Uit den slag van Heiligerlee.
Men schreef 1568.
De hertog van Alva was in de Nederlanden aangekomen, om er de Spaansche heerschappij te handhaven.
Willem van Oranje verkocht zijne huissieraden, zijn zilverwerk en zijne kleinooden, om met het daarvan voortkomende geld een leger te kunnen aanwerven. Alva had hem reeds te voren ingedaagd, om zich te komen verantwoorden; de goederen, welke de prins in de Nederlanden bezat, werden verbeurd verklaard en zijn oudste zoon, Filips Willem, die aan de hoogeschool te Leuven studeerde, werd gevankelijk naar Spanje gevoerd, om daar, gedurende eene lange reeks van jaren, opgesloten te blijven.
Prins Willems broeder, graaf Lodewijk, die de woorden ‘Nu of nooit’ in zijne vaandels voerde, drong met een gedeelte van het aangeworven leger binnen Holland, in de Ommelanden, en bemachtigde het huis te Wedde, dat den graaf van Aremberg toebehoorde. Deze trok hem met 1400 man voetvolk en eene bende ruiterij tegen, en werd door de Spanjaarden gedwongen, om, zonder verwijl, Lodewijk aan te vallen. Zulks geschiedde en graaf Lodewijk zag zich aanvankelijk verplicht, van Wittewerum naar Heiligerlee te wijken, waar hij zijn leger in slagorde stelde en, zonder de Spanjaarden den tijd te laten zich te scharen, hen met zijne ruiterij aanviel en in wanorde bracht. De voetknechten, door graaf Lodewijk als hinderlaag in grachten gelegd, waaruit zij onverhoeds te voorschijn sprongen, bezorgden hem eene volkomene overwinning. Aremberg verweerde zich dapper, ofschoon hij den strijd had afgeraden, en stierf den heldendood. Lodewijks vreugde over deze zege was ook vermengd met groote bitterheid: zijn dappere broeder Adolf liet te Heiligerlee zijn leven, terwijl hij met zijne soldaten storm liep. De Spanjaarden hadden al hunnen voorraad en zes stukken geschut moeten achterlaten. De strijdhengst van den graaf van Aremberg, dezes veldheers zilverwerk, de krijgskas van de Spaansche legermacht vielen graaf Lodewijk in handen. Van beide zijden werd met zeldzame hardnekkigheid en doodverachting gestreden. Van beide zijden ook, sneuvelden een groot getal manschappen, zoowel officieren (hoplieden) als minderen. De grootste verliezen, evenwel, waren aan de zijde der Spanjaarden, zoowel wat betreft de dooden als de gekwetsten. Deze onevenredigheid vindt namelijk hare verklaring in de bovenvermelde omstandigheid, dat de Spanjaarden ook waren kunnen overvallen worden van uit eene hinderlaag.
De bovenstaande fraaie houtsnede vertoont een tafereel uit den slag waarvan hier is gewaagd. De samenstelling is geteekend door den kunstschilder H. Hendrickx; de gravuur is van wijlen Willem Brown.