fee; Frankrijk, café; Spanje, café; Italië, caffé; Portugal, caffé; Turkije, kaweh, choava, ook tichaube; Perzië, kéwéh, ook tochem; Hindostan, kawa; Celebes, kopi.
Het verbruik van koffie in Europa is van het jaar 1750, toen het minder dan 40,000 kilo bedroeg, toegenomen tot ruim 420 ½ millioen kilo in het jaar 1871.
Noord-Amerika verbruikte in 1883 niet minder dan 165 millioen kilo koffie. In Duitschland en Oostenrijk bedroeg dit verbruik 125 millioen kilo. In Frankrijk 100 millioen. In Holland en België te zamen 50 millioen. In Denemarken, Zweden en Rusland 38 millioen. In Engeland 30 millioen.
Berekend per inwoner, is het verbruik als volgt:
België, 4 ½ kilo per jaar; Holland, 3 ½ kilo; Zwitserland, 3 ½ kilo; Denemarken, 2 ½ kilo; Duitschland, 2 2/10 kilo; Zweden, 1 8/10 kilo; Frankrijk, 1 6/10 kilo; Oostenrijk, ¾ kilo; Italië, ½ kilo; Engeland, ½ kilo; Rusland, 1/10 kilo; Vereenigde-Staten, 4 2/10 kilo.
Sedert eenige jaren speelt de koffiebouw in Brazilië eene groote rol op de wereldmarkt. Brazilië alleen brengt meer koffie voort, dan al de andere koffievoortbrengende landen te zamen.
Nederlandsch-Indië levert jaarlijks 1 3/4 millioen balen koffie, West-Indië 600,000 balen, Venezuela en Columbia 500,000 balen, Midden-Amerika 400,000 balen, Ceylon 300,000 balen, Britsch-Indië 300,000 balen, Afrika, Mexico en de Philippijnsche eilanden, te zamen omtrent 100,000 balen. Bij elkander geteld, bereikt de voortbrengst aan koffie in de opgenoemde landen, ongeveer 4 millioen balen.
Daar tegenover staat Brazilië, met eene opbrengst, voor zich alleen, van 6 millioen balen koffie per jaar. Sedert ettelijke jaren, is Brazilië op zeer groote schaal koffie gaan aanplanten; tot nog toe breidt die planting zich van jaar tot jaar uit en dit wel in niet geringe verhoudingen. Een bewijs daarvan vindt men in het feit, dat in het jaar 1862 de geheele koffieoogst in Brazilië 2,160,000 balen bedroeg, in 1872, dus 10 jaren later bedroeg hij 3,500,000 balen en, in 1883, weder 10 jaren later, 6 millioen balen.
Door Braziliaansche koffie overvoerd, heeft de Europeesche markt eene weergalooze daling van de koffieprijzen zien ontstaan.
Voor goede Javakoffie, die in 1874 bijna 1 1/2 frank gold, wordt nu nauwelijks een halve frank per pond besteed.
Wat de aanvoer van Braziliaansche koffie in Europa beteekent, bewijzen de volgende cijfers. In 1880 werden uit Brazilië in Europa aangevoerd 1,830,900 balen koffie, in 1880, 2,457,350 balen, in 1882, 2,575,500 balen, in 1883, 3,162,850 balen, in 1884, 2,134,800 balen.
De koffietuinen in Brazilië worden bewerkt door slaven, die men dagelijks gemiddeld 15 uren lang aan den arbeid houdt. Eigenlijk is in Brazilië tot de afschaffing der slavernij besloten, zelfs al sedert een aantal jaren; maar al de slaven zijn tot nog toe niet vrij gemaakt, ofschoon het is te voorzien dat tot die vrijstelling zal moeten worden overgegaan in eene wellicht niet ver verwijderde toekomst. Over het geheel, zijn in Brazilië nog 1 ½ millioen slaven. Het is vooral met het oog op de planting van koffie, waarvoor omtrent 284,000 slaven worden gebezigd, dat de vrijmaking van de slaven wordt vertraagd. Eens dat die zal hebben plaats gehad, zullen de koffieplanters zich veel grootere uitgaven voor de bewerking hunner tuinen hebben op te leggen.
Ondertusschen groeit ook de aankomst van landverhuizers in Brazilië zeer merkelijk aan. In 1870 belandden er 9123 landverhuizers, in 1877 was dit aantal gestegen tot 29,027 en in 1883 tot ruim 30,000 personen.
Brazilië, afgedeeld in 26 provinciën, beslaat eene oppervlakte van 154,656 veirkante mijlen; zooals men weet, is geheel Europa slechts 179,725 mijlen groot.
Brazilië's bevolking bedraagt minder dan 11 millioen zielen. Meer dan de helft van het land is dan ook onbewoond en ligt verlaten en braak of is bedekt met prachtige bosschen.
In den hof der wereldtentoonstelling is er een fraai gebouwtje, waar men de Braziliaansche koffie, opgeschonken, natuurlijk, kosteloos, kan proeven. Dit gebouwtje is getrouw nagebootst volgens de huisjes, die de Braziliaansche koffieplanters, de Fazendeiros, op hunne plantingen hebben en van waaruit zij de op de koffievelden werkende slaven bewaken.
Behalve koffie zijn op de tentoonstelling uit Brazilië nog te zien: huiden, leder, vleesch-extract, boomschorsen, granen, rijst, meel, cacao, suiker, tabak en soorten van verfhout. In Brazilië's tweede zaal vindt men een aantal lichtbeelden, gezichten van Rio-Janeiro, buitengezichten, afbeeldingen van spoorwegen en mijnen, prachtige verzamelingen delfstoffen enz. De tropeeën van oud-Amerikaansche oudheden zijn mede zeer aantrekkelijk. Braziliaansche tabak is onder alle vormen tentoongesteld, in blad, gevouwen en open, in rollen en gesneden, sigaren en cigaretten. Suikerriet prijkt er aan de ingangen. Verder vindt men er ijzer, ruw, gegoten en anders bewerkt.
Eene belangrijke verzameling boeken over geschiedenis, landbouw, handel, wetenschappen en muziek werd mede uit Brazilië ingezonden.
De Braziliaansche koffie is te Antwerpen in 1200 (twaalfhonderd) verscheidenheden tentoongesteld. De klassenverdeeling en rangschikking werd gedaan door een uitstekend Braziliaansch plantenkenner en landbouwkundige, den heer Ribeiro Silva, die als kenner van koffie ook buiten zijn land beroemd is.
Dezelfde deskundige, die een wetenschappelijk gevormd man is, had zich gelast met de rangschikking van de veelvuldige nuttige gewassen, welke van uit Brazilië naarde entoonstelling werden gezonden. Tusschen dezelve bevonden zich vele geneeskrachtige planten, waarvan ettelijke minder of niet bekend waren aan onze genees- en scheikundigen, artsenijbareiders enz. Het laat zich verwachten, dat de bedoelde inzendingen zullen leiden tot het aanknoopen van betrekkingen, welke ten goede mogen komen aan de geneeskunst. Brazilië had ook ettelijke soorten kina tentoongesteld.
Summa summarum: het machtige rijk, waarover don Pedro V den schepter voert, was op de Antwerpsche wereldtentoonstelling niet slechts met eer, maar inderdaad uitstekend vertegenwoordigd.