Boekbeoordeeling.
Het gebruik onzer taal in strafrechterlijke zaken, door A. Pauwels.
De brochuur, door den heer A. Pauwels onder bovenstaanden titel in het licht gezonden, bevat een warm pleidooi, ten voordeele van het nieuwe wetsontwerp van den volksvertegenwoordiger Coremans, betrekkelijk het Vlaamsch voor de rechtbanken. De heer Pauwels is een jong student in de rechten bij de hoogeschool van Leuven; hij belooft een hartstochtelijk kampvechter te worden, voor de onmiskenbare en toch miskende rechten van den Vlaamschen volksstam. Ook drukken wij hier de hoop uit, dat hij in zijne grootsche taak moge welslagen.
Doch niet alleen in rechterlijke zaken, maar ook onder verschillende andere opzichten, in het leger zoowel als in het onderwijs, enz. enz., staan de Vlamingen op den achtergrond, en dat komt dewijl er nooit andere dan halve maatregelen zijn genomen, welke dan nog niet rechtzinnig werden toegepast. De boom der Waalsche ongerechtigheden is zoo groeizaam en heeft zulke sterke takken, dat wanneer er, met veel kracht inspanning, één is afgehakt, er weldra een andere weelderig uitschiet. Om al het onrecht te verhelpen, zou men de bijl aan den wortel moeten slaan en, zoodoende, het kwaad in zijnen oorsprong uitroeien; maar daartoe ware de aanneming van het volgende wetsontwerp noodzakelijk:
‘Gezien dat de Vlaming sedert het jaar 1830, een paria is in zijn eigen land;
Dat hij van alle staatsambten is uitgesloten, dewijl in België alles op eene Fransche leest is geschoeid;
Overwegende dat de grootere helft der bevolking van het land uit Vlaamschsprekenden bestaat;
Dat deze ten minste zooveel recht hebben als hunne Waalsche broeders,
Besluit:
Te rekenen van het jaar 1895 zullen er geene hoegenaamde staatsambten meer mogen vergeven worden, zoomin in het Waalsche als in het Vlaamsche gedeelte van België, dan aan personen, welke de beide talen grondig kennen en daarin een voldoende examen hebben afgelegd.’