien merkwaardige muurschilderingen, die met den bouwtrant en de verdere versiering van den tempel een schoon geheel vormen, en het belangrijkste werk van den meester uitmaken.
Buiten die schilderijen moeten nog de volgende als merkwaardige voortbrengselen van den meester vermeld worden: De vier Marias (dit stuk, behandeld in den trant der meesters uit het begin der xvie eeuw, wordt door sommige kenners voor des kunstenaars meesterstuk gehouden), in het bezit van den heer Heirman van Wyneghem; Sint Franciscus van Assisen. eigendom van den heer Fr. Desguin; St. Alfons van Liguori, in de kerk der Redemptoristen; O.-L. Vrouw van Goeden Raad, eigendom van den heer Flor. Legrelle; eene Mater dolorosa, van den heer A. van de Put; eene H. Maagd aan den voet des Kruises; en eindelijk een groot drieluik, met familieportretten versierd, waarvan de heer Baron van Bethune, deken der Gilde van Sint Thomas en Sint Lucas te Gent, de eigenaar is.
Nog een aantal andere zijner schilderijen van minderen omvang, pronken in kloosters en kerken van Holland en Duitschland en van ons land, onder anderen te Scherpenheuvel, Esschen, Penthy, Ophem en Wynegem.
Hendrix was, in den vollen zin des woords, een kristelijke kunstenaar en een godvruchtig mensch, die begeestering zocht en vond, niet alleen in het beschouwen der meesterwerken van vroegeren tijd; maar ook in het doorgronden der kerkelijke schriften. Zijne werken waren alzoo de weerspiegeling der indrukken en der gevoelens, die hij opdeed in zijne studiën en in zijne overwegingen; daarom bezitten zij zulk innig godsdienstig karakter.
Lodewijk Hendrix was ridder der Leopolds-orde en der orde van St.-Gregorius den Groote; resideerend lid der Koninklijke maatschappij ter aanmoediging der Schoone Kunsten; lid der kunstcommissie van O.-L.-Vrouwen-kerk en van St.-Jozef-kerk, enz., enz.; hij heeft aan de kunst en aan de stad Antwerpen uitstekende diensten bewezen, in zijne hoedanigheid van briefwisselend lid der Koninklijke Commissie van monumenten, van den bestuurraad van het Museum van schilderijen en van dit van oudheidkunde.
Langzaam begaven 's mans krachten hem op het einde van zijn leven, en hij sloot zacht de oogen voor eeuwig, op 22 September 1888. De ter aarde bestelling geschiedde zonder pracht noch praal, in overeenstemming met de eenvoudige zeden en inborst van den afgestorvene. Hij werd naar zijne laatste rustplaats begeleid door eenige getrouwe vrienden.