Victor Driessens.
1820 -- 1885.
België's grootste tooneelkunstenaar is Zaterdag, den 4n April, omtrent 9 ure 's morgens, in zijne woning. Van Straelenstraat nr 14, te Antwerpen, overleden, aan de gevolgen der beroerte, die hem Woensdags te voren, den 1n April, had getroffen, op het tooneel van den Vlaamschen schouwburg, te Antwerpen, terwijl hij de rol van Jan Renaud vervulde, in het stuk, voor titel voerende: Een beroemd proces.
Het beknopt programma van deze droevig heugelijke vertooning luidde als volgt:
‘Nederlandsche schouwburg van Antwerpen, onder bestuur van den heer F. Van Doeselaer.
Woensdag 1 April, ten voordeele van de gezusters Elisa en Philomena Jonkers, met medewerking van den heer Victor Driessens: Een beroemd proces, groot drama in 6 afdeelingen, waaronder een voorspel in 2 afdeelingen, naar het Fransch. Begin 7 1/2.’
Aan den afloop van het derde bedrijf, wanneer Jan Renaud (Driessens), die, na volbrachten 15-jarigen straftijd, uit de galei is ontslagen, zijne dochter terugvindt, kwam de beroerte den met kracht en opwinding spelenden tooneelist zoo plotseling treffen, dat hij, alvorens de bezinning te verliezen, nog nauwelijks den tijd en het vermogen had, om zijnen medespeler, den heer De Somme, die de rol van Chamboran vervulde, stamerende toe te roepen: ‘Chamboran, Chamboran, pak me!’ Werkelijk ving de heer De Somme den roemruchtigen kunstenaar bezwijmd in zijne armen op.
Eene aderlating, die, zonder tijdverlies, door den geneesheer A. Cavenaile, in den schouwburg, werd bewerkstelligd, bleef zonder heilzaam uitwerksel en tegen 11 ure werd de bewustelooze lijder naar zijne woning overgebracht, terwijl de vertooning - wat voorzeker hoogst bevreemdend mag worden genoemd - voortgezet en ten einde gebracht werd, met den heer Frits Bouwmeester, als plaatsvervanger van Victor Driessens.
Kort voor den aanvang van het noodlottig derde bedrijf, waarin hij zijne laatste rol zou spelen, had de heer Driessens, achter de schermen, aan mejuffrouw Philomena Jonkers gezeid, dat hem de oogen op ongemeene wijze schemerden, dat hij als een floers voor het gezicht had.
Helaas! zonder zijne bezinning nog te hebben herkregen, is de uitstekende kunstenaar, omtrent 36 uren nadat hij ongesteld was geworden, de eeuwigheid ingegaan.
Zijn dood is voor de Nederlandsche tooneelspeelkunst en inzonderheid voor Vlaamsch-België, een onmetelijk verlies.
Victor Driessens was een tooneelkunstenaar van den eersten rang, dien zelfs de grootste buitenlandsche schouwburgen ons mochten benijden. Aan zijn veelomvattend kunstvermogen paarde hij bovendien eene scherp geteekende eigenaardigheid, welke zijn spel onnavolgbaar en in bijzondere mate aantrekkelijk en boeiend maakte. Niemand, hoe dikwijls een zelfde stuk ook werd gegeven, was Driessens ooit moede gehoord of gezien. Zelfs onwillens, gevoelde men zich door hem medegesleept. Er ging eene inderdaad overweldigende bezieling van hem uit, waaraan zelfs de koelste, de meest onverschillige toeschouwers zich niet wisten te onttrekken.
De uitstekende kunstenaar bereikte den ouderdom van 65 jaren. Hij werd den 6n Mei 1820 te Rijssel, uit Antwerpsche ouders, geboren.
In onzen jaargang 1865, blz. 157, drukten wij een overzicht van de moeielijke en roemrijke loopbaan, die hij tot alsdan had afgelegd. Aan het hoofd daarvan, plaatsten wij zijn welgelijkend door Jos. Nauwens uitgevoerd portret.
Sedert dien bleef Driessens onafgebroken, met nooit versaagden moed en onverflauwd talent, als tooneelkunstenaar werkzaam, in den uitgebreiden kring, dien hij zich had geopend sedert hij niet alleen te Antwerpen en elders in België, maar ook in verscheidene steden van Holland was gaan optreden.
Bij zijne ter-aardebestelling, op Dinsdag, 7 April, ten 2 ure namiddag, kon, eenmaal te meer, op de minst ondubbelzinnige wijze worden waargenomen, hoeveel hoogschatting en genegenheid Victor Driessens genoot.
Uit alle wijken en kwartieren, ja uit alle straten der groote stad, evenals uit de voorsteden Borgerhout en Berchem, togen de menschen bij scharen naar het sterfhuis, en toen de lange, onafzienbare stoet zich op weg stelde naar de begraafplaats, bevonden zich, voor het minst, 50,000 mannen en vrouwen, van iederen leeftijd en uit alle standen der samenleving, met treffende ingetogenheid, achter de lijkkist, die door tooneelisten van den Vlaamschen schouwburg op de schouders werd gedragen. De heeren Jan Van Beers, voorzitter van den tooneelraad, F. Van Doeselaer, bestuurder van den Vlaamschen schouwburg te Antwerpen, E. Hendricx, bestuurder van het nationaal tooneel te Brussel, Fauconnier, bestuurder van het nationaal tooneel te Gent, Willem Van Zuylen en Dirk Haspels, tooneelisten uit Rotterdam, Gilles Naza, tooneelist uit Parijs, P. Billiet, E. Van Bergen en H. Van den Bosch, letterkundigen, gingen als slippendragers naast de met kronen versierde kist.
De treurmarschen spelende muziek der Antwerpsche burgerwacht ging aan den stoet vooraf.
De eerste, achter het lijk, trad de schoonzoon van den gestorvene, de heer H. Verstraete, de tweede man van de