De Vlaamsche School. Jaargang 30

[p. 189]

Internationaal toonkundig congres onder de bescherming van het gemeentebestuur.

Het inrichtings-comiteit zendt ons den volgenden omzendbrief:

‘Mijnheer,

De eerste wereldtentoonstelling, in België gehouden, zal plaats hebben te Antwerpen in 1885.

Deze tentoonstelling, welke samenvalt met de inhuldiging onzer reusachtige haveninrichtingen en met de driejaarlijksche tentoonstelling van schoone kunsten, zal voorzeker al degenen, die in de ontwikkeling der menschelijke werkzaamheid belang stellen, tot zich lokken.

Het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, trouw aan zijne zending, die hoofdzakelijk den vooruitgang in kunsten, letteren en wetenschappen voor doel heeft, beschouwt deze gebeurtenis als eene buitengewone gelegenheid, om zijne wenschen te verwezenlijken.

Het heeft besloten de geleerden en kunstbeoefenaren tot een internationaal toonkundig congres uit te noodigen, en droeg ons den last op dit congres tot stand te brengen.

De aloude kunstfaam van België en de zoo eigenaardige beweging, die zich gedurende deze laatste jaren op toonkundig gebied in Antwerpen heeft veropenbaard, doen ons onze stad beschouwen als een voordeelig middenpunt tot de bijeenkomst van allen, die zich aan de vraagstukken betreffende de toonkunst en kunstbeoefenaren gelegen laten.

In het programma van het congres zullen begrepen zijn alle vraagstukken, waarvan het onderzoek eenig nut kan opleveren: de eene behoorende tot het zuiver kunstgebied, de andere in verband staande met de eigenlijke wetenschap der muziek.

Onder deze vraagpunten roepen wij vooral uwe aandacht op degene, die tot voorwerp hebben het vaststellen van eenen algemeenen toongever (diapason), en degene, die betrekking hebben op het toonkundig onderwijs, de methoden, enz. De internationale wetgeving, die den kunsteigendom beheerscht, zal insgelijks stof tot bespreking opleveren. Deze zoude eenigermate kunnen bijdragen om aan het eigendomsrecht der geestesgewrochten eene krachtigere bescherming te verzekeren.

Wij durven verhopen, mijnheer, dat gij, in aanzien der hooge belangrijkheid van het congres van 1885, ons ontwerp zult willen bijtreden, en ons ten spoedigste de vragen opgeven, die gij ter bespreking zoudt willen zien brengen (artt. 3 en 4 van de regeling).

Het inrichtings-comiteit zal de noodige stappen aanwenden, ten einde van het bestuur der ijzeren wegen en der stoomvaartlijnen, den gewonen afslag, toegestaan aan bijtreders van internationale congressen, te bekomen. Het zal ook al het mogelijke doen, om gedurende den congrestijd, hun verblijf in Antwerpen zoo aangenaam mogelijk te maken, met hun toegang te bezorgen tot de bijzonderste maatschappijen en musaeums der stad.

Ontvangt, mijnheer, de verzekering onzer bijzondere hoogachting.

Het inrichtings-comiteit:

Eerevoorzitters: Ridder Ed. Pycke, gouverneur der provincie;

L. de Wael, burgemeester der stad;

E. Pecher, voorzitter van het Verbond.

Voorzitters: P. Benoit, bestuurder van Antwerpens muziekschool;

F. Lutens, voorzitter van de muziekafdeeing;

Ridder Leo de Burbure, lid der koninklijke academie van België;

Secretarissen: J. Ed. Croegaert, bestuurder van de muziekafdeeling;

Edm. Grandgaignage, algemeene secretaris van het Verbond.

Leden: E. Allewaert, schepen; J. Bessems, leeraar bij de muziekschool; J. Blockx, toonkunstenaar; J. Bouchery, letterkundige; J. Callaerts, leeraar bij de muziekschool; J. Cuylits, schepen; J. de Geyter, letterkundige; E. De Meyer, schrijver van de muziekafdeeling; J. Dupont, bestuurder der Fédération Artistique; M. Gevers, toonkunstenaar; E. Giani, bestuurder der Maatschappij van Symphonie; A. Goovaerts, letterkundige; E. Gregoire, toonkundige; G. Huberti, idem. Jacquet, muziekmeester van het 7^e linieregiment; O. Lambrechts, secretaris der Maatschappij van Symphonie; E. Landoy, letterkundige; A. Lemaire, orkestmeester der Koninklijke Harmoniemaatschappij; H. Lemmens, schatbewaarder van de muziekafdeeling; Painparé, muziekbestuurder van het 6^e linieregiment; H. Possoz, muziekleeraar bij staats normaalschool; C. Schmidt, schatbewaarder der Société de Musique; T. Storms, bestuurder der koormaatschappen de Gildebarden en den Burgerkring; J. Van Beers, letterkundige; J. Van den Dries, letterkundige; E. Wambach, toonkunstenaar.

[p. 190]

Regeling.

1. Het congres zal gehouden worden in het lokaal van het Verbond voor Kunsten, Letteren en Wetenschappen, te Antwerpen, de vier dagen vóór de gemeentefeesten van het jaar der wereldtentoonstelling, zijnde de 8^e, 9^e, 10^e, en 11^e Augustus 1885.

2. Buiten de bijtredende leden van het congres, zullen toegelaten worden tot de zittingen, de personen voorzien van eene kaart door het inrchting-comiteit afgeleverd.

3. De bijtredende leden zullen zich, tot het bepreken der vragen aan de algemeene vergadering voor te stellen, in vier afdeelingen verdeelen: a) Geschiedenis, philosophie, schoonheidsleer en critiek der toonkunde; dicht- en letterkunde in hare betrekking tot de muziek. b) Toonkundig onderwijs en opvoeding. c) Eigenlijke muziekwetenschap. d) Internationationale toonkundige betrekkingen, schrijvers- en eigendomsrechten, enz.

Deze afdeelingen zullen in werkzaamheid treden bij de eerste zitting van het congres; de verslaggevers en secretarissen zullen genoemd worden door het inrichtings-comiteit. Zij zullen haar bureel vervolledigen door de benoeming der voorzitters en ondervoorzitters.

4. Ieder bijtredend lid wordt verzocht de afdeeling aan te duiden, waar hij zijne medewerking zal aan verleenen, alsook de vragen die hij verlangt het congres voor te dragen. Die mededeeling moet geschieden binnen de twee maanden na den dag der uitnoodiging. - De vragen zullen bepaald blijven binnen den kring der stoffen bij art. 3 aangeduid. - Aangenomen zijnde door het inrichtings-comiteit, zullen zij het programma van het congres uitmaken en gezonden worden aan de bijtredende leden minstens drie maanden vóór de opening van het congres.

5. De afdeelingen zullen zich vergaderen des morgens ten 10 ure; de algemeene vergaderingen zullen ten 3 ure plaats hebben. - De besluiten zullen bij meerderheid van stemmen genomen worden.

6. Het bureel van het congres is samengesteld uit het inrchtings-comiteit, waar de voorzitters en ondervoorzitters der afdeelingen zich zullen bij aansluiten.

7. De voorzitter van het bureel is gelast met het bestuur der besprekingen en de orderegeling der zittingen van het congres. Hij bepaalt de dagorde, die daags vóór iedere zitting zal afgekondigd worden.

8. Alle lezing van verhandelingen, alle voorstel buiten de dagorde, zal aan de goedkeuring van het bureel moeten onderworpen worden.

9. Alle gesproken of geschreven voordracht zal niet meer dan 15 minuten tijd mogen innemen; deze schikking is niet toepasselijk op de verslaggevers.

10. Allen sprekers wordt vrijheid vergund hunne nationale taal te gebruiken; nochtans zullen de vreemdelingen verzocht worden dadelijk aan de secretarissen den inhoud hunner redevoering mede te deelen, indien geen der bureelleden er eene vertaling in het Nederlandsch of in het Fransch kan van geven.

11. De sprekers, wier redevoeringen geschreven zijn, worden verzocht ze onmiddellijk mede te deelen, om geplaatst te worden in het verslag, dat door het congres uitgegeven wordt.

12. Het bureel van het congres blijft voorloopig gelast, de wenschen, door de algemeene vergaderingen uitgedrukt, te verwezenlijken.

13. Alle niet voorziene geval zal door het bureel opgelost worden.

N B Voor inlichtingen of mededeelingen zich te wenden tot het secretariaat van het congres, Arembergstraat n^r 26, te Antwerpen.