De Vlaamsche School. Jaargang 31

Kroniek.

Antwerpen. De afdeeling voor Nederlandsche letterkunde in het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, heeft den 18ⁿ April den heere C.J. Hansen een feestmaal en een geschenk aangeboden, ter gelegenheid van zijn 25-jarig lidmaatschap der voornoemde afdeeling, aan wier hoofd hij sedert 10 jaren als voorzitter staat.

Brussel. 30 Maart hebben HH. MM. de koning en de koningin de opening bijgewoond van de 25^ste jaarlijksche tentoonstelling der Koninklijke Belgische Maatschappij van Waterverfschilders.

- In de eerste dagen van April bezochten HH. MM. de koning en de koningin, en HH. KK. HH. de graaf en de gravin van Vlaanderen het werkhuis van L. Gallait, in de Paleisstraat, te Schaarbeek, ter bezichtiging van de door den meester geschilderde portretten van koning Leopold I en koningin Louiza-Maria, welke sedert dien werden geplaatst in de zittingzaal van den senaat.

- Bij koninklijk besluit van 9 April zijn in de Leopoldsorde bevorderd of benoemd: officier: L. de Taye, bestuurder van de academie, te Leuven; A. Marinus, oud-bestuurder van die van Namen; C. Piot, rijksarchivaris te Brussel, ridders: L. Blomme, provinciaal bouwmeester, te Antwerpen, D'Hoop en Devillers, rijksarchivarissen te Gent en te Namen; A. De Wilde, bestuurder van de academie te St.-Nicoiaas; J. de Petit, koninklijk bibliothecaris; P. Dubois, bewaarder van het natuurkundig museum, te Brussel: F. Laureys, leeraar aan de academie te Brussel; C.P. Du Mont, F. De Potter en P. Geiregat, letterkundigen, de eerste te Antwerpen, de twee anderen te Gent.

- De 5-jarige prijs van 5000 fr., voor Vlaamsche letterkunde, is met 5 tegen 2 stemmen toegewezen aan Jan Van Beers' Rijzende blaren. De 2 stemmen werden uitgebracht op Een klaverken, van mej. Hilda Ram. (Zie 1884, blz. 161 en 168.)

- 17 April heeft de koninklijke academie van België kennis genomen van het verslag der jury gelast met de aanwijzing der beste werken van volksonderwijs in 1884-85 verschenen. De prijs uit het fonds De Keyn is bij verdeeling toegewezen aan de volgende werken: E. Discailles, Willem De Zwijger en Marnix van St.-Aldegonde, L. Fredericq, Anatomie et

[p. 60]

Physiologie humaines; mej. V. Loveling, Verhalen voor kinderen; Mac Leod, Leiddraad bij het onderwijzen der dierkunde.

Leuven. Het door ons op blz. 20 vermelde portret van den hoogleeraar Ed. Decamps, wordt op koper gegraveerd door den plaatsnijder W.P. Van der Veken, te Antwerpen.

St.-Nicolaas. Den 13ⁿ April hield de afdeeling van het Davidsfonds eene plechtige vergadering in het lokaal het Kruis, op de Grootemarkt, ter aanstelling van haar nieuwen voorzitter in den persoon van den heer A. Janssens-De Schrijver. De opkomst was zeer talrijk. De vergadering was voorgezeten door den hoogleeraar P. Willems, algemeen voorzitter van het Davidsfonds, die in eene treffende toespraak de verdiensten herdacht van den diepbetreurden overleden voorzitter van de Waassche afdeeling, den heer L. Janssens-Smits. Hij verwelkomde daarna den nieuwen voorzitter, van wien hij zegde overtuigd te zijn, dat de beste verwachtingen mochten worden gekoesterd. Nadat de heer I.J. De Beucker eene opwekkende en zeer toegejuichte rede, met de hem eigene welsprekendheid, had gehouden, droeg de heer Lodewijk De Koninck een gedicht op Karel-den-Goede en een ander ter eere van den heer L. Janssens-Smits voor; beide stukken van den bekwamen dichter maakten een diepen indruk. Het schoone feest werd besloten met eene dankrede van den heer A. Janssens-De Schrijver.

Gent. Het stadsarchief heeft de volgende handschriften aangekocht: a. Rekeningen van St.-Jans- en St.-Pauwelsgodshuizen, over de jaren 1543-1564; b. Rol van renten, schuldig aan Jacob, leenman van St.-Pieters, te Maelte (nu Maalte-Brugge); c. Testamentboek ofte generatyeboek van Justus Billet (1638); d. Geslachtlijsten en aanwijzingen, verzameld door Justus Billet.

Brugge. In den laatsten tijd zijn weer werken ondernomen tot herstelling of herbouwing van eigenaardige gevels in oud-Vlaamschen trant, namelijk onder de leiding van de bouwmeesters L.J. Delacenserie, Oscar De Breuck en René Buyck. Achter St.-Gillischoor wordt heel eene rij dergelijke huizen hersteld. Ook in de Carmerstraat worden herstellingswerken uitgevoerd. In het Genthof, nevens het huis van den heer Leun en in aansluiting met den ouden gevel van dit gebouw, worden twee andere gevels opgetrokken, die door een slank en sierlijk torentje aan elkander zijn verbonden.

Buitenland.

Amsterdam. Uit de nalatenschap van wijlen den stadsarchivaris P. Scheltema is voor 1200 gl. aan de stad te koop aangeboden eene schilderij van J. Micker, voorstellende den platten grond van Amsterdam, na de tweede uitlegging of vergrooting, met al de toen bestaande gebouwen. Burgemeester en wethouders hebben dit aanbod toegeslagen.

Dordrecht. Op de veiling der verzameling Suermondt te Amsterdam zijn voor het Dordsch museum de volgende schilderijen aangekocht: A. Calame, Bergstroom en B.C. Koekkoek, Kleefsch landschap.

Parijs. In de school van schoone kunsten is eene tentoonstelling geopend van werken van Eug. Delacroix.

- De Fransche schilder Louis David, die lid van de conventie was, woonde de zitting dezer vergadering bij, toen de tijding kwam, dat Marat in het bad was doorstoken. Op verzoek zijner medeleden, begaf hij zich terstond naar Marats woning, om nog een portret te maken van den ‘vriend des volks.’ Dit schilderstuk, Marat in het bad voorstellende, met het verzoekschrift dat Charlotte Corday hem had aangeboden in de hand, werd door David aan de conventie geschonken, maar kwam later weder in zijn bezit. Na zijn dood werd het verkocht, maar in 1860 werd Davids kleinzoon er eigenaar van en het bleef sedert dien in zijn bezit. Nu is dezer dagen te Parijs eene tentoonstelling van portretten gehouden en daarop kwam ook eene afbeelding voor van Marat in het bad, toebehoorende aan den heer Terme. Volgens den catalogus zou het stuk door L. David zijn vervaardigd. De kleinzoon van David kwam tegen die omschrijving op. Hij beweert bezitter te zijn van de echte schilderij en vordert nu in rechten, dat zou veranderd worden in ‘naar L. David.’ De rechter zal dus hebben uit te maken, welk van beide stukken echt is, dan wel, of - gelijk de gedaagde beweert - David hetzelfde onderwerp tweemaal heeft geschilderd.

Southampton. Uit deze stad vertrekt den 18ⁿ Mei naar Paramaribo, de Nederlandsche reiziger dr. H.F.C. Ten Kate jr., om een onderzoekingstocht naar de binnenlanden van de Nederlandsche kolonie Suriname te ondernemen. Voor deze onderneming verleende de prins Roland Bonaparte zijn geldelijken steun en schonk de Duitsche reiziger dr. Emiel Ribeck, te Halle a/Saale, 3000 mark.