Onafhankelijke kunst.
Onder die benaming (art indépendant) werden op 12 Maart een aantal schilderstukken tentoongesteld in het Paleis voor Kunsten, Nijverheid en Koophandel te Antwerpen.
Het doel der stichters van die nieuwe vereeniging schijnt te zijn, zich los te maken van alle overlevering en, volgens hunne meening, verouderde wetten en regels; dus het vormen eener nieuwe school, het scheppen eener nieuwe kunst.
Doch, om eene nieuwe kunst te scheppen, behoeft er gansch wat anders en wat meer dan het voornemen daartoe, en veel stoutmoedigheid. Hij, die slechts een nieuwen kunstvorm wil daarstellen, iets wat verre is van eene nieuwe kunst te zijn, dient eerst en vooral doordrongen te wezen van al de wetten, die de vroegere kunst tot leiddraad dienden of er het uitvloeisel van waren. Het is eerst na jaren studie, beoefening, ervaring en vooral herbeginnen, dat hij tot zijn doel kan geraken. Hij moet een buitengewoon genie zijn, en met ongemeene geesteskracht begaafd, om nog in den vollen bloei van zijn leven de verwezenlijking zijner droomen te zien. Ontbreekt die kennis, ontbreekt dat genie, ontbreekt dat geestesvermogen, dan zal hij niet den minsten invloed op de kunst uitoefenen; en bezit hij die, dan zal hij overtuigd zijn dat, wanneer er van de schoolsche geleerdheid veel af te doen is, als men tot meester is opgewassen en de kracht bezit om zijne persoonlijkheid te doen gelden, er toch zulke regels, zulke wetten bestaan die niet met de voeten getreden mogen worden, omdat de kunst zelve daarmede staat of valt.
Zoo is, voor wat het schilderen betreft, de harmonie der lijn en de harmonie der kleur de hoofdzaak; zonder haar bestaat de kunst niet. Eerst kunnen teekenen en dan kunnen schilderen zal eeuwig de voorwaarde zijn om schilder te worden.
Dat schijnen de voorstanders der nieuwe leer uit het oog verloren te hebben, want weinigen van hen leverden het bewijs, in het een of in het ander vak beslagen te zijn.
Hierop valt niet te antwoorden dat die opmerking verkeerd is, omdat zij uitgaat van het standpunt der oudere leer. De wetten der harmonie of liever gezegd de harmonie zelve (daar de wetten alleen de formuul, de uitdrukking van het gedacht zijn), de harmonie dan, is niet conventioneel, is niet willekeurig; zij is niet het gevolg van de mode of den heerschenden smaak van een tijdvak of van eene school. Zij is onafhankelijk, zij ligt in de natuur, zij is, voor wat den mensch betreft, het gevolg van de samenstelling en de werking zijner zintuigen. Zij is vatbaar voor den minst ingewijde bij de bloemen, de planten en de dieren.
Daar, waar die eerste beginselen blijken miskend of niet gekend te zijn, zou men nutteloos naar eenig waar kunstgewrocht zoeken.
Meer valt er dan ook niet over de voornoemde tentoonstelling gezegd. Alleenlijk kon hier bijgevoegd worden, dat het verwonderlijk is, dat eenige ernstige kunstenaars het niet beneden zich geacht hebben aan die schilderbrasserij deel te nemen. Het is wellicht uit goedjonstigheid. Hun naam heeft althans tot uithangbord gediend om eenige oprechte kunstvrienden naar de zaal te lokken, waar zij, boos om den verloren tijd, zouden van teruggekeerd zijn, indien zij niet het genoegen gesmaakt hadden de kunstgewrochten van bedoelde meesters tusschen dien ganschen boel kladschilderwerk aan te treffen, en ervan te genieten.
P.B.