De Vlaamsche School. Jaargang 30
(1884)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 181]
| |
Theodoor Van Ryswyck zijn leven in verband met zijnen tijd door J. Staes.Onder dezen titel is bij den
Teekening en houtsnede van wijlen J. Hemeleer.
drukker-uitgever Lod. Janssens een veelomvattend boekdeel van ongeveer een honderdtal bladzijden in het licht gegeven en voor 2 fr. in den handel gebracht. Het verdient te worden gekocht en gelezen door allen die er iets voor over hebben om de levensgeschiedenis van onzen meest uitnemenden volksdichter naar waarheid te leeren kennen. Er bestaan meer levensschetsen van Theodoor Van Ryswyck; zijne waarachtige levensgeschiedenis ontbrak ons tot nog toe. Deze leemte, en zij mocht inderdaad groot worden genoemd, is door den heer J. Staes nu metterdaad en op de beste wijze aangevuld. Hij heeft zich, zooals het een goeden geschiedschrijver past, de moeite der bronnenstudie getroost voor nagenoeg alles, wat hij omtrent de wederwaardigheden, het leven en bedrijf van den dichter te boek heeft gesteld. En, te oordeelen naar de volledigheid van zijn werk, moet de inspanning, welke het nagaan en uitvorschen van zoovele daadzaken hebben gevergd, waarlijk niet gering zijn geweest. Onder andere wetenswaardigheden heeft de heer Staes opgespoord, dat de familie Van Ryswyck uit Noord-Brabant afstamt. Theodoors grootvader was een Tilburger. De heer Staes vermeldt, dat in de kleine Hollandsche stad Tilburg nu nog verscheidene ingezetenen den naam van Van Ryswyck voeren. Aangaande Theodoor Van Ryswycks ouders, des dichters jeugd, zijn jongelingsleven, zijn huwelijk, zijne middelen van bestaan, zijnen handel en wandel, zijn letterkundigen arbeid en strijd, worden in het werk van den heer Staes hoogst belangrijke bijzonderheden aangehaald. De korte en toch zoo veel bewogen levensloop van den begaafden volksdichter wordt ons door den heer Staes aanschouwelijk gemaakt met tastbare getrouwheid. Aan het slot van zijn boeiend geschreven levensverhaal, maakt de heer Staes | |
[pagina 182]
| |
gewag van een bezoek, hetwelk hij voor eenigen tijd aflegde in de nederige kluis, die Theodoor Van Ryswyck te Antwerpen in de Venusstraat, in het lokaal van den berg van barmhartigheid, bewoonde. Des schrijvers levendige ontroering, die uit de volgende regels spreekt, zal ongetwijfeld door ieder zijner lezers worden gedeeld: ‘Het huisje (zoo drukt de heer Staes zich uit), in een eng straatje, is misschien vijf meters diep, zonder eenige opene lucht. Thans is het eenigszins verfraaid, maar toen Van Ryswyck er woonde, had het beneden slechts twee wit gekalkte kamers, waarvan de eene tot keuken en de andere tot slaapplaats diende; boven was een groote half donkere zolder. Terwijl wij ons in het huisje bevonden, droomden wij ons terug in het verledene, veertig jaren herwaarts. Een zonderling gevoel maakte zich van ons meester; en zie, het scheen ons toe alsof de volksdichter, “den Door,” zooals wij hem kortweg noemden, daar voor zijne half kreupele tafel zat te schrijven; zijne pen vloog krassend over het papier. Wij bukten het hoofd, zagen over zijnen schouder heen en lazen een zijner krachtige refereinen, waarin hij den uitheemschen invloed zoo ongenadig geeselen kon. - Wij waren diep in gedachten verslonden, toen de tegenwoordige bewoner van het huisje, ons vriendelijk op den arm tikte en zegde: “Zie, mijnheer, dat is alles wat ik u hier kan aanwijzen.” Wij dankten den man voor zijne dienstvaardigheid, en bij het heengaan keken wij werktuigelijk nog eens om, alsof wij de schim van den dichter, die wij een oogenblik te voren hadden meenen te zien, een laatste vaarwel wilden toeroepen.’ Als bijlagen zijn in het werk van den heer Staes onder andere opgenomen de doopakten en de trouwakte van des dichters grootouders, de doopakte zijns vaders, de huwelijksakte zijner ouders, de geboorte-, trouw- en doodakten van Theodoor Van Ryswyck, enz. Wij hebben ons, in wat voorgaat, opzettelijk onthouden van beschouwingen nopens het vie hoofdstuk van het boek waaraan dit opstel is gewijd; het bedoelde hoofdstuk handelt over de ‘Nederduitsche dichters’ die Van Ryswycks tijdgenooten waren en staat als dusdanig slechts onrechtstreeks met de eigenlijke levensgeschiedenis van den Antwerpschen volksdichter in verband. Ter gelegenheid van de door ons, blz. 92, vermelde overplaatsing van Theodoor Van Ryswycks standbeeldGa naar voetnoot(1) naar de IJzeren-Waag, die nu, voor een gedeelte, Van Ryswycksplein is geheeten, was den 6n October eene feestviering aangericht, gedurende dewelke de volgende gelegenheidscantate, gedicht door J. de Geyter en getoonzet door Peter Benoit, door leerlingen uit de Antwerpsche gemeentescholen werd gezongen: Kinderhulde aan een dichter.
Daar rijst van wien vader zoo dikwerf vertelde....
Meisjes.
Daar rust van wien moeder zoo menigmaal zong....
Allen.
Wij kindren van d'oevers der bruisende Schelde,
Wij hebben hem lief, wij die gul zijn en jong!
Meisjes.
Te dezer plaats, op dezen stond,
o Zegt ons, knapen, zegt: hoe sprak uw vaders mond?
Jongens.
‘In geen paleis werd hij geboren....
Doch, edel kind des volks, voor 't volk was al zijn geest.’
Meisjes.
‘In liedren klonk zijn hart.’ zoo liet ons moeder hooren;
‘En waar zijn harte klonk, daar hield de vreugde feest.’
Allen.
‘Als een zaaier die niet rust,
Strooide hij langs al zijn wegen,
Elk ten zegen,
Levensvreugd en levenslust.
Hij vleide geen grooten der weereld.
Wat recht was en schoon, joeg zijn boezem in brand;
Hij duldde geen vreemden tot meesters in 't land;
Hij eerde geen kroon dan met glorie bepeereld.
En gaf maar de vrijheid den staf in de hand.’
Meisjes.
En toch was 't loon
Van zulk een zoon....
Jongens.
‘Ik ben een arme liereman....’
De levenslast was hem zoo zwaar:
Hij bukte en zonk,
Tot niets meer klonk....
Arme, arme liereman!
Het harte breekt ervan.
Martelaar!
Al de kinderen,
rond zijn beeld gaande, met bloemen in de hand.
Dat willen wij boeten!
Wij komen u groeten;
Wij strooien ons bloemen hier neer voor uw voeten;
Wij hebben u lief, wij die gul zijn en jong!
Wij komen te gader
Tot u, van wien vader,
Tot u, van wien moeder zoo hartelijk zong!
|
|