Sterfgevallen.
Quintino SELLA, voorzitter der koninklijke academie te Rome, is den 14n Maart te Biella (Piemont) overleden.
Karel READE, de befaamde Engelsche romanschrijver, is volgens een bericht uit Londen van 14 April overleden.
Daniël VEEGENS, oud griffier van de tweede kamer der Nederlandsche staten-generaal, den 18n April te 's-Gravenhage overleden, in den ouderdom van bijna 84 jaren, heeft zich, buiten zijne ambtenaarsloopbaan, waarin hij ongeëvenaard uitblonk, ook zeer verdienstelijk gemaakt op het gebied van de vaderlandsche letteren en geschiedenis. Hij schreef eene hoogst keurige taal. Nog niet lang geleden leverde hij aan het tijdschrift de Gids een belangrijk opstel over de graven van Oldenbarneveld en De Witt. Hij was commandeur in de orde van den Nederlandschen Leeuw en van de Eikenkroon en ridder van de Leopoldsorde. Bij de ter-aardebestelling werden aan het graf redevoeringen uitgesproken door de heeren Arnold Ising en G.M. Van der Linden, volksvertegenwoordigers. Z.K.H. Alexander prins van Oranje had een bloemenkrans op de doodkist doen leggen.
Alfred-Pieter RICHARD, beeldhouwer, oud 45 jaren, zoo luidt een bericht van 23 April, heeft zich te Parijs, op het armoedig kamertje dat hij bewoonde, door verhanging van het leven beroofd, uit wanhoop omdat een bronzen borstbeeld en een wassen ridderbeeldje, welke hij naar de Parijsche tentoonstelling had gezonden, als minder verdienstelijk waren geweigerd.
Léonce DUPONT, de zeer bekwame Fransche dagbladschrijver, wiens overlijden uit Parijs werd gemeld onder dagteekening van 24 April, bewoonde nu meer dan een kwart eeuws geleden de stad Antwerpen, waar hij opsteller was van het Antwerpsch dagblad Le Précurseur. In 1857 gaf Max. Kornicker een bij Kennes en Gerrits gedrukt werkje van hem uit, getiteld En prison. Hij schreef het, terwijl hij te Antwerpen opgesloten zat in het huis van vezekering, toenmaals gevestigd in den huize Salm-Salm, in de St-Andriesstraat. Een hevige pennetwist, tusschen den Précurseur en het Journal d' Anvers, opgesteld door Lodewijk Vleeschouwer, had voor gevolg dat Dupont zijnen tegenstrever ten zijnent was gaan opzoeken en daar eene opwelling van toorn niet had weten bedwingen, iets wat hem eene veroordeeling tot eene maand gevang berokkende. De heer Dupont was te Layrat geboren den 5n Januari 1828.
Paulo MERCURJ, een der beroemdste plaatsnijders van onzen tijd, is te Bucharest overleden, volgens van den 6n Mei wordt gemeld. Hij werd in 1804 te Rome geboren en begon als schilder. Van 1832 tot 1847 bewoonde hij Parijs. Na dien tijd vestigde hij zich weder te Rome en werd er benoemd tot leeraar in de graveerkunst. Tot zijne meest bekende platen behoort de Terechtstelling van Jane Grey, naar Paul Delaroche.
P. DUBOIS, onderpastoor in de Ste-Gertrudiskerk, te Leuven, is den 7n Mei overleden. Deze geleerde geestelijke, die gedurende langen tijd werkzaam was als ondervoorzitter van het Leuvensch studentengenootschap Met Tijd en Vlijt, heeft zich als geschied- en letterkundige onder andere doen kennen door de uitgave, in 1861 en 1862, te Brussel, van twee verhandelingen over Napoleon I ende kerk en Dichter Joos Van den Vondel. In de uitgaven van Met Tijd en Vlijt komen onderscheidene bijdragen en redevoeringen van den geachten schrijver voor, alsook in de tijdschriften Noord en Zuid en de Vlaemche School (zie 1864, blz. 230). Hij was geboren te Heerne (Brabant) op 21 Februari 1827.
Karel Adolf WURTZ, de beroemde Fransche scheikundige, schrijver van het belangrijke Dictionnaire de chimie pure et appliquée en vele andere werken, is volgens een bericht van 13 Mei, uit Parijs, overleden. Hij was te Straatsburg geboren in 1817.
Gustaaf JUNDT, de bekende Elzassische schilder, is overleden te Parijs, blijkens een bericht van 15 Mei.
G.F. KOLB, de schrijver van de beruchte Culturgeschichte der Menschheit, is 15 Mei overleden te Berlijn, 75 jaren oud.
Jozef Lodewijk Van AKEN, den 16n Mei te Antwerpen overleden, in den ouderdom van 67 jaren, was een oud beoefenaar van de schilderkunst, welke hij aanleerde op de Antwerpsche academie en bij den heer N. De Keyser. Onder andere bezitten eenige kerken in Holland schilderijen van hem. In 1855, naar aanleiding van het tijdens de wereldtentoonstelling te Parijs voorgekomen overlijden zijns broeders, die aan het hoofd van huns vaders beroemde en uitgebreide rijtuigmakerij stond, nam hij het besluit de baan der kunst voor die van de nijverheid te verlaten. Was zijn aanleg voor de kunst groot, ook als nijverheidsman heeft hij zich weten te onderscheiden. Zijne vakgenooten en over het algemeen allen die hem kenden, droegen hem de meeste achting toe. Hij was voorzitter van den rijtuig-en zadelmakersbond en eere-majoor der burgerwacht. Na een 10-urelijkdienst in de St.-Josephskerk te Antwerpen, werd hij den 19n Mei plechtig te Merxem begraven.
Lodewijk BRASSIN, de beroemde pianist, oud-leeraar aan het conservatorium te Brussel, 24 Juni 1836 te Aken geboren, is 18 Mei gestorven te St.-Petersburg.
Salomo Lodewijk HYMANS, de hoogst bekwame Fransch-Belgische schrijver, is den 22n Mei overleden te Brussel. Hij was in 1829 te Rotterdam geboren. Zijne eerste studiën deed hij aan het atheneum te Antwerpen, in welke stad zijn vader, die in 1848 overleed, toen was gevestigd als geneesheer. Voorts studeerde hij aan het atheneum en de hoogeschool van Gent. Zijne bedoeling was, geneesheer te worden; maar zijns vaders ontijdig afsterven stelde hem buiten staat zijne wetenschappelijke studiën voort te zetten. Op 17-jarigen leeftijd aanvaardde hij de betrekking van opsteller der Gazette de Mons. Nadien was hij verbonden aan de Indépendance. De Etoile belge en de Écho du Parlement hadden hem beurtelings, gedurende eene reeks van jaren, tot hoofdopsteller. Hij was een der stichters en bleef tot aan zijn dood hoofdopsteller van het weekblad Office de publicité. In den laatsten tijd had hij onder den titel l'Express européen een nieuw weekblad te Brussel opgericht, Hij schreef ettelijke tooneelstukken, onder andere een drama in verzen Robert le Frison, benevens een roman, La familie Buvard. Voorts bewerkte hij eene Histoire populaire de la Belgique en eene Histoire parlementaire de la Belgique de 1814 à 1830. Zijn laatste werk, Bruxelles à travers les âges, is nog niet volledig afgedrukt. Van 1859 tot 1870 was hij voor het arrondissement Brussel lid van de kamer van volksvertegenwoordigers, waar hij zich, gelijk hij ook elders deed, een vijand van de Vlaamsche zaak betoonde. Hij was lid van de academie van België en officier van de Leopoldsorde. Den 24n Mei, ten 4 ure namiddag, werd hij met groote plechtigheid ter aarde besteld op de begraafplaats van
Elsene. Er werden 8 of 9 lijkredenen uitgesproken.
Eduard PINEL, de Fransche zeeschilder, is volgens een bericht van 22 Mei overleden te Rochelle, waar hij bewaarder van het museum was.
Herman BOOS, een verdienstelijk portretschilder, oud-leerling der academie van 's-Gravenhage, is den 22n Mei overleden te Teran (Tyrol), 34 jaren oud.