De Vlaamsche School. Jaargang 32

[p. 115]

Kroniek.

Terechtwijzing. Op blz. 82 staat verkeerdelijk gedrukt 5000 in plaats van 500 fr. voor de schildering van A.G. Leu.

Antwerpen. Frans Simons heeft van 6 tot 13 Juni, 67 door hem gemaakte schilderijen, kosteloos zichtbaar gesteld in de zaal Verlat: zijn werk van de vijf laatste jaren. Allereerst, nemen wij den hoed af voor des kunstenaars noeste vlijt, die zooveel eerbied als waardeering verdient en van welke wij hopen, zoo om zijnentwille als om den wille der kunst, dat zij ook in den vervolge niet moge verflauwen. Aanschouwd in al de uitingen van zijn talent, mag in Simons een schilder worden begroet, die een meester belooft te worden. Hij heeft hart en zin voor de wereld der natuur en de wereld der menschen; zijn gemoed is dichterlijk gestemd en het ontbreekt hem niet aan vinding en evenmin aan vaardigheid in het ambacht der kunst. Hij kan teekenen en heeft kleur. Waar de teekening te wenschen laat, zooals voor den achtergrond van zijne schilderij, die getiteld is Getrouwd, en een bruidspaar voorstelt, hetwelk de kerk verlaat, bij welker deur eene (door den bruidegom?) bedrogene dochter met haar kind staat, daar heeft zich blijkbaar de omstandigheid voorgedaan, dat de schilder niet naar de natuur werkte. Voor het overige, is de samenstelling van Getrouwd zeer verdienstelijk. Van Simons' bekwaamheid in de schildering naar de natuur, getuigden eenige zeer welgetroffen portretten. Wij roemden des schilders vinding en te recht. De afwisseling zijner onderwerpen maakte de beschouwing zijner stukken recht verkwikkelijk. Wij lieten er niet een onbezichtigd. Zonder dat wij aanteekeningen namen, vermelden wij, tusschen de goede schilderijen, die wij van den jongen kunstenaar zagen, De wolf en het lam, Weten of Jan niet en liegt, Bij den haard, Op zijn pintje, Het zieke meisje, Den eenen zijn dood, den anderen zijn brood, Terug naar den stal (maanlicht), Houtzagers, Tweemaal raak (jachttooneel), Aan 't hooien, In de heide, Aan den drenk, Gerokte recensenten, Koeien in de wei, In den beemd, Voor de bui enz.

- Van den zoo verdienstelijken Antwerpschen kunstschilder Jos. Nauwens hebben wij een belangrijk werk te vermelden, onder bijvoeging, dat het eene metterdaad schoone schilderij mag worden genoemd, namelijk een damesportret ten voeten uit. De gelijkenis is treffend. Tevens, als hem het portret werd besteld, ontving de schilder opdracht, om ook zeven hondjes, aan de juffrouw toebehoorende, te zamen met haar af te beelden, in dezelfde lijst. Nauwens heeft deze diertjes op zeer verdienstelijke wijze weergegeven.

- Karel Verlat heeft voor den heer J. Vekemans eene groote schilderij voltooid, voorstellende een Panter die hertegeiten beloert bij avond. Dezelfde schilder legt de laatste hand aan het portret van den heer Th. Smekens, voorzitter van de Antwerpsche rechtbank van eersten aanleg.

- Ter drukkerij J.-E. Buschmann is de eerste aflevering verschenen van eene voortreffelijke uitgaaf, waaraan de heer Paul Buschmann, die niet alleen een goed drukker, maar tevens een bekwaam schrijver en teekenaar is, zijne beste krachten heeft gewijd. Het bedoelde werk, door den heer Paul Buschmann opgesteld in de Vlaamsche en Fransche taal, voert als titel: Vertellingen uit den ouden tijd, en is tot schoolgebruik bestemd, in dezen zin, dat het boek er meer bijzonder is op ingericht, om als prijsboek, ter aanmoediging van vlijt en goed gedrag, te worden uitgereikt. Buschmanns vertellingen zullen hoofdzakelijk een geschiedkundig karakter hebben. Aldus behandelt de vermelde eerste aflevering twee helden uit de vaderlandsche geschiedenis, in den persoon van Jan Breidel en Pieter De Coninc. Zij beslaat 32 bladzijden druks, groot in-quarto, op schoon velijn papier en behelst niet minder dan 7 platen. Zij kost slechts 90 centiemen. Wij vestigen de aandacht van ouders en onderwijzers op deze belangrijke Vertellingen, die den jongen lezers ongetwijfeld zeer aangenaam zullen zijn en voor de ontwikkeling hunner kennis goede vruchten kunnen dragen.

- Stads bibliothecaris, de heer dr. C.J. Hansen, vierde den 1ⁿ Juli zijn 25-jarig jubileum als stedelijk beambte. Er werden hem te dezer gelegenheid een aantal fraaie geschenken aangeboden, waartusschen zijn welgelijkend door P. Van Havermaet geschilderd portret.

- De 9^de tentoonstelling van Als ik kan, tusschen 4 en 11 Juli gehouden, bevatte weer een aantal verdienstelijke schilderijen. Tot de inzenders behoorden F. Adriaenssens, W. Albracht, K. Boland, L. Brunin, E. Chappel, H. De Smeth, P. De Wit, F. Hanno, R. Leigh, H. Luyten (die in een portretstuk, de meeste leden van het schildergenootschap Als ik kan, welgelijkend had afgebeeld), K. Mertens, E. Pieters, Rink, H. Rul, P. Van Engelen, J. Van Snick. Door A. Van Beurden was een goed gipsportret van H. Luyten ingezonden; door J. Brant, twee gegraveerde portretten, waarbij dat van wijlen F. De Braekeleer. Eene schilderij van F. Hanno, Haringen, was voor de verloting bestemd.

Mechelen. Bij A. Tuerlinckx is verschenen: Mina de vondelinge, een boekdeel van 200 bladzijden; prijs: fr. 1.50.

Brussel. Emiel Wauters heeft het levensgroot portret van A. Jamar, gewezen gouverneur van de Nationale Bank, voltooid. Jamar is voorgesteld, zittende aan eene tafel, waarover een kleed ligt uitgespreid. Het portret zal worden gehangen in eene zaal van het banklokaal.

- De teekeningen van de wagens en kleedingen, die er werden gemaakt voor den stoet, welke in de maand Augustus 1885 te Brussel is uitgegaan, ter gelegenheid der 50^ste verjaring van de stichting der ijzeren-wegen in België, zijn voor 3650 fr. door het stadsbestuur aangekocht. Met de koopsom zal eene den stoet voorstellende fries worden bekostigd, waarmede de Beurs zal worden versierd en die de heer A. Heins zal maken.

- 25 Juni is den heere J. de Borchgrave zijn marmeren borstbeeld aangeboden, uitgevoerd door L. Mignon (zie bladzijde 66).

- De afdeeling schoone kunsten der koninklijke academie van België zal in September eene tentoonstelling van oude kunst inrichten, ten bate van de algemeene kas ter ondersteuning van kunstbeoefenaars. Z.M. de koning, die de stichting dezer kas onder zijne hooge bescherming nam, heeft beloofd, zijne schilderijen van oude meesters naar de tentoonstelling te zullen zenden.

Leuven. Den hoogleeraar mgr. Feye is door zijne dankbare leerlingen zijn portret aangeboden, geschilderd door Daels.

Gent. In den tuin, vóór het gerechtshof, is den 20ⁿ Juni het

[p. 116]

standbeeld van den rechtsgeleerde Hippoliet Meldepenningen ingehuldigd, geboren in 1799, gestorven in 1882. Het standbeeld is door Juliaan Dillens, te Brussel, gemaakt.

Hasselt. Verschenen en verkrijgbaar bij den schrijver, Demerstraat, Een engelbewaarder, blijspel door Diederik Speelmans, muziek van Th. Hamoir.

Buitenland.

's-Gravenhage. Verschenen bij Joh. IJkema, de 7^de druk van Hofdijks Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, bijgewerkt tot Mei jl.

Amsterdam. Den 27ⁿ Juni werd in deze stad, in een breeden kring van vrienden en vereerders, op feestelijke wijze de 70^ste verjaardag gevierd van den uitstekenden dichter Willem Jacob Hofdijk, die, te dezer gelegenheid, tot ridder van den Nederlandschen Leeuw en van de Leopoldsorde is benoemd.

- De kunstschilder A.-B.-J. Sterck heeft de kapel van het gesticht Carolus Borromeus versierd met op voornoemden heilige betrekkelijke muurschilderingen, waarvan, onder loffelijke vermelding der uitvoering, de Wetenschappelijke Nederlander, in zijn n^r15, eene volledige beschrijving geeft.

Rome. D^r. Pakscher heeft in de bibliotheek van het Vaticaan het eigenhandig handschrift teruggevonden van Petrarca's sonnetten en canzonen.

Zweden. Z.M. Oscar II, koning van Zweden en Noorwegen, looft een prijs van 1250 Zweedsche kronen uit, voor de schrijvers van de twee beste studiën over de Geschiedenis der Semitische talen en den Staat der Arabische beschaving voor Mohammed. De studie der Semitische talen, moetende bevatten het Assyrisch-Babylonische, zal er de eenheid, de aanverwantschap en bijzondere ontwikkeling van aantoonen. Dat over de Arabische beschaving voor Mohammed, zal vooral hebben acht te slaan op de invloeden van buiten.

Jeruzalem. Professor Lewis, de geleerde onderzoeker van het Heilige Land, heeft ten Noorden der citadel een muur ontdekt van 8 tot 10 voet dikte. Deze muur is op den rand eener steile rots gebouwd, en diende ter versterking der stad. De Wetenschappelijke Nederlander doet opmerken, dat, zoo men hier, gelijk Lewis meent, den tweeden muur (der koningen Hiskia, Jotham en Manasse) gevonden heeft, alle plaatsen, die tot de kerk van het H. Graf behooren en die tot dusver met den dood van Christus gezegd werden in betrekking te staan, onjuist zouden blijken te zijn, daar zij niet meer buiten den stadsmuur, maar aan de binnenzijde daarvan zouden komen te liggen.