Kroniek.
Mechelen. 23 September bracht prins Boudewijn een bezoek aan deze stad. Te dezer gelegenheid kwam hij ook op het stadhuis, uit welks archief hem onder andere de volgende twee kostbare stukken werden getoond: 1. het missael van Margaretha van Oostenrijk, aan deze prinses geschonken door haren vader keizer Maximiliaan, en hetwelk zeven op perkament geschreven en met miniatuurschilderingen opgeluisterde missen van den toonzetter Perichou de la Rue bevat; 2. het gebedenboek uit de xive eeuw, ook op perkament geschreven, versierd met zeven keurige miniatuurschilderingen en voorzien van een almanak die een meesterstuk van schrijfkunst is, een geschenk van wijlen den heer A. de Perceval, oud-volksvertegenwoordiger van Mechelen.
Brussel. De geleerde paleograef H. Omont bericht, dat hij in de bibliotheken van ons land de volgende Grieksche handschriften vond: in de koninklijke bibliotheek te Brussel: 121; in het huis van Plantijn te Antwerpen, 3; in de bibliotheek van Leuven, 2; in de stedelijke bibliotheek te Antwerpen, 1. De catalogus in-8° (61 blz.) eindigt met de aanwijzing der Grieksche handschriften van Pierre Pantin, van die van André Schott en met de lijst van die in 1790 naar Parijs vervoerd, maar in 1830 weer aan België werden teruggegeven.
- Te Sempst-Laar, eene onder de dekenij van Mechelen behoorende Brabantsche gemeente van ongeveer 2800 zielen, heeft den 14n September, ten overstaan van den aartsbisschop mgr. Goossens, de wijding plaats gehad van de nieuwe dorpskerk, waarvoor wijlen Lodewijk Baeckelmans het plan leverde en die door zijnen broeder werd voltrokken. De kerk, geheel opgetrokken in den Gothischen stijl van het eerste tijdvak, heeft geschilderde glasramen, muurschilderingen, veelkleurige beelden en een met drie hooggewerkte zinnebeelden prijkend hoofdaltaar.