Rond 9 ure togen honderde rijtuigen naar de Leopoldslei, waar reeds eene menigte nieuwsgierigen had post gevat.
Een uur en nog meer duurde de voorbijtrekkende rij der genoodigden, die boven de groote trap door den heer en mevrouw Lynen ontvangen werden.
In de groote zaal, met den besten smaak versierd en vol van kostbare voorwerpen en oude meubelen, wemelden boerinnen dooreen van alle landen, Romeinsche en Noorweegsche, Russische en Spaansche. De kleederen, door lieve dames en juffers gedragen, teekenden zich vreemd af op den donkeren achtergrond.
Het diplomatisch korps was goed vertegenwoordigd. Onder andere gezanten bij den koning der Belgen gemachtigd, zag men dien van Italië, markies Maffei; de heer Legrand, minister van koophandel in Frankrijk, was eveneens aanwezig.
Eene beweging van nieuwsgierigheid loopt door de menigte. Liszt is binnengetreden; eenieder, de vrouwen vooral, willen hem de hand drukken.
Wij bieden hem hier
Franz Liszt.
aan, zooals de inrichter van het kunstgedeelte van het feest en de maker van al de bijgaande verbeeldingen, de talentvolle heer Van Kuyck, hem teekende.
In den uitgestrekten hof moest het feest gevierd worden; allen daalden er heen.
De hooge boomen, de bloemstruiken, het park met hunne duizende schitterende lichtjes, gaven aan het geheel een phantastisch, een bekoorlijk gezicht. Eenige groote electrieke lampen hadden den nacht in dag veranderd. Op den achtergrond was een sierlijk tooneel opgeslagen.
Eenieder reikhalsde om den doek te zien opgaan. De muziek speelde toch zoo opwekkend en vroolijk.
Daar schalt de bazuin. Het is een teeken.
De electrieke lampen gaan uit. Bij een tweede geschal wordt de doek opgehaald. Een ruiter gebiedt aan eene koningin, van eenige dames gevolgd, den schoot te openen. Deze is vol rozen. Electrieke stralen verlichten de levende vertooning. Dit duurt slechts een oogenblik, want het paard, door het licht verblind, begint te steigeren, en de juffers, die de groep volmaken, zijn met schrik bevangen.
Vraagt gij naar uitleg? Men zal u zeggen, dat de groep, ter eere van Liszt samengebracht, het mirakel der rozen verbeeldt. De H. Elisabeth, koningin van Hongarië, trok iederen dag haar paleis uit, den schoot beladen met brood, dat zij den arme uitdeelde. Dat zag haar echtgenoot met geen goed oog, en hij verbood het. Zekeren dag te paard uitgegaan, ontmoette hij de koningin, met den schoot naar gewoonte gevuld. Hij gebood, hem open te doen. De H. Elisabeth gehoorzaamde, maar de brooden waren in rozen veranderd.
De electrieke lampen werden opnieuw ontstoken en nu begon het uitdeelen van ververschingen en het bezoek aan de verschillige spijs- en dranktafels, in de verschillige deelen van den hof en in de voorzaal geplaatst.
Wat al fraaie costumen en schoone mevrouwen!
boerin van Domburg.
Eene boerin van Domburg, mejuffer Isa Lamorinière, dochter van den uitmuntenden landschapschilder, eene lieve blonde, wordt bijzonder opgemerkt.
Eene allerliefste Bernerin, mevrouw Gabriella Goemaere, echtgenoote des voorzitters van het internationaal drukperscomiteit, met zilveren kettingen en platen behangen, draagt in de haarlokken, op de borst
Bernerin.
en in de hand kunstig gevlochten tuiltjes van
edelweiss.
Maar hoe schoon en bevallig die molenarin, heel in het wit, met breeden vilten hoed, waar een zilveren windmolen
Hollandsche molenarin.
is aan vastgehecht!
Wij zouden niet eindigen, wilden wij al de andere schoonen, in Vlaamsche en Hollandsche kleederen, opnoemen. Wij merken echter nog eene prachtige Russische op.