Kroniek.
Antwerpen. Aan het museum zijn van verschillende zijde, twee schilderijen te koop aangeboden, die heide Judith voorstellen, terwijl zij Holofornes vermoordt en opgegeven als werken van P.P. Rubens.
Brussel. Programma van de prijsvragen, uitgeschreven door de afdeeling schoone kunsten der koninklijke academie van België voor 1888: a. 1. Hoedanig was de speeltuigkundige samenstelling der muzikanten-gezelschappen, die werden gebezigd door de stedelijke magistraten, door de vorsten en door de ambachtslieden, voornamelijk in de Belgische provinciën, van de xve eeuw tot op het einde van den Spaanschen tijd? Welke soort van muziek werd door deze gezelschappen gespeeld? Waaraan is het toe te schrijven, dat de voor haren dienst gemaakte stukken bijna geheel zijn verdwenen? - 2. Geschiedkundige verhandeling over de pottenbakkerij, onder het oogpunt van de kunst, in onze provinciën, van de xve eeuw tot het einde der xviiie eeuw? - 3. Welken invloed hebben de Belgische beeldhouwers, die sedert de xve eeuw zijn geboren, in Frankrijk uitgeoefend? De werken die zij daar achtergelaten en de leerlingen die zij gevormd hebben opnoemen. - 4. Karaktermatige beschrijving van de Vlaamsche bouwkunst der xvie en xviie eeuw. De gebouwen in de Nederlanden aanwijzen, welke het karakter van die bouwkunst vertoonen. Eene beschouwing van deze gebouwen geven. De uitgeloofde belooningen hebben eene waarde van 1000 fr. voor nr 1, nr 3 en nr 4 en van 800 fr. voor nr 2. De handschriften op de gewone wijze in te zenden (in het Vlaamsch, Fransch of Latijn), vóór 1 Juni 1888, aan den heer secretaris J. Liagre, in het Paleis der Academiën. - b. Bouwkunst. Gevraagd: De plannen, doorsnede en opstand van een lichttoren of vuurbaak, op de schaal van 0m01 per meter; de toren ongeveer 50 meters
hoog, onder de lantaarn, en gebouwd op een terras met zijn toebehooren, woning voor de baakwachters enz. Uitgeloofde belooning: 800 fr. - c. Graveerkunst. Eene belooning van 600 fr. zal worden toegekend aan de beste plaat, sedert 1884 op koper of staal gegraveerd door een Belgisch kunstenaar of een die in België burgerrecht heeft verkregen. De plannen (op ramen gespannen), alsook de gravuren (oningelijst en niet op Chineesch papier getrokken) te bestellen op het secretariaat der academie vóór 1 October 1888.
- De prins van Chimay, minister van buitenlandsche zaken, heeft de volgende oude speeltuigen aan het museum van het muziekconservatorium geschonken: a. twee violen, eene altviool, eene basviool en een groote bas, vervaardigd door den Doornikschen luitmaker Decomble, die een leerling van Stradivarius was; b. eene viool, vervaardigd door den Antwerpschen luitmaker Mattheus Hofman; c. eene zevensnarige knieviool, zoo merkwaardig van maaksel als uitmuntend bewaard, met een strijkstok die dagteekent van uit den tijd toen deze viool werd vervaardigd, die wordt gehouden voor een gewrocht van den beroemden luitmaker Maggini, van Brescia; d. eene kleine basviool van Italiaansch maaksel, den vorm van een vioolbak vertoonende en belangrijk om hare zonderlinge gedaante, benevens eene kinderviool, met haren strijkstok en bak, afkomstig van Karel de Beriot en waarop de gezusters Milanollo hare studiën zijn begonnen.