Het Belfort
Onder dezen titel gaat een nieuw maandschrift in het licht worden gegeven bij de uitgevers S. Leliaert, A. Siffer & cie, te Gent, onder de bescherming van het Davidsfonds. Aan het prospectus ontleenen wij het volgende:
‘Sedert jaren reeds werd door talrijke Vlamingen de wensch uitgedrukt, een maandschrift van zekeren omvang te zien tot stand komen, dat door den aard der verhandelde onderwerpen en den naam van gezaghebbende schrijvers, de waardige tolk en de weerspiegeling zou zijn der groote katholieke Vlaamsche beweging, vooral onder het opzicht der fraaie letteren, der wetenschap en der kunst. Ten allen kante vroeg men een tijdschrift, waardoor niet alleen de gewone Vlaamsche lezer, maar ook de man van studie, op de hoogte zou gebracht worden van alles, wat er in de geleerde wereld, hier en elders, zijne oplettendheid verdient.
Een tijdschrift, gelijk de stichters bedoelen, vordert de medewerking van velen. Een oproep is gedaan geworden en het groot getal geleerden en letterkundigen, die hunne bijtreding gegeven hebben, bewijst dat de noodige medewerking ons niet zal ontbreken. Ieder van hen belooft, bijdragen te zullen leveren over het vak, in hetwelk hij best te huis is, zoodat wij zeggen mogen dat de taal- en letterkunde, de poëzie en de geschiedenis, de kunst en de wetenschap in 't algemeen, op alleszins voldoende wijze in het Belfort zullen vertegenwoordigd zijn. Verder wordt nog de medehulp gevraagd van alle katholieke Vlaamsche schrijvers, werkzaam op het uitgebreid gebied, waarop onze uitgaaf hare krachten gaat beproeven.
Aan de kritiek, zoo noodzakelijk voor jonge, onervaren pennen, zoo nuttig waar 't er op aankomt de dwaling te schiften van de waarheid, zoo leerrijk en aangenaam als zij gewetensvol gedaan wordt, zal in ons tijdschrift eene breede plaats worden ingeruimd. Worden bij onze tegenstrevers stelselmatig degelijke werken opzettelijk òf doodgezwegen òf verdiensteloos verklaard, omdat zij door A, en niet door B zijn geschreven - onze beoordeelaars zullen niet den persoon, onderteekenaar van een boek, maar de waarde ervan in acht nemen, en de beginselen, welke in het boek worden aangeprezen.’
De uitgevers vertrouwen dat het vlaamschlezend publiek hunne onderneming op ruimen voet zal gelieven te ondersteunen. Elke maandelijksche aflevering zal 48 bladzijden in 8° beslagen. De prijs per jaar is vastgesteld op 6 fr.
De redactie bestaat uit de heeren: J. Bols, pastoor te Mechelen; A. de Ceuleneer, hoogleeraar te Gent; J. Claerhout, leeraar te Tielt; H. Claeys, pastoor te Oostakker; ridder A. de Corswarem, lid der bestendige afvaardiging van Limburg, te Hasselt; P. Daniëls, priester te Vogelsanck; A. Joos, leeraar te Sint-Nicolaas; E. Lauwers, geneesheer te Kortrijk; L. Mathot, Antwerpen; J. Plancquaert, advocaat te Oudenaarde; F. de Potter, Gent, en P. Willems, hoogleeraar te Leuven. De titelplaat, welke wij hier mededeelen, is eene samenstelling van A. Verhaegen, geteekend door H. de Tracy.