Sterfgevallen.
W. HILLER, de uitstekende pianist en bekwame toonzetter, geboren te Frankfort in 1811, is volgens een bericht uit Keulen van 11 Mei, overleden.
Louis-Charles-Auguste STEINHEIL, kunstschilder, geboren te Straatsburg, is te Parijs overleden den 19n Mei, 71 jaren oud. Zijn vak was vooral glas- en muurschildering; ook muntte hij uit in bouwkunde, vooral wat het teekenen betreft van monumentale poorten. De hoofdkerken van Straatsburg, Tours, Auxerre hebben hem hare prachtige glasschilderingen, die van Bayonne, Straatsburg, Pau en O.-L.-Vrouwe van Parijs hare muurschilderingen te danken. Steinheil was de schoonbroeder van den beroemden kunstschilder J. Meissonier.
Mev. David geb. Maria de SAFFRON, als romanschrijfster befaamd onder den naam van Raoul de Navery, is omtrent 18 Mei te Parijs, overleden, 54 jaren oud.
Alphonse Marie de NEUVILLE, de beroemde Fransche slagveldschilder, geboren te St.-Omer (Pas-de-Calais), is te Parijs op 19 Mei overleden.
Victor HUGO, Frankrijks wereldberoemde dichter, is den 22n Mei overleden. Hij werd in 1802 te Besançon geboren, uit een grafelijk geslacht. Reeds op 15-jarigen leeftijd onderscheidde hij zich, naar aanleiding van eene uitgeschrevene prijsvraag, door de inzending van een gedicht over de heilzaamheid der studie (Les avantages de l'étude) en tusschen 1819 en 1821 werd hij door de academie der bloemspelen te Toulouse, wegens bij haar ingezonden oden, driemaal met goud bekroond. Wat hij als knaap, als jongeling beloofde te worden, een uitstekend dichter namelijk, is hij geworden, in den vollen zin van het woord. Naar den maatstaf van alle eeuwen, en vergeleken aan de voortreffelijkste dichters die ooit hebben geleefd, mag hij metterdaad groot worden genoemd. Zijn roem, die zich reeds in 1822 vestigde, toen het eerste gedeelte zijner Odes et Ballades van de perskwam, is sedert dien onophoudelijk aangegroeid. In 1831, toen zijn meesterlijk bewerkte geschiedkundige roman Notre-Dame de Paris verscheen, hadden zijne werken, waaronder de Orientales en ettelijke dramas, hem bereids aan de spits van de Fransche letterkunde geplaatst. Tot zijne latere meest beroemde werken behooren Les feuilles d'automne, Les chants du crépuscule, Voix intérieures, Les rayons et les ombres, Les châtiments, Les contemplations, La légende des siècles, Les misérables, Les chansons des rues et des bois, Les travailleurs de la mer, L'homme qui rit, L'art d'être grand-père enz. enz. Hij werd den 1n Juni met vorstelijken praal te Parijs begraven, ofschoon, volgens zijne wilsbeschikking, de kist, die zijn stoffelijk overschot bevatte, op den lijkwagen der armen werd vervoerd. Naar aanleiding van zijn dood, heeft de Fransche regeering een in zijne
soort geweldigen maatregel genomen, door namelijk te beslissen, dat de kerk van de H. Genoveva te Parijs, aan den goddelijken dienst zou worden onttrokken en weer, zooals bereids in 1791 en 1830 was geschied, gebruikt worden als een eeretempel voor roemruchtige landzaten. Dienovereenkomstig werd Victor Hugo's lijk bijgezet in de tot een zoogenaamd Pantheon verdoopte kerk van de H. Genoveva (zie over het Pantheon onzen jaargang 1869. blz. 149). Victor Hugo, die een op 6 millioen begroot vermogen achterlaat, en daarvan 50,000 fr. voor de behoeftigen der stad Parijs heeft afgezonderd, had in zijn testament verklaard, dat hij, hoewel aan God geloovende, niet van kerkgezangen gediend verlangde te zijn, maar een iegelijk om een gebed voor zijne ziel verzocht.