terugkeerde, werd hij door den bouwmeester van het stadhuis, den heer Lesueur, gelast met he versieren van twaalf
![illustratie](_vla010188901ill0019.gif)
Mevrouw de gravin de Mercy-Argenteau, door A. Cabanel
gewelfbogen voor de groote zaal, en het schilderen van de zinnebeelden der maanden in de zaal der Cariatiden, bestaande uit twaalf paneelen en vier-en-twintig hoekstukken.
Die gewrochten, welke in den brand van het stadhuis, tijdens de Commune, in 1871 vernield werden, hadden de bewondering opgewekt van Paul Delaroche, die er in gelukte, den jongen meester eene nieuwe bestelling te bezorgen; dank aan zijne tusschenkomst, werd Cabanel gelast met het daarstellen der Verheerlijking van Saint-Louis; die schilderij wordt in het Musée du Luxembourg bewaard.
Dagelijks nam de bijval toe, dien de jonge schilder genoot en, niet alleen door zijne geschiedkundige samenstellingen, maar ook door het schilderen van portretten muntte hij uit. Het portret van Miss Mary Leiter van Washington, dit van wijlen den bouwmeester Armand, en eindelijk dit van Mevrouw van Loon, van Amsterdam. Zijn Michel Ange, zijn Othello, zijn Boniface en Aglaé, die zich bevonden in de wereldtentoonstelling van Parijs, in 1857, evenals zijn Verloren Paradijs en zijne Geboorte van Venus, die nu in het Musée du Luxembourg prijkt, brachten er niet minder toe bij, den naam van Cabanel, wereldberoemd te maken.
In de laatste driejaarlijksche tentoonstelling der Antwerpsche Maatschappij ter aanmoediging der Schoone Kunsten, bewonderde men drie der gewrochten van Cabanel.
Tusschen de voorname werken van den meester, kunnen nog de volgende genoemd worden: De eerste Verrukking van Joannes den Dooper (1871), de Sulamite uit het Hooglied, Thamar, Lucretia, de Geschiedenis van St-Louis (1878), de Zegetocht van Flora, voor het Florapaviljoen der Tuileries, Phèdre (1880), Rebecca en Eliezer, de Bruiloft van Tobias (1881), eene Patriciërsvrouw van Venetië (1882), Portia, de Koopman van Venetië (1884), de Dochter van Jephte (1885), de Portretten van den Stichter en de Stichtster van de Zusterkens der Armen (1886), eene Cleopatra (1887), en een aantal portretten, waaronder dit van Napoleon III.
Cabanel mag aanzien worden als een der ware meesters van de hedendaagsche schilderkunst, meester niet alleen omdat hij al de geheimen zijner kunst bezat, maar ook omdat hij door zijn voorbeeld en door zijn onderwijs aan het hoofd eener school stond. De gewrochten, die hij leverde, zoowel als de lessen die hij gaf, brachten er toe bij, zijnen naam roemrijk te maken, gansch de wereld door.
Grondige kennis der schoonheidsleer en eene buitengewone vakkunde, stonden zijnen verheven geest ten dienste, en lieten hem toe zijne gewrochten, zoo edel van stijl als