Hoe vroeg wij ook gekomen waren, toch waren wij de eersten niet; er was reeds eene menigte volk in de renbaan, zoowel aan den kant der zon, als aan dien in de schaduwe. Wij kozen eene plaats op de derde bank, vanwaar wij alles nauwkeurig konden waarnemen. De stierenrenbaan is teenemaal ingericht gelijk de renbanen onzer paardenspelen, doch van boven gansch open en oneindig grooter. Men zal zich van die uitgestrektheid een flauw gedacht kunnen vormen, wanneer men narekent, dat er ongeveer 18,000 toeschouwers in de renbaan van Barcelona kunnen plaats vinden. Rondom loopen omtrent twintig granieten zitbanken trapsgewijs omhoog, en daarboven zijn nog twee rijen loges op elkander, zestig op elke rij. Al deze loges, tertulias genaamd, zijn uiterst eenvoudig ingericht; eene breedere loge, voor welke eene draperij hing, was den leden van den stadsraad voorbehouden, want het ligt in de gewoonte, dat minstens drie of vier dezer señors, het stierengevecht komen voorzitten.
De groote ronde opene plaats voor de stieren en stierenvechters, is rondom door eene zes of zeven voet hooge, stevige houten omheining, met vier deuren, ingesloten, terwijl het publiek achter eene tweede dergelijke afsluiting zit. Tusschen die twee omheiningen, las tablas geheeten, is een afstand van nagenoeg een meter. Wanneer een der stieren den torero van wat al te dicht bij achtervolgt, wipt deze zich gezwind over de eerste omheining, ten einde het gevaar te ontwijken. Het gebeurt ook wel, - wij waren er getuigen van - dat de stier er insgelijks over heenspringt, doch door de engte tusschen de twee afsluitingen, kan hij zich niet omwenden, wordt voortgejaagd, en komt langs eene inmiddels geopende deur, welhaast opnieuw in de renbaan te recht.
De voor dit volksvermaak bestemde stieren zijn half wilde dieren, vier of vijf jaren oud. Sommige fokkers houden er, op de gebergten of in de bosschen, gansche kudden op na. De tamme stieren worden, benevens de muildieren, voor het veldwerk en ook als trekvee gebezigd; voor de stierengevechten worden de krachtigste en wildste uitgekozen. Door tamme stieren omringd, worden ze bij nacht naar de renbaan gevoerd, en wanneer het spel begint, uit hun hok eensklaps er ingedreven. Daar, verblind door die duizende toeschouwers en verbluft door het geschetter der trompetten, ziet men hen niet zelden, in woeste vaart rond de renbaan snellen, tot het schuim hen van vermoeienis uit den muil zijpelt.
Rond 3 ure waren nog maar de helft der plaatsen ingenomen, en wij begonnen te vreezen, dat men voor eene half volle renbaan zou hebben moeten spelen; doch kort daarop stroomde het volk er aanhoudend binnen, en ten 3 ½ ure was alles bezet, zoowel in den zonkant als in het lommer, en waren wij genoodzaakt dicht bij elkander te schuiven, om nog eenige plaatsen te kunnen inwinnen. Wij meenden eerst, dat er vele vreemdelingen aanwezig waren, doch te vergeefs beproefden wij, met de personen in onze nabijheid, een gesprek in het Fransch of Hoogduitsch aan te knoopen. Het waren allen Spanjaarden, die geene andere dan hunne moedertaal spraken; het schoone geslacht maakte ruim een derde gedeelte der aanwezigen uit. In de loges zagen wij bevallige señoritas en popperige jonge señors, terwijl wij, schuins tegenover ons, in volle zon, talrijke huismoeders met hare kinderen zagen zitten.
De menigte kon zoo dicht niet opeen gepakt zijn, of er wisten nog onophoudelijk min of meer havelooze señors tusschen door te dringen, luide roepend dat zij agua fresca, cerveza, agua ardiente, naranjas, enz. (versch water, bier, brandewijn, appelcienen, enz) te koop hadden; andere kerels leurden met een klein bladje: la Corrida; het kostte slechts tien centissimos. Wij dachten eerst, dat dit het programma van het feest was, doch, bij nader onderzoek, bleek het niet anders in te houden dan Spaansche versjes, ter eere van de stierenvechters.
Alvorens verder te gaan, achten wij het noodig, de volgende inlichtingen, nopens de samenstelling van den troep, mee te deelen:
De Toreros zijn de stierenvechters in 't algemeen.
De Chulos zijn rappe jonge kerels, die groote, vinnig roode, geel, groen of blauw gekleurde doeken voor den stier laten wapperen, hem aldus aanhitsen of afleiden en weglokken. Loopt hij op hen toe, dan ontwijken zij hem met eenen zijsprong; zijn ze te zeer in 't nauw gebracht, dan werpen zij den stier het doek toe, hetwelk hij met de hoornen poogt te verscheuren of driftig met de pooten vertrappelt.
De Banderilleros zijn insgelijks rappe jonge lieden, die heel gezwind den stier beurtelings een paar vaantjes, een halven meter lang en met scherpe stalen pinnen voorzien, tusschen de hoornen door, in den rug planten, zoodat het bloed hem van het lijf druipt.
De Picadores zitten op geblinddoekte paarden; met eene lange lans brengen zij den op hen toesnellenden stier, in den rechterschouder, eenen steek toe.
De Espadas stooten hunnen degen tot aan het gevest, den stier, insgelijks over den kop heen, in den nek.
Is de stier niet juist getroffen, en valt hij levend ten gronde, dan komt de Cachetero, die hem met zijnen ponjaard, achter de hoornen, dwars door de hersens, den doodsteek toebrengt.
Het is 3 ½ ure en de menigte begint langs hoe meer ongeduldig te worden. Nog honderde personen komen binnengestormd, en ondanks de kreten: No hay plaza! (Er is geene plaats meer!) ontstaat er een onweerstaanbaar gedrang in onze nabijheid. Wij zitten als haringen opeengepakt, en aan de tegenovergestelde zijde is dit hetzelfde geval: daar zitten de toeschouwers in de vinnige zon te zweeten en verscheidene señoritas kermen luide: o Dios, que calor! (och, God, wat is het heet!) Het oorverdoovend rumoer neemt nog immer toe, waarbij de uitventers hunne snijdende stemmen laten hooren: Quiere agua fresca? quiere cerveza, naranjas? (Wie wil er frisch water, bier, appelcienen?)
Drie leden van den Ayuntamiento, die het stierengevecht zullen voorzitten, treden in hunne loge en groeten de menigte met de hand. De wedergroet is een eindeloos brava! Buene dias, señors! (goeden dag, heeren!)
Nu ontstond er eensklaps eene oogenblikkelijke stilte, en, meenend dat het sein gegeven was om te beginnen, keken wij nauwlettend toe. Er werd eene der vier deuren van de renbaan geopend en er kwamen twee groote, met muilezels bespannen, waterkarren binnengereden. In snelle vaart, werd de grond overal besproeid, en eerst wanneer geen enkel