Rijzende blaren,
poezie van Jan Van Beers.
Dit is de titel van een prachtbundel, van Jan Van Beers, met 6 penteekeningen door des schrijvers zoon, den befaamden kunstschilder, opgeluisterd, gedrukt en uitgegeven door den heer Ad. Hoste, te Gent. Er zijn in ons land en vooral in Holland reeds vele keurige uitgaven van dichtwerken verschenen; maar niet eene daarvan is met zooveel zorg bewerkt als de onderhavige. Het prospectus herinnerde er aan, dat, nu weldra 30 jaar geleden, bij het verschijnen van Jan Van Beers' Levensbeelden, de heer H.J. Schimmel in de Gids, schreef: ‘Wie kent den naam van den Belgischen dichter der Jongelingsdroomen niet? Hij zweeft immers over tongen, die anders zeldzaam door poëten of poëzie in beweging worden gebracht? Het schijnt zelfs dat Jan Van Beers bestemd is om het populair standpunt van Vader Tollens in te nemen.’ Tollens zelf schreef, dat: ‘Tusschen de jongere dichters van toen, de Génestet en Van Beers de twee waren, die het meest beloofden.’
Het verschijnen van Van Beers' derden dichtbundel: Gevoel en Leven, kwam die gunstige beoordeelingen bevestigen en zijne Jongelingsdroomen beleefden reeds 9 uitgaven. Te recht schrijft het prospectus, dat in Noord- en Zuid-Nederland als eene welkome tijding is vernomen geworden, dat een vierde dichtbundel, onder bovenvermelden titel, het licht ging zien. De bundel Rijzende blaren bevat de volgende stukken: Aan mijne jongens, een gedicht vol Vlaamsch gevoel en Vlaamsche overtuiging, waarin, onzes dunkens, de schrijver zijn toestand evenwel in te donkere kleuren afschildert; voor zooveel wij de vrijheid mogen nemen na te gaan, heeft de hoogbegaafde dichter zich niet over het noodlot te beklagen; Feestzang, een gelegenheidsstuk, in 1872 gemaakt, bij het openen der nieuwe dokken te Antwerpen; De duif van moeder, een allerliefst gedicht, dagteekenend van 1878; Een droom in 't Paradijs, op muziek gezet door J. Blockx en verleden jaar te Antwerpen ten gehoore gebracht (zie 1883, blz. 66); Wanneer ik slapen zal, van 1882; In verlof (1881); Erfgenamen (1883); Bij den Hooiopper, naar eene schilderij van des dichters zoon (1884); Grijze liefde (1884); Van 't merelnestje (1883) en Confiteor.
Aan den dichtbundel van den heer Van Beers ontvangt het Nederlandschlezend publiek een inderdaad prachtig nieuwjaarsgeschenk voor 1885. Prijs: 8 franken.