Tentoonstelling van de Lucasgilde te Mechelen.
Wij maken met ingenomenheid gewag van eene kunsttentoonstelling, die den 25n December 1886 te Mechelen, in de Lakenhalle, werd geopend en open bleef tot in de eerste dagen van Januari. Zij was ingericht door de Lucasgilde van Mechelen, welke kunstenaarsvereeniging den heer W. Geets, bestuurder van de academie te Mechelen, tot voorzitter heeft. De voormelde tentoonstelling verdient des te meer de aandacht, omdat zij zich als veelbelovend voor de toekomst voordeed en een gunstig gedacht geeft van het kunstleven in de aartsbisschoppelijke stad.
Allereerst - eere wien eere toekomt! - melding makende van de inzendingen uit Mechelen, noemen wij van W. Geets eene hoogst zorgvuldig bewerkte schilderij, Alleen, die zijn talent van verschillende zijden doet uitschijnen en door de bezoekers zeer gewaardeerd werd; zulks was insgelijks het geval met het Bloemenstuk, van denzelfden verdienstelijken schilder, en zijne schildering op eene porseleinen schotel, getiteld: De gehalsrechte. De andere inzendingen uit Mechelen waren geschied door mej. M. Andries, De eerste kroon, eene goede teekening naar het leven, en puik geschilderde schotel (Trouwe liefde); mej. A. Bouilly, twee schilderijen die van talent getuigen, eene Krijtverkoopster en Noorweegsch wild; J.B. Coene, een zwierig geschilderd portret en twee schilderijen, die, beide, koopers volden: De zeerob en De luisteraar; C. De Bruyne, Teleurstelling en een geteekend portret; K. Van Geem, verdienstelijk geschilderd fruit; Puls en Mardulijn, twee leerlingen der academie van Mechelen, die veel aanleg betoonen. A. Struys, thans te Mechelen metterwoon gevestigd, had zijn Mosseleter, een krachtig geschilderd stuk, reeds te Antwerpen gezien, tentoongesteld. De nijverheidskunst was mede op de tentoonstelling vertegenwoordigd, onder andere door een fraai paneel van W. Aerts (Mechelen), keurige muurkleeden van Braquenié & co (id.), L. Scheffermeyer (id.), een prachtmeubel, in den stijl der kunstherbloeiing enz. Belangrijke bouwkundige teekeningen waren door twee Mechelsche bouwmeesters tentoongesteld, te weten: van A. Aerts, al de plannen van eene handelsbeurs voor Amsterdam, van A. Van Haesendonck, het volledig ontwerp voor den bouw van eenen schouwburg in eene stad van den tweeden rang. Als besluit, op wat voorgaat, mag worden gezegd, dat de
stad Mechelen op deze eerste tentoonstelling van hare Lucasgilde goed was vertegenwoordigd.
In het geheel, bevatte de tentoonstelling een 80-tal stukken. Verscheidene kunstenaars, uit Brussel, Gent, Antwerpen en elders, hadden werken ingezonden: L. De Paepe (Brussel), 3 stukken, waarbij eene schoone schilderij, Wandeling op het zeestrand te Blankenberghe; J. Dillens, L. Herremans, mej. G. Meunier, H. Staquet, V. Uytterschaut, allen te Brussel, G. Vanaise, te St.-Gillis (Brabant), C. Bosmans en Van de Velde (Brussel), bouwkundige teekeningen, P. Broecke, te Laeken, drie fraaie beeldhouwwerken, L. Mignon (Schaerbeeck), bronswerk; - C. De Cock, G. Denduyts, A. Dael, L. Tydtgat, allen te Gent; - Pickery, uit Brugge; - J. Rosseels, te Dendermonde, drie schilderijen, onder andere een goed gezicht op de heide in April. - Uit Antwerpen: L. Brunin, 2 stukken; E. Claus, dito; E. Chappel; K. Nys; J. Van de Roy, welgetroffene bloemen; P. Van Havermaet, een kinderportret; I. Meyers, drie landschappen; de beeldhouwers A. Van Beurden en J. Weyns, van welken laatste een Fluitspeler, in gebakken aarde, werd verkocht. - L. Bullerkotten had uit Eykevliet een verdienstelijk Beekgezicht ingezonden.
D.V.S.