De Vlaamsche School. Jaargang 33
(1887)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet laatste doctoraat in de rechten
|
Prins:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wapendrager:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jongelingen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bevelhebber:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vaandrager:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onderbevelhebber:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ruiters:
|
Aan het hoofd der rijbende stapten de trompetters en de
timbalslagers, de speellieden der stad en de speellieden der hoogeschool. De uitnoodigingen werden verricht bij de stedelijke overheid, bij de hoogeschool, bij de leden der dekenij, bij de abten van Sinte-Geertruide, Perk en Vlierbeek, alsmede bij den heer Brenart, rentmeester der domeinen des keizers in het kwartier van Leuven.
Rond den avond bracht de stoet onzen van Billoen naar het slot van Heverlé, alwaar hij op de minzaamste wijze ontvangen werd door den hertog van Arenberg, groot voorstander van letteren, wetenschappen en kunsten, die een hoog belang stelde in den bloei der Leuvensche hoogeschool. De gansche bevolking had zich naar het zoo aangename Heverlé begeven, om den stoet te zien doortrekken.
Des anderendaags, 9 Juli, van den vroegen morgen, was de stad opgepropt van vreemdelingen, toegestroomd om de plechtigheid bij te wonen.
De praalstoet vormde zich opnieuw in den morgen, en bracht Philips van Billoen, onder het spelen der muziek en het gejuich der menigte, naar de Halle. Rond den middag had de plechtigheid plaats, in de groote zaal der hoogeschool. Aldaar werd van Billoen, door den rector magnificus, Peeter-Joseph van Gobbelschroy, regent der pedagogie de Lelie, kanunnik der cathedraal van Doornik, met de doctorale eereteekens bekleed, te weten: den rooden schabrak, de gouden halsketen, den gouden ring en de roode bonnet. De plechtigheid werd door de tegenwoordigheid van drie afgevaardigden der staten van Brabant vereerd.
Van de Halle, werd de nieuwe doctor, in stoet, naar de hoofdkerk van Sint-Peeter gebracht. Achter hem volgden de leden der hoogeschool, de wethouders van Leuven en de overige genoodigden. Na door den graaf de Baillet, proost van Sint-Peeter en kanselier der hoogeschool, in den doctoralen graad bevestigd te zijn geworden, werd hij naar het college der H. Drievuldigheid gebracht, alwaar hij leerling was geweest, en alwaar er een kostelijk gastmaal plaats had. Aan dit banket werden er redevoeringen uitgesproken, gezondheidsdronken ingesteld, liedekens gezongen en muziekstukken uitgevoerd. 's Avonds was de gansche stad verlicht.
Des anderendaags ontving de nieuwe doctor de leerlingen in de rechten, die deel gemaakt hadden van de rijbende, op een prachtig noenmaal, in het college der H. Drievuldigheid. Op dit noenmaal waren zijne bloedverwanten en zijne vrienden aanwezig. Des avonds had er, ter Halle, een luisterrijk bal plaats, waar de voornaamste familiën van Leuven deel aan namen. Gedurende twee dagen hadden de feestklokken en de beiaard niet opgehouden zich te laten hooren.
Ter gelegenheid van het doctoraat van Philips van Billoen, werd er, te Leuven, bij den drukker J.-P.-G. Michel, prope Praemonstratense collegium, een bundel Latijnsche en Fransche verzen uitgegeven, onder den volgenden titel:
phILIppUs Van bILLoen
pagI bertheMIensIs, In
fILIo LoVanIensI
reDIVIVUs,
Clarissimo viro domino
Philippo Engelberto
van Billoen.
Lovan.
SS. canonum professori ordinario,
juris utriusque doctori
IX Julii MDCCXCIII.
Behalve deze Latijnsche en Fransche verzen, werden er ter eere van den doctor ook Vlaamsche gedichten uitgegeven. Een dezer stukken is ons in de hand gekomen. Wij laten het hier volgen:
aen phILIppUs engeLbertUs Van bILLoen
VerMaerDen en VerheVen Wetz-Leeraer.
Deze verzen hebben vast niet veel om 't lijf. Zij bewijzen opnieuw, dat men, in die dagen, te Leuven, meer prijs stelde op een welgelukt jaarschrift, dan op een goed vers.
Philips van Billoen werd hoogleeraar ad digesta.
De man was van zijne leerlingen zeer bemind en zijne lessen werden met ijver gevolgd.
De Franschen kwamen voor de tweede maal te Leuven binnen, den 15n Juli 1794. Twee dagen daarna eischte de volksvertegenwoordiger Laurent van de stad eene schatting van een millioen; die proconsul eischte dezelfde som van de hoogeschool. Daar het geld, dat toen raar was, niet dadelijk binnen kwam, deed hij op eenen nacht negen hoogleeraren van hun bed halen, onder geleide van gendarmen, naar Brussel voeren, en aldaar op de Hallepoort gevangen zetten. Vervolgens werden zij naar het slot van Peronne vervoerd, alwaar zij vijftien maanden in hechtenis bleven. Onder deze gijzelaars bevond zich onze van Billoen. De overige weggevoerde hoogleeraren waren: pater Herffs, predikheer, en Van Gils, van de faculteit der godgeleerd heid; Nelis, van Gobbelschroy en de Bruyn, van de faculteit der rechten; van der Belen en Vounck, van de faculteit van geneeskunde.
In de jaren 1795 en 1796 bekleedde van Billoen de hooge waardigheid van rector magnificus der hoogeschool. Hij werd van zijnen post beroofd bij de afschaffing der hoogeschool in 1797.
Philips van Billoen was een godsdienstig, geleerd en eenvoudig man. Hij overleed te Leuven, den 17n Juni 1824.
Onze hoogleeraar telde eenen broeder, Jan-Joseph van Billoen, priester, licenciaat in beide de rechten, kanunnik van Sint-Baafs, te Gent, sedert 1781, overleden te Leuven, den 21n September 1819, en eene zuster, Anna-Maria van Billoen, ongehuwd overleden, te Leuven, den 14n Juni 1821.
Na de Fransche omwenteling, bewoonden de gebroeders van Billoen, met hunne zuster, het prachtig huis, met zijnen gevel in blauw arduin, gebouwd door hunne ouders, gestaan in de Eikenstraat, te Leuven. Zeer bemiddelde menschen zijnde, brachten zij hunne dagen over met het verrichten van werken van weldadigheid. Zij werden allen ten kerkhove van het dorp Herent begraven. Een zerk houdt er hunne gedachtenis in aandenken.
De Leuvensche portretschilder Frans Jacquin vervaardigde, ter gelegenheid des doctoraats van Ph. van Billoen, een zinnebeeldig tafereel, vertoonende Themis, houdende in de eene hand het zwaard en in de andere hand de weegschaal. Zij steunt op een wapenschild, dragende tot spreuk: Fortiter et prudenter. Het schild is verdeeld: 1 en 4 van Billoen, 2 en 3 Cantillon. De zuil, waarop Themis gezeten is, draagt het volgende opschrift:
Clarissimus Dominus
Philippus Engelbertus
van Billoen
Lovaniensis, J.U. Doctor
et SS. Canonum Professor
ordinarius, die 9 Julii 1793.
In het verschiet ontwaart men een gezicht der stad Leuven. Dit schilderstuk maakt deel van onze kleine verzameling.
Leuven, Januari 1887.
Ed. van Even.
Dat wat wij reeds langen tijd achter ons waanden, leeren wij dikwerf eerst op lateren leeftijd kennen en begrijpen.
- voetnoot(1)
- Het doctoraat veroorzaakte altijd groote kosten voor ontvangsten en gastmalen, welke door den bevorderde moesten gedragen worden.
- voetnoot(1)
- Zoon van eenen wijnsteker. Deze man behield geheel zijn leven den bijnaam van Prins. Hij was niet bekend dan onder de benaming van Prins Lowet.