Sterfgevallen.
Joseph DE NITTIS, de uitstekende kunstschilder, is te Parijs op 22 Augustus overleden, 38 jaren oud. Hij was in Italië geboren.
Moritz THAUSING, de befaamde geschiedkundige, hoogleeraar te Weenen, is aldaar einde Augustus overleden.
Theodoor BUREAU, bouwkundig ingenieur, bestuurder van de nijverheidsschool te Gent, is aldaar overleden in het begin van September.
Henri SNIEDERS, de zoon van den heer J. Renier Snieders te Turnhout, is aldaaroverleden, in het begin van September, aan de gevolgen van brandwonden, hem door het omvallen van eene petroleumlamp veroorzaakt. Hij woonde vroegertijds te Antwerpen, waar hij zich zeer verdienstelijk maakte voor de Vlaamsche zaak. Sedert eenige jaren was hij in de orde der paters Jezuïeten getreden, in wier college te Aalst en St.-Ignatiusgesticht te Antwerpen hij beurtelings leeraar was en als dusdanig vanwege zijne groote bekwaamheid en gemoedelijkheid groote achting genoot. Eene hersenziekte had zijne ouders genoopt hem naar hun huis te doen overbrengen, om er te worden verpleegd. Hij bereikte den ouderdom van 38 jaren.
Jan Geeraard BUCKENS, kunstnijveraar, geboren te Antwerpen in 1805, is te Luik op 15 September overleden. Hij deed zijne kunststudiën aan de Antwerpsche academie en verwierf er in 1825 de 1ste plaats in de meetkunde, in 1826, de 2e in boetseerkunst, in 1827, de 4e in doorzichtkunde en in 1828 de 5e in de toepasselijke ontleedkunde. Op de driejarige tentoonstellingen prijkten van hem: in 1834, de volgende in zilver gedreven half verheven beeldwerken: De H. Familie (in 2 verschillende voorstellingen), de H. Drievuldigheid, het Kindje Jezus slapende, benevens twee portretten in was; in 1836, Jan Van Eyck, een standbeeldje in brons; in 1839, Karel V, ontwerp voor een bronzen standbeeld in brons, Boudewijn van Konstantinopel, idem, en de Zaligheid der ziel, in pleister, voor het meisjesweezenhuis te Luik. Hij vestigde zich metterwoon in laatstgenoemde stad. In 1840 werd hem de gieting van het beeld van Rubens te Antwerpen en in 1841 die van Gretry's beeld te Luik opgedragen (zie 1883, blz. 73). Hij is ook een tijd te Munchen gevestigd geweest, als opziener der koninklijke gieterij aldaar. Hij maakte een St.-Jacobsbeeld voor de kerk van dezen naam te Luik. De bij Buckens in ijzer gegotene sieraadwerken stonden goed te naam